Toelichting 30
Jaarrekening - Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Overheidsonderzoeken, mededingings- en civielrechtelijke procedures in Argentinië
Ahold Jaarverslag 2004
pand dienden. Voor meer informatie hierover wordt verwezen naar de Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening onder 9.
De procedures zijn aangespannen namens schuldeisers van financiële entiteiten en laatstelijk in het bezit waren van de familie
Peirano Basso en momenteel in faiilissementsprocedures zijn verwikkeld. Tot die financiële entiteiten behoren onder meer Banco
de Montevideo uit Uruguay, Trade Commerce Bank (TCB) uit de Kaaimaneilanden, Banco Velox uit Argentinië, Banco Aleman
uit Paraguay, Velox Investment Company uit de Kaaimaneilanden en Velox Real Estate uit de Kaaimaneilanden (de Velox-entiteiten).
Het totale bedrag dat door de eisers geclaimd wordt in deze rechtszaken is circa USD 92, vermeerderd met rente en kosten.
Hoewel deze procedures qua omvang niet materieel zijn voor Ahold als groep worden zij hieronder tot op zekere hoogte toegelicht
omdat de eisers voorlopige voorzieningen in Argentinië toegewezen hebben gekregen die de verkoop en overdracht van de reste
rende 15% van de uitstaande aandelen van Disco aan Censosud hebben beïnvloed. Voor meer informatie, zie Toelichting op de
geconsolideerde jaarrekening onder 3.
De aard van alle claims is gelijkwaardig. De aanklachten hebben gemeen dat Ahold, Disco en/of DAIH aansprakelijk gehouden
zouden moeten worden voor de schade die de eisers hebben geleden als gevolg van het in gebreke blijven van de Velox-entititeiten.
Om dit doel te bereiken beweren de eisers onder meer dat (a) Aholds acquisitie in juli en augustus 2002 van VRH's aandeel in
DAIH een frauduleuze overdrachtsakte en/of een schijnovereenkomst (simulación) en/of een onrechtmatige daad behelsden
en dat deze teruggedraaid dient te worden of (b) dat Disco en/of DAIH en de Velox-enititeiten onderdeel waren van een zelfde
economische groep en dat daarom de zogenaamde 'piercing the corporate veil'-regel van toepassing zou moeten zijn om Disco
en DAIH aansprakelijk te houden voor (een deel) van de failliete financiële entiteiten die voorheen in het bezit waren van de
In een aantal van deze gerechtelijke procedures hebben de eisers voorlopige maatregelen geëist en toegewezen gekregen met
betrekking tot Aholds aandelen DAIH en DAIH's aandelen Disco. Deze voorlopige maatregelen, die zijn opgelegd in Argentinië,
bestaan uit (a) gerechtelijke beslagen op bepaalde aandelen Disco in het bezit van DAIH en (b) gerechtelijke uitspraken die de
overdracht van bepaalde aandelen Disco verhinderen. Als gevolg hiervan heeft Ahold de verkoop van Disco aan Cencosud, zoals
aangekondigd op 5 maart 2004 en 1 november 2004, niet definitief kunen afronden. Voor meer informatie wordt verwezen naar
de Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening onder 3.
Ahold is van mening dat deze juridische procedures ongegrond zijn en bestrijd momenteel de aanklachten en de verzoeken voor
voorlopige maatregelen in Uruguay en Argentinië krachtig, zowel op procedurele als inhoudelijke gronden. Volgens de voorwaar
den van de aandelenkoopovereenkomst met Cencosud over de verkoop van de aandelen Disco, zal Ahold Cencosud en Disco
schadeloos stellen voor de uitkomst van de gerechtelijke procedures in Uruguay en Argentinië met betrekking tot Aholds
acquisitie van de aandelen DAIH die voorheen in het bezit waren van VRH.
Belastingaanslagen
Op 17 juli 2003 heeft de Administración Federal de Ingresos Püblicos (AFIP) Disco een formele belastingaanslag ('aanslag 1')
opgelegd over de periode 1998 tot en met mei 2002 voor de vermeende belastingverplichtingen in verband met de emissie van
obligaties Disco van USD 100 in mei 2003, welke per de vervaldatum zijn afgelost, en de emissie van obligaties Disco voor een
bedrag van in totaal USD 250 met vervaldatum mei 2008, welke in juli 2003 zijn afgelost (de Disco-obligaties). De AFIP beweert
dat Disco ten onrechte geen BTW heeft betaald over beide emissies en dat er geen belasting is ingehouden op de aan de
buitenlandse houders van de vermeende onderhandse obligaties betaalde rente. Op 1 september 2003 heeft Disco hierop
geantwoord dat de obligaties zijn uitgegeven door middel van een openbare emissie en dat er belasting is ingehouden en betaald
in overeenstemming met de geldende Argentijnse wet- en regelgeving.
Op 29 december 2003 heeft de AFIP een beschikking afgegeven waarin de aanslag overwegend wordt bekrachtigd. Disco is op
19 februari 2004 tegen de beschikking in beroep gegaan. Tevens heeft de AFIP op 19 februari 2004 om gelijke redenen nog
een aanslag opgelegd ('aanslag 2') met betrekking tot dezelfde obligaties over de periode mei 2002 tot de aflossingsdata van de
obligaties. Disco heeft tegen aanslag 2 dezelfde bezwaren aangevoerd als tegen aanslag 1.
Het totale met aanslag 1 en de daaraan verbonden beschikking en aanslag 2 gemoeide bedrag, inclusief boetes en rente tot
31 december 2004, is circa ARS 680 (EUR 177); de maandelijkse rente over dit bedrag is circa ARS 6,1 (EUR 1,6).
familie Peirano.