Toelichting 31
200
Jaarrekening - Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
3 Bijzondere waardeverminderingen van goodwill en overige immateriële vaste activa
I
Ahold Jaarverslag 2004
Overeenkomstig NL GAAP wordt beoordeeld of goodwill en overige immateriële vaste activa aan een bijzondere waarde
verminderingen onderhevig zijn indien er sprake is van veranderingen in de omstandigheden, die een aanwijzing vormen dat
de boekwaarde van de activa mogelijk niet realiseerbaar is. De op te nemen bijzondere waardevermindering wordt bepaald
door vergelijking van de boekwaarde met de opbrengstwaarde van een bedrijfsmiddel, waarbij de realiseerbare waarde wordt
berekend als de hoogste van de netto-opbrengstwaarde en de contante waarde van de verwachte nettokasstromen uit het
gebruik van het bedrijfsmiddel en de uiteindelijke afstoting.
Ahold stopte voor US-GAAP-doeleinden, na de invoering van SFAS 142, met af te schrijven op goodwill en handelsmerken.
SFAS 142 vereist een toetsing van goodwill op bijzondere waardevermindering op het niveau van de rapportage-eenheden.
Deze toetsing dient jaarlijks plaats te vinden, of frequenter indien er aanwijzingen zijn dat een bijzondere waardevermindering is
opgetreden. Deze toetsing bestaat uit twee stappen. De eerste stap dient ter vaststelling van een eventuele bijzondere waarde
vermindering van goodwill door middel van een vergelijking van een schatting van de reële waarde van een rapportage-eenheid
met de boekwaarde, inclusief goodwill. Als de boekwaarde de reële waarde van de rapportage-eenheid overtreft, wordt een
tweede stap uitgevoerd. Dit betreft de vergelijking van de impliciete reële waarde van de goodwill van de desbetreffende
rapportage-eenheid met de boekwaarde van die goodwill om het bedrag van de eventuele bijzondere waardevermindering
van de goodwill vast te stellen.
Volgens US GAAP is de reële waarde van de rapportage-eenheden gebaseerd op de best mogelijke schattingen door de onder
neming van de contante waarde van de toekomstige kasstromen. Voor de analyse van de kasstromen van iedere rapportage-een
heid wordt gebruikgemaakt van een disconteringsfactor die overeenkomt met de gewogen gemiddelde vermogenskosten van de
desbetreffende rapportage-eenheid.
De additionele bijzondere waardeverminderingen die voor US GAAP-doeleinden zijn opgenomen, hebben voornamelijk betrek
king op een bijzondere waardevermindering van goodwill die volgens US GAAP vóór 1 december 2000 was geactiveerd, toen
goodwill volgens NL GAAP direct ten laste van het eigen vermogen werd gebracht. Verder ontstaan er aansluitposten tussen NL
GAAP en US GAAP door het verschil in de wijze waarop de bijzondere waardevermindering van goodwill wordt berekend, zoals
hierboven beschreven.
Ahold nam in 2004 op basis van NL GAAP bijzondere waardeverminderingen op goodwill op ten bedrage van EUR 2 (zie de
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening onder 12) en bijzondere waardeverminderingen op overige immateriële vaste
activa van EUR 23 (zie de Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening onder 13). Volgens US GAAP werden met betrekking
tot goodwill die volgens NL GAAP niet was geactiveerd een bijzondere waardevermindering opgenomen van EUR 156. Deze
bijzondere waardevermindering heeft betrekking op Tops Markets. De hoofdoorzaak van de bijzondere waardevermindering was
gelegen in de sterke concurrentie van supercenters, discounters en andere supermarkten. Bovendien waren de resultaten van
Tops Markets ontoereikend om de stijging te compenseren van de disconteringsvoet die is gebruikt in de berekening van de reële
waarde. De gestegen disconteringsvoet hangt samen met het gestegen risico voor de retailsector en een renteverhoging door de
Amerikaanse Federal Reserve.
Ahold nam in 2003 op basis van NL GAAP bijzondere waardeverminderingen op goodwill op ten bedrage van EUR 45 (zie de
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening onder 12) en bijzondere waardeverminderingen op overige immateriële vaste
activa van EUR 27 (zie de Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening onder 13). Volgens US GAAP werden additionele
bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot goodwill en overige immateriële vaste activa opgenomen van respectievelijk
EUR 57 en EUR 9, in verband met de jaarlijkse toetsing op bijzondere waardeverminderingen. De aanvullende bijzondere
waardeverminderingen op goodwill betroffen Deli XL ten bedrage van EUR 71. Deze goodwill was volgens NL GAAP niet
geactiveerd. Deze bijzondere waardevermindering werd gecompenseerd door een lagere bijzondere waardevermindering van
EUR 14 volgens US GAAP in vergelijking met NL GAAP met betrekking tot Zuid-Amerika. De bijzondere waardevermindering
inzake Deli XL kwam voornamelijk voort uit neerwaartse bijstellingen van verwachte toekomstige kasstromen. Aanvullende
bijzondere waardeverminderingen van EUR 9 op overige immateriële vaste activa betreffen de bijzondere waardevermindering
van de klantenbestanden bij U.S. Foodservice.