I
duizenden vacatures te vervullen. De wervings
inspanningen zijn dus groot, temeer daar men
sen hogere eisen stellen aan de kwaliteit van het
werk; een tendens die wordt gevoed door het
hogere opleidingsniveau en de grotere mondig
heid. De kwaliteit van het werk zal in de tweede
helft van de negentiger jaren ongetwijfeld een
van de grote issues worden.
Trends die zich in dit decennium zullen voort
zetten zijn verdere individualisering en de daar
mee samenhangende flexibilisering van werk en
activiteiten op de werkplek. Flexibiliteit in de on
derneming, vooral op de hogere niveaus, ver
groot de slagvaardigheid en het succesvol,
marktgericht functioneren. De komende jaren
zal binnen onze onderneming veel aandacht ge
geven moeten worden aan het op elkaar afstem
men van de behoeften van het bedrijf en die van
het individu, zonder daarbij overigens de klant
in verwarring te brengen. Extern moet men van
de interne individualisering geen hinder onder
vinden.
We zullen toe moeten naar 'individu-beleid',
in plaats van een collectief personeelsbeleid.
Jongeren, ouderen, part-timers, full-timers,
mannen en vrouwen: elke groep heeft zijn eigen
voorkeuren. Daar past geen uniformering meer
bij. Arbeidsovereenkomsten zullen daarom het
karakter krijgen van een raamwerk waarbinnen
bedrijven kunnen differentiëren.
Het arbeidsvoorwaardenbeleid van de jaren
negentig zal zich kenmerken door een hoge
mate van creativiteit. Er zal meer ruimte komen
om individuele prestaties individueel te belo
nen. Een betere manier om motivatie te bevor
deren is nauwelijks denkbaar. Die motivatie kan
bovendien worden gestimuleerd door mede
werkers de mogelijkheid te geven om financieel
te participeren in hun onderneming. Ahold
heeft hiervoor in 1991 in de Verenigde Staten en
nu in 1992 in Nederland specifieke programma's
geïntroduceerd.
Om in onze behoefte aan personeel te voor
zien zullen we in de jaren negentig ook meer
ouderen dienen in te schakelen. Door adequate
begeleiding, bevordering van flexibiliteit en tij
dige aanpassing van functiezwaarte en arbeids
omstandigheden zal geprobeerd worden om
medewerkers langer inzetbaar te houden. Om
het verlies aan arbeidskrachten tegen te gaan
zou vervroegd uittreden ontmoedigd moeten
worden. Ouderen zullen meer en meer nodig
zijn.
De bovenstaande overwegingen hebben be
trekking op slechts enkele van de toekomstige
ontwikkelingen die zowel op de samenleving als
op onze onderneming hun invloed zullen doen
gelden. Wij hopen u hiermee iets meer zicht te
hebben gegeven op deze materie. Ahold houdt
zich er nü mee bezig om straks de juiste ant
woorden te hebben.
Raad van Bestuur
Jaarverslag 1991 Koninklijke Ahold nv
35