Naleving van paragraaf 11.1.4 van de
Nederlandse Corporate Governance Code
Ahold Jaarverslag 2004
uitspraak met voorbehoud kan doen, dan wel een uitspraak
die uitzonderingen bevat. Dientengevolge, gegeven het feit
dat twee 'material weaknesses' aan het licht zijn gekomen
en gegeven het feit dat deze 'material weaknesses', hetzij
afzonderlijk, hetzij gezamenlijk, de effectiviteit van onze
beheersinstrumenten en procedures inzake disclosure per
2 januari 2005 kunnen beïnvloeden ondanks de genomen
compenserende maatregelen, waren de CEO en de CFO
niet in staat te concluderen dat onze beheersinstrumenten
en procedures inzake 'disclosure' per 2 januari 2005
effectief waren.
Behalve zoals aangegeven in het hoofdstuk Corporate
Governance onder Naleving van de Nederlandse Corporate
Governance Code, passen wij alle relevante bepalingen van
de Nederlandse Corporate Governance Code toe. Paragraaf
11.1.4 van de Code eist van het management een oordeel
over de toereikendheid van de interne risicobeheersings-
en controlesystemen.
Het concept van interne risicobeheersings- en controle-
sytemen, zoals gebruikt in de Nederlandse Corporate
Governance Code, wijkt aanzienlijk af van het concept van
beheersingsinstrumenten en procedures inzake 'disclosure'
volgens de Amerikaanse Securities Exchange Act van 1934
en daarmee samenhangende SEC-regelgeving, waarnaar
eerder werd verwezen.
De belangrijkste risicofactoren die inherent zijn aan onze
activiteiten en onze doelstellingen zijn opgesomd in het
hoofdstuk Risicofactoren van dit verslag.
De Raad van Bestuur is van mening dat onze interne
beheersinstrumenten nog steeds verbetering behoeven.
Zoals gezegd zijn er bij de jaarafsluiting 2004 en de
accountantscontrole twee 'material weaknesses' aan het
licht gekomen betreffende (i) verantwoording van
belastingvoorzieningen en (ii) het proces van aansluiting
met US GAAP. Er zijn compenserende maatregelen
genomen om deze twee 'material weaknesses' en
'reportable conditions' aan te pakken, alsmede andere
interne-beheerskwesties die zijn geïdentificeerd die het
niveau van 'material weaknesses' niet hebben bereikt.
Op basis van de uitkomst van ons onderzoek naar de
werking van onze interne risicobeheersings- en interne
controlesystemen, waaronder de uitgevoerde compense
rende maatregelen om de gebleken 'material weaknesses',
'reportable conditions' en andere kwesties op het gebied
van interne beheersing aan te pakken, is de Raad van
Bestuur van mening dat deze maatregelen en systemen
een redelijke mate van zekerheid bieden en dat zij
toereikend zijn en in 2004 effectief zijn geweest en dat,
Ahold dientengevolge voldoet aan de eisen van aanbeveling
11.1.4 van de Nederlandse Corporate Governance Code.
De uitkomst van dit onderzoek en de huidige status zijn
besproken met de externe accountant, de Auditcommissie
en de voltallige Raad van Commissarissen.
Aangezien de interne beheersingssystemen met betrekking
tot financiële verslaggeving in de gehele organisatie thans
worden beoordeeld tegen de achtergrond van onze
toekomstige verplichtingen volgens Section 404 van de
Sarbanes-Oxley Act impliceert bovenstaande verklaring van
de Raad van Bestuur geen oordeel over de toereikendheid
en effectiviteit van de interne beheersingssystemen van
Ahold met betrekking tot financiële verslaggeving zoals
vereist in Section 404 van de Sarbanes-Oxley Act.