Toelichting 30 187 Civielrechtelijke procedures en onderzoeken door overheids- en toezichthoudende instanties in Nederland Ahold Jaarverslag 2004 De heren Van der Hoeven en Meurs kwamen eveneens schikkingen met de SEC overeen, zonder de tegen hen ingediende aan klachten te erkennen of te ontkennen, door in te stemmen met een beschikking die hun permanent verbiedt om de bepalingen van de Amerikaanse effectenwetgeving op het gebied van fraudepreventie, verslaggeving, boekhouding en interne controle te overtreden. De heren Van der Hoeven en Meurs stemden eveneens in met een beschikking die hun verbiedt om ooit nog functio naris of directeur van een beursgenoteerde onderneming te zijn. De heer Fahlin kwam, zonder de tegen hem ingediende aanklacht te erkennen of te ontkennen, overeen om de administratieve procedure tegen hem te schikken door in te stemmen met een beschikking die hem dwingt voor altijd af te zien van het schenden van de bepalingen van de Amerikaanse effecten wetgeving op het gebied van fraudepreventie, verslaggeving, boekhouding en interne controle. De aanklacht van de SEC tegen de heer Andreae loopt nog. Op 13 januari 2005 is de SEC tegen de volgende negen personen, die werkten bij leveranciers die levensmiddelenproducten en verwante producten verkochten aan U.S. Foodservice, een civielrechtelijke procedure gestart met betrekking tot hulp en mede werking bij effectenfraude door middel van het ondertekenen en retourneren van in het kader van de accountantscontrole verzonden saldobevestigingen die wezenlijk onjuist waren: Mark Bailin, Kenneth Bowman, Timothy Daly, Michael Hannigan, Peter 0. Marion, John Nettle, Gordon Redgate, Bruce Robinson en Michael Rodgers. De heren Bailin, Hannigan, Nettle, Redgate en Rodgers stemden in met een schikking. Op 13 januari 2005 diende de SEC tegen de heer Bailin een separate aanklacht in wegens handel met voorkennis. De heer Bailin stemde eveneens in met een schikking met betrekking tot deze aanklacht. Het onderzoek van de SEC wordt met betrekking tot een aantal personen voortgezet en Ahold blijft haar volledige medewerking verlenen aan de SEC. Het Amerikaanse Ministerie van Arbeid Naar aanleiding van de bekendmaking op 24 februari heeft het desbetreffende Amerikaanse ministerie (Department of Labor), op basis van haar bevoegdheid krachtens Section 504 van de Wet ERISA, een strafrechtelijk onderzoek ingesteld naar de eventuele overtreding door Ahold en een aantal (voormalige) bestuurders, leden van het management en medewerkers van de bij Ahold U.S.A., U.S. Foodservice en Stop Shop van kracht zijnde 401(k)-regelingen. In de loop van het onderzoek, dat tevens is afge stemd op dat van het Amerikaanse Openbaar Ministerie, is Ahoid U.S.A. op 16 juni 2003, gedagvaard door de federale 'grand jury van de Amerikaanse rechtbank van het Southern District of New York. In die procedure wordt documentatie met betrekking tot de 401(k)-regeling van Ahold U.S.A. gevorderd. Daarnaast is Ahold op 3 juli 2003 en 9 juli 2003 per brief door het Amerikaanse Department of Labor verzocht om documenten te verstrekken met betrekking tot de 401(k)-regelingen van respectievelijk U.S. Foodservice en Stop Shop. Ahold verleent haar volledige medewerking aan dit onderzoek. De Employee Benefits Security Administration van het Department of Labor heeft tevens een civielrechtelijke onderzoek ingesteld met betrekking tot de spaarregeling 401(k) Savings Plan Master Trust van Ahold U.S.A. om vast te stellen of Titel 1 van de Wet ERISA is overtreden, waaronder schending van de fiduciaire verantwoordelijkheid. In juni 2004 berichtte het Department of Labor het Pension Committee van Ahold U.S.A. 401 (k) Savings Plan Master Trust dat het civielrechtelijk onderzoek was afgerond en, hoewel er sprake was van schending van Wet ERISA met betrekking tot normen voor fiduciaire verantwoordelijkheid en toezicht op de ERISA-regelingen, waren de kwesties met betrekking tot die richtlijn voor fiduciaire verantwoordelijkheid en toezicht al geaddresseerd door het Pension Committee in 2003 en waren er al correctieve maatregelen getroffen. Om die reden conclu deerde de openbare aanklager dat er geen rechtvaardiging was voor een civielrechtelijke procedure in deze zaak. De New York Stock Exchange en de National Association of Securities Dealers Zowel de New York Stock Exchange (NYSE) als de National Association of Securities Dealers (NASD) hebben onderzoeken inge steld naar de gebeurtenissen die hebben geleid tot de bekendmaking op 24 februari. Ahold is van mening dat zij die verzoeken volledig heeft beantwoord. Ahold heeft geen verdere verzoeken om informatie ontvangen van de NYSE of de NASD. In Nederland heeft het Openbaar Ministerie (OM) mogelijke strafbare feiten gepleegd door Ahold en door bepaalde (voormalige) bestuurders en leden van het management onderzocht. Ahold heeft voor dit onderzoek haar volledige medewerking verleend aan het OM. Op 30 september 2004 maakte Ahold bekend dat het een overeenkomst had bereikt met het OM met betrekking tot het onderzoek naar de side-letters. Ahold kwam overeen een bedrag te betalen van EUR 8 in ruil waarvoor het OM toezegde geen procedures te starten tegen Ahold.

Jaarverslagen | 2004 | | pagina 189