Operationele en financiële gang van zaken Ahold Jaarverslag 2004 De bedrijfskosten als percentage van de netto-omzet stegen in 2004 vergeleken met 2003, vooral als gevolg van de lagere netto-omzet. De bedrijfskosten daalden in 2003 vergeleken met 2002, vooral als gevolg van de lagere bijzondere waardevermin deringen in 2003. De totale bedrijfskosten in procenten van de netto-omzet daalden in 2003 vergeleken met 2002 om dezelfde reden. Verkoopkosten In 2004 daalden de verkoopkosten vergeleken met 2003 als gevolg van de invloed van wisselkoersen en des investeringen. Als een percentage van de netto-omzet stegen de kosten vooral als gevolg van de toename van salarissen en andere arbeidskosten, in het bijzonder pensioen- en ziektekosten. In 2003 daalden de verkoopkosten vergeleken met 2002, vooral als gevolg van de invloed van wisselkoersen. In procenten van de netto-omzet stegen de verkoopkosten, vooral als gevolg van hogere huur en andere winkelkosten. Algemene beheerskosten De algemene beheerskosten daalden in 2004 vergeleken met 2003, vooral door wisselkoerseffecten en dankzij lagere kosten van externe adviseurs. Deze positieve effecten werden deels tenietgedaan door een stijging van onze premiebijdrage aan de toegezegd- pensioenregelingen, alsmede de volgende eenmalige kosten in 2004: USD 54 miljoen met betrekking tot de integratie van Giant-Landover, Stop Shop en de Amerikaanse ondersteunende retailfuncties; EUR 44 miljoen betreffende een nettobetaling aan AIG Europe (the Netherlands) N.V. in verband meteen schikking van rechtszaken over verzekeringsdekking inzake polissen voor bestuurdersaansprakelijkheid die AIG aan Ahold en U.S. Foodservice had verstrekt; EUR 8 miljoen voor een schikking met het Nederlandse Openbaar Ministerie met betrekking tot het 'side letter'- onderzoek. In 2003 werd de stijging van de algemene beheerskosten vergeleken met 2002 veroorzaakt door de hogere kosten van externe adviseurs met betrekking tot de verschillende onderzoeken die in 2003 werden uitgevoerd en de accoun tantscontrole van de jaarrekening 2002. Het totale bedrag van extra kosten van juristen, accountants en adviseurs was circa EUR 170 miljoen. Verder was onze bijdrage aan de toegezegd-pensioenregelingen hoger dan in 2002. Afschrijving van goodwill en andere immateriële activa De afschrijving van goodwill en andere immateriële activa daalde in 2004 vergeleken met 2003, vooral als gevolg van lagere investeringen in immateriële vaste activa in 2004. De daling van 2003 tegenover 2002 was vooral een gevolg van lagere saldi van goodwill op de balans in 2003 als gevolg van de omvangrijke bijzondere waardeverminde- ringsverliezen die in 2002 werden genomen. Bijzondere waardevermindering van goodwill en andere immateriële activa Bijzondere waardeverminderingsverliezen voor goodwill en andere immateriële activa daalden in 2004 opnieuw na de aanzienlijke vermindering in 2003 vergeleken met 2002. In 2004 hebben we een bijzondere waardevermindering van EUR 2 miljoen opgenomen in verband met de verkoop van G. Barbosa in het segment Rest van de wereld en bij zondere waardevermindering van overige immateriële activa in onze retailarena's van EUR 23 miljoen. In 2003 waren er bijzondere waardeverminderingverliezen van EUR 45 miljoen, waarvan EUR 42 miljoen betrekking had op onze Zuid-Amerikaanse activiteiten, onderdeel van het segment Rest van de wereld, en EUR 3 miljoen op onze Spaanse activiteiten, onderdeel van Overige Europa. Verder namen we een last van EUR 27 miljoen voor overige immateriële activa, waaronder handelsnaamrechten die in hoofdzaak verband hielden met bepaalde huismerk producten van PYA Monarch. In 2002 namen we de volgende bijzondere waardevermin deringsverliezen: (1) EUR 882 miljoen bij Overig Europa met betrekking tot Ahold Supermercados in Spanje, (2) EUR 271 miljoen met betrekking tot het segment Rest van de wereld, bestaande uit EUR 217 miljoen met betrekking tot Disco en Santa Isabel en EUR 54 miljoen met betrekking tot Bomprepo en G. Barbosa en (3) EUR 128 miljoen betrek king tot Bruno's in de BI-LO/Bruno's Arena. Bijzondere waardevermindering van overige vaste activa In 2004 stegen bijzondere waardeverminderingsverliezen van overige vaste activa na een lichte daling in 2003 verge leken met 2002. In 2004 namen we de volgende bijzondere waardeverminderingsverliezen voor overige vaste activa: EUR 68 miljoen in Overig Europa met betrekking tot bij zondere waardevermindering bij Schuitema in verband met winkels, geactiveerde commerciële kosten en een verstrekte lening; EUR 47 miljoen met betrekking tot bijzondere waarde vermindering van een lening verstrekt aan Williams Humbert, onze Spaanse joint venture op het gebied van sherry;

Jaarverslagen | 2004 | | pagina 78