Toelichting 8
Beloning van concerndirecteuren
8 Op aandelen gebaseerde beloningsregelingen
Aandelenoptieregelingen
Ahold Jaarverslag 2004
De totale beloning die door Ahold in 2004 werd uitbetaald aan concerndirecteuren buiten de Raad van Bestuur, ongeacht
de hoedanigheid waarin de werkzaamheden zijn verricht, bedroeg EUR 8. De beloning omvat honoraria, salarissen, bonussen,
speciale pensioenfondsbijdragen en additionele voordelen. Daarnaast ontvingen de overige concerndirecteuren EUR 2 in het
kader van de regeling tot binding van het strategisch management. Deze regeling wordt besproken in de Toelichting op de
geconsolideerde jaarrekening onder 8.
Ahold kende in 2004 drie soorten op aandelen gebaseerde beloningsregelingen: (a) aandelenoptieregelingen, (b) een prestatie
gebonden aandelenregeling (Performance Share Grant-regeling) en (c) een regeling tot uitkering van voorwaardelijk toegekende
aandelen ('restricted stock'). De voornaamste kenmerken van de regelingen worden hieronder beschreven. Ahold houdt geen
eigen aandelen ter afdekking van de verplichting tot levering van aandelen uit hoofde van op aandelen gebaseerde belonings
regelingen. Het huidige beleid van Ahold houdt in dat voor deze regelingen nieuwe aandelen worden uitgegeven.
Ahold kende ultimo 2004 drie aandelenoptieregelingen (de Nederlandse, Amerikaanse en internationale aandelenoptieregelingen
(hierna gezamenlijk te noemen: de regelingen)). Ahold verwerkt de uit hoofde van de regelingen toegekende aandelenopties op
basis van de intrinsieke waarde. Aangezien alle vaste opties uit hoofde van de regelingen zijn toegekend tegen een uitoefenprijs
die gelijk is aan de beurskoers bij toekenning, zijn er in 2004, 2003 en 2002 geen kosten in verband met de regelingen ten laste
van het geconsolideerde resultaat gebracht.
Gedurende de gepresenteerde boekjaren heeft Ahold zich aan de in Nederland aanbevolen praktijk gehouden om geen opties toe
kennen waarvan de uitoefening zou resulteren in een aantal aandelen dat groter is dan een jaarlijks maximum van circa 1% van
de geplaatste en uitstaande gewone aandelen, ofwel 15,5 miljoen op 2 januari 2005. Van december 1997 tot en met 2003 was
het jaarlijks toegekende aantal aandelenopties afhankelijk gesteld van de toename van het gewone nettoresultaat per aandeel
beschikbaar voor gewone aandeelhouders in het meest recente boekjaar ten opzichte van het onmiddellijk daaraan voorafgaande
boekjaar. De toekenningen in 2004 werden bepaald door de Raad van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van
Commissarissen.
Tot 2005 werden op grond van de regelingen aan deelnemers optierechten toegekend met een looptijd van vijf of tien jaar. De
opties werden toegekend op de eerste werkdag van elk boekjaar en de uitoefenprijs van iedere optie was gelijk aan de slotkoers
van het gewone aandeel Ahold op de voorafgaande werkdag.
In 2004 en 2003 hadden de deelnemers aan de Nederlandse regeling bij toekenning de mogelijkheid om de helft van de aan
hen toegekende opties te ontvangen in de vorm van opties met een looptijd van tien jaar, uitoefenbaar na drie jaar. In 2002
hadden de deelnemers aan de Nederlandse regeling bij toekenning de mogelijkheid om maximaal eenderde van de aan hen
toegekende opties te ontvangen in de vorm van opties met een looptijd van tien jaar, uitoefenbaar na vijfjaar. De uit hoofde van
de Nederlandse regeling in 2004, 2003 en 2002 toegekende opties met een looptijd van vijf jaar zijn na drie jaar uitoefenbaar.
Bij beëindiging van het dienstverband mogen de uit hoofde van de Nederlandse regeling toegekende opties binnen vier weken
na de beëindiging worden uitgeoefend. Indien zij niet binnen deze termijn uitgeoefend worden, vervallen zij.
De uit hoofde van de Amerikaanse regeling toegekende opties hebben soortgelijke kenmerken als de toegekende opties uit
hoofde van de Nederlandse regeling. In 2004 en 2003 diende volgens de Amerikaanse regeling de helft van de toegekende
opties een looptijd van tien jaar te hebben, uitoefenbaar na drie jaar. In 2002 diende uit hoofde van de Amerikaanse regeling
echter eenderde van de opties een looptijd te hebben van tien jaar, uitoefenbaar na vijfjaar. De uit hoofde van de Amerikaanse
regeling in 2004, 2003 en 2002 toegekende opties met een looptijd van vijf jaar zijn uitoefenbaar na drie jaar. Overeenkomstig
de Amerikaanse regeling kunnen de in 2004 en 2003 toegekende opties bij beëindiging van het dienstverband slechts binnen
vier weken na de beëindiging worden uitgeoefend mits de opties onvoorwaardelijk zijn geworden (drie jaar na toekenning) en
vervallen ze daarna. Opties die nog niet onvoorwaardelijk zijn geworden, ven/allen onmiddellijk. Overeenkomstig de Amerikaanse
regeling voor 2002 kunnen de opties met een looptijd van vijfjaar, en de opties met een looptijd van tien jaar die onvoorwaarde-