207
Toelichting 31
12 Desinvesteringen
13 Aandeel in resultaat van joint ventures en deelnemingen, na belastingen
14 Overig
Ahold Jaarverslag 2004
Op grond van US GAAP werd de ICA-putoptie beschouwd als een geschreven 'in-the-money' putoptie die tegen marktwaarde
dient te worden verwerkt, aangezien de prijs waartegen de aandelen aan Ahold verkocht kunnen worden op grond van de ICA-
putoptie een opslag omvat bovenop de reële waarde van de onder de optie vallende aandelen exclusief een premie voor een
controlerend belang. De reële waarde werd op het moment dat het 50%-belang in ICA werd gekocht, geschat op ongeveer
EUR 459. Voor US GAAP-doeleinden werd EUR 459 verwerkt als onderdeel van de koopprijs voor de verwerving van het
50%-belang in ICA en opgenomen als een verplichting. De verandering in de reële waarde van de putoptieverplichting bedroeg in
2003 EUR 39 (2002: EUR 44). Deze verandering worden volgens US GAAP in het resultaat opgenomen.
Op 5 november 2004 oefende Canica AS de ICA-putoptie uit tot verkoop van een 20%-belang in ICA aan Ahold, voor een bedrag
van EUR 811. Ahold kwam tegelijkertijd de doorverkoop overeen van een 10%-belang aan IFAB voor EUR 318, waarbij IFAB
afstand deed van het recht op uitoefening van haar putoptie. Volgens NL GAAP kunnen de aankoop en daaropvolgende verkoop
van het 10%-belang in ICA AB aan ICA Förbundet worden beschouwd als een verlieslatend contract. Als gevolg hiervan is er
volgens NL GAAP een verlies opgenomen van EUR 87. Volgens US GAAP ontstond er een nettobate van EUR 191 als gevolg van
de vrijval van het ICA Förbundet-deel van de verplichting uit hoofde van de ICA-putoptie. Tevens werd in 2004 een last van EUR
75 genomen wegens de stijging van de reële waarde van de put-optie tot het moment van de hierboven beschreven transactie.
Volgens NL GAAP wordt het verschil tussen de opbrengst van de verkoop van een deel van Aholds bedrijfsactiviteiten en de
boekwaarde van de activa in het bedrijfsresultaat verwerkt als boekwinst of -verlies op desinvesteringen. Per de verkoopdatum
bevat de boekwaarde van de activa een deel van de goodwill die direct ten laste van het eigen vermogen werd gebracht, vooraf
gaand aan december 2001, en daarnaast ook cumulatieve valutaomrekeningsverschillen die voorheen zijn verwerkt in het eigen
vermogen.
Ook volgens US GAAP wordt het verschil tussen de verkoopopbrengst en de boekwaarde van de activa verwerkt als resultaat op
desinvesteringen, maar dit wordt gepresenteerd binnen de beëindigde bedrijfsactiviteiten in plaats van in het bedrijfsresultaat.
Volgens US GAAP kunnen de cumulatieve valutaomrekeningsverschillen op een desinvestering resulteren in een bijzondere
waardevermindering vóór de afronding van de desinvestering. Dit kan leiden tot een verschil in het feitelijke boekresultaat op de
desinvestering, zoals onderstaand vermeld.
Volgens NL GAAP heeft Ahold een boekverlies op desinvesteringen opgenomen van EUR 495, zoals vermeld in de Toelichting op
de geconsolideerde jaarrekening onder 3. Volgens US GAAP was het verlies EUR 553 lager, resulterend in een boekwinst van
EUR 58 in 2004. Dit was het gevolg van het feit dat Ahold volgens NL GAAP het boekverlies op desinvesteringen opnam op het
moment van de desinvestering in 2004, terwijl Ahold voor US GAAP-doeleinden reeds in 2003 een bijzonder waardeverminde-
ringsverlies opnam met betrekking tot voor verkoop aangehouden activa, aangezien de cumulatieve omrekeningsverschillen in
aanmerking waren genomen bij de berekening van de bijzondere waardevermindering volgens US GAAP in 2003. Als gevolg
hiervan was het boekverlies op desinvesteringen volgens US GAAP in 2004 EUR 501 lager. De resterende verschillen vloeien
hoofdzakelijk voort uit verschillen tussen NL GAAP en US GAAP in de boekwaarde van de verkochte activa. Zie punt 16
(Beëindigde bedrijfsactiviteiten) van dit onderdeel van de toelichting voor een overzicht van de entiteiten die in 2004 en 2003
werden verkocht.
Ahold verwerkt zowel volgens NL GAAP als US GAAP het aandeel in resultaat van joint ventures en deelnemingen. Deze aan
passing betreft diverse verschillen tussen het aandeel van Ahold in het nettoresultaat van joint ventures en deelnemingen volgens
NL GAAP, en het aandeel in het nettoresultaat van joint ventures en deelnemingen volgens US GAAP. Een additioneel verschil
heeft betrekking op verwerkte goodwill met betrekking tot het belang in een deelneming, waarop niet langer wordt afgeschreven
volgens US GAAP.
De aansluitpost Overig omvat individueel onbelangrijke verschillen tussen NL GAAP en US GAAP, waaronder verschillen naar
aanleiding van de verslaggeving van voorzieningen, leases, geactiveerde software kosten, voorraden, vooruitbetaalde promotie-
kosten en garanties.