Rol distributiecentrum. Om maximale flexibiliteit te behouden is het zaak om voorraden zoveel mogelijk in het begin van de keten te leggen. Dat wil zeggen: bij de fabrikant, of zo dicht mogelijk bij de fabrikant. Een en ander betekent niet dat detailhandelsbedrijven het straks zonder distributiecentra kunnen stel len. Maar het is wel duidelijk dat de rol van het distributiecentrum aan veran dering onderhevig is. De hoofdtaak zal verschuiven van voorraadfunctie naar verdeelfunctie. Afgeleverde goederen zullen niet meer in stellingen worden op geslagen, maar direct bij aankomst al worden verdeeld en klaargezet voor de filialen. Wat er aan de ene kant in komt, gaat er even later, volgens het principe van cross-docking, aan de andere kant weer uit. Het streven is daarbij om filialen, volgens het principe van 'just in time', frequenter en met kleinere hoeveelheden te bevoorraden. Ook de rol van het winkelmagazijn zal onder invloed van de nieuwe mogelijk heden veranderen. Een magazijn blijft uiteraard nodig om te voorkomen dat bestellingen op straat worden neergezet, waardoor overlast voor de omgeving ontstaat. Bovendien zullen de retourstromen in het magazijn opgevangen moeten worden. Het ziet ernaar uit dat het winkelmagazijn daardoor meer als sluis voor binnenkomende en uitgaande colli zal gaan fungeren. De opslag functie zal grotendeels verdwijnen. Zendingen aan filialen zullen in de toekomst in sommige situaties meer gecombineerd kunnen worden. In plaats van drie vrachtauto's met verschillende delen van het assortiment, komt aan de achterdeur van het filiaal straks één vrachtauto met het hele assortiment. Door het combineren van de verschillende Joorverslog 1 992 Koninklijke Ahold nv 33

Jaarverslagen | 1992 | | pagina 36