KONINKLIJKE AHOLD JAARVERSLAG 1996
In juli 1996 werd de Amerikaanse super
marktketen Stop Shop in Massachusetts
verworven. Met deze overname was een
bedrag gemoeid van 3,0 miljard, inclusief
1,3 miljard rentedragende leningen.
De financiering van deze acquisitie vond
plaats uit de opbrengst van een emissie van
39,3 miljoen gewone aandelen, waarvan
de netto-opbrengst f 3,2 miljard bedroeg.
Eind december werd een belang van
50% in het stemgerechtigd aandelenkapi
taal van Bomprego in Brazilië verworven.
Bomprego exploiteert 50 winkels in
Noordoost-Brazilië en heeft een jaaromzet
van circa BRL 1,3 miljard (f 2,1 miljard).
De overnameprijs van dit 50% belang
bedroeg f 475 miljoen en werd betaald
uit beschikbare middelen.
Vermogenspositie
Het balanstotaal nam in 1996 belangrijk
toe tot f 14,9 miljard (1995: f 9,3 miljard).
Deze toename werd vooral veroorzaakt
door het effect van acquisities en investe
ringen (circa f 4,8 miljard) en de belangrijk
hogere omrekenkoers van de dollar
(f 1,75 tegen f 1,60).
Het eigen vermogen ultimo 1996
bedroeg f 2,4 miljard (1995: f 2,2 miljard).
Het groepsvermogen, bestaande uit het
eigen vermogen en het belang derden, nam
toe van f 2,3 miljard naar f 2,7 miljard, over
eenkomende met 18,5% van het balans
totaal (1995: 24,9%). In 1996 nam het eigen
vermogen toe door de emissie van Cumu
latief Preferente Financieringsaandelen
(f 248 miljoen) en van gewone aandelen
(f 3.198 miljoen). Daarnaast werd aan
het eigen vermogen toegevoegd de winst
inhouding (f 333 miljoen), de kapitaal
stortingen uit hoofde van keuzedividend
(f 193 miljoen), de uitoefening van optie
rechten (f 58 miljoen) en de koersver
schillen (f 96 miljoen). De bij acquisities
betaalde goodwill (f3.917 miljoen) en het
bij de afwikkeling van de cross-participaties
(Argyll en Casino) gerealiseerde waarde
verschil (f 33 miljoen) werden ten laste
van het eigen vermogen gebracht.
Het garantievermogen bedroeg ultimo
1996 f 3,2 miljard (1995: f 2,7 miljard) en
komt overeen met 21,2% van het balans
totaal (1995: 29,4%). De rentedragende
schulden namen toe tot f 5,4 miljard
(1995: f3,0 miljard).
De verhouding tussen rentedragende
schulden, verminderd met de liquide
middelen, en het groepsvermogen (net
gearing) nam toe van 106% tot 172%.
De verhouding tussen vlottende activa en
De keuze is groot bij Edwards.
de kortlopende schulden bedroeg 85%
(1995: 82%). Van het saldo liquide middelen
ten bedrage van f 714 miljoen beschouwen
wij ongeveer f 400 miljoen als gebonden
liquiditeiten voor de dagelijkse bedrijfs-
uitvoering.
Financiering
De acquisities die in 1996 plaatsvonden,
werden voornamelijk gefinancierd uit de
opbrengsten van een wereldwijde emissie
van gewone aandelen, uit de uitgifte van
Cumulatief Preferente Financieringsaan
delen, uit beschikbare eigen middelen en
de verkoop van enige niet-operationele
bezittingen.
Begin 1996 besloten Argyll, Casino en
Ahold hun strategische alliantie te beëin
digen. Er is voor gezorgd dat de Ahold-
aandelen in het bezit van Argyll en Casino
bij vier grote Nederlandse financiële in
stellingen konden worden geplaatst. De
opbrengst van de verkoop van de aandelen
Casino en Argyll bedroeg f 198 miljoen
waarbij een boekverlies van f 33 miljoen
ontstond, dat ten laste van het eigen
vermogen werd gebracht.
In juni 1996 gaf Ahold 40 miljoen
Cumulatief Preferente Financieringsaan
delen uit a f 6,25. Bovendien voltooide
Ahold in het derde kwartaal met succes
de wereldwijde uitgifte van 39.300.000
gewone aandelen a f 85, ter financiering
van de overname van de Amerikaanse
supermarktketen Stop Shop. De beide
uitgiften resulteerden in een netto
opbrengst van in totaal f 3,4 miljard.
Volgend op de acquisitie van
Stop Shop hebben in het vierde kwartaal
enige herfinancieringstransacties plaats
gevonden. Hiertoe behoorden een tender-
34