Detailhandel Verenigde Staten
De economische recessie, in 1990 begonnen in het noordoosten van de Verenigde Staten,
kreeg in 1991 ook andere delen van het land in haar greep. De verwachting dat de economie
zich in de tweede helft van het jaar zou herstellen, werd helaas niet bewaarheid. Deson
danks hebben onze winkelformules het onder de gegeven omstandigheden uitstekend
gedaan. Dat was in het bijzonder te danken aan de sterke prijsreputatie van elk van de
vier ketens, waardoor in een stagnerende markt toch een groter marktaandeel kon worden
gerealiseerd. De effecten van de recessie op het consumentengedrag waren echter wel
degelijk merkbaar. Met name bij de Eastern-division van FNS, waar sprake is van een krim
pende markt, stond de omzet onder druk, mede omdat consumenten lager geprijsde pro-
dukten verkozen. Bovendien was er in dit gebied, voor het eerst in dertig jaar, sprake van
prijsdeflatie.
De koopkrachtvermindering in door de recessie getroffen regio's was in sommige gebie
den aanleiding voor een toename van de prijsconcurrentie. Ook in deze situaties blijken
onze supermarkten echter te kunnen renderen. Dat is vooral te danken aan het zeer brede
assortiment, de lage prijzen en de kwaliteit van winkelomgeving en serviceverlening.
De Amerikaanse detailhandel kreeg in 1991 voorts te maken met de toenemende
activiteit van expansieve zelfbedieningsgroothandels (warehouse clubs). Deze groot
handels, die voortkomen uit de non-foodsector, trekken klanten door het aanbieden van
een beperkt assortiment food tegen zeer lage prijzen. Daarnaast zien we de opkomst van
de zogenoemde 'deep discounters': winkelformules die zich richten op één specifieke
produktgroep zoals drogisterij-artikelen, dierenvoeding, versartikelen of papierwaren.
Deze nieuwe vormen van concurrentie vragen om een lokaal gericht antwoord. In de
gebieden waar wij met 'warehouse clubs' of 'deep discounters' te maken kregen, bleken
onze formules hiertegen goed bestand.
In het licht van de aanhoudende recessie, die ook in 1992 nog voor moeilijke markt
omstandigheden zal blijven zorgen, lag er in de Amerikaanse werkmaatschappijen een
grote nadruk op kostenbeheersing. Op dit terrein zijn goede resultaten geboekt, hetgeen
de posities van de werkmaatschappijen ten opzichte van de concurrentie heeft versterkt.
In de vier ketens is daarnaast veel aandacht besteed aan het verbeteren van de samen
stelling van de brutowinst door aanpassingen in het assortiment en een effectievere
inkoop.
De samenwerking van de Ahold-dochters heeft op verschillende terreinen tot synergie-
voordelen geleid. In 1991 waren negentien synergiegroepen actief op gebieden als mar
keting, inkoop, operations, personeelsbeleid, distributie en administratie. Het behoud
van de eigen identiteit van elk van de vier ketens staat hierbij voorop, maar dank zij de
samenwerking worden door elke keten afzonderlijk toch de voordelen van gebundelde
ervaring en gezamenlijk volume binnengehaald.
Nieuwkomer Tops heeft direct na de overname de synergiemogelijkheden benut. Het
bedrijf sluit wat betreft geografische ligging, winkelformules en bedrijfscultuur uitste
kend aan bij de andere Ahold-dochters. De acquisitie heeft ook gezorgd voor nieuwe
impulsen, waar Ahold USA in z'n geheel van profiteert.
De zwakke economie was voor Ahold geen aanleiding om investeringen uit de weg te
gaan. Ook in 1991 werden weer nieuwe winkels toegevoegd en vele bestaande winkels
gemoderniseerd en uitgebreid. Deze investeringen zullen naar verwachting een goed ren
dement vertonen.
De aandacht voor het milieu uitte zich bij de vier werkmaatschappijen onder meer in
vermindering en hergebruik van verpakkingsafval. Op dit gebied werden talrijke initia
tieven ontwikkeld die inspelen op het milieubewustzijn van de klant. Het innemen van
Werkgebied
Ahold USA
Tops Markets
First National Super
markets
Giant Food Stores
BI-LO
20
Jaarverslag 1991 Koninklijke Ahold nv