Detailhandel Nederland
Nederlandse en Europese regelgeving
Ook in 1987 is Ahold binnen nationale en internationale branche-organisa
ties op vele gebieden actief geweest om de invoering van wenselijke maatrege
len te bespoedigen en om voornemens die niet in het belang zijn van de
levensmiddelendetailhandel te verijdelen.
Op Europees niveau is een richtlijn produktaansprakelijkheid ingevoerd.
Deze voorziet onder meer in een vrijstelling van verzwaarde aansprakelijk
heid bij zogenaamde zaakschade van minder dan f 1.250. De Nederlandse
plannen om de detaillist toch eenzijdig met deze schade te belasten, zijn naar
ons oordeel onredelijk en bovendien in strijd met de letter en geest van de
Europese regelgeving.
Bezwaren heeft Ahold ten aanzien van de Europese ontwerp-richtlijn met
betrekking tot franchisecontracten, aangezien deze de franchisegever onvol
doende ruimte biedt om een uniform consumentenprijsbeleid te voeren.
De Europese ontwerp-richtlijn met betrekking tot gehakt zal naar ons
oordeel een ongewenste beperking in de bereiding en samenstelling van dit
produkt betekenen. De consumptie van gehakt bedraagt in Nederland 20%
van de totale vers vlees consumptie. Wanneer de richtlijn definitief wordt, zal
de verkoopprijs van dit bij de consument populaire produkt een sterke stij
ging vertonen, terwijl de smaak van het produkt er op achteruit zal gaan. Ech
ter ook in het algemeen zullen, als gevolg van deze maatregel, vleesprijzen
hoger worden. Het is teleurstellend dat de Europese Commissie de kritiek
van de kant van het bedrijfsleven tot nog toe volledig naast zich neerlegt.
Ahold blijft streven naar de totstandkoming van een verruiming van de
openingstijden van winkels. Hiermee kan tegemoet worden gekomen aan de
wensen van het toenemende aantal klanten dat na zes uur 's avonds inkopen
wil doen.
Het voorgenomen Nederlandse vestigingsbesluit 'droge' horeca plaatst de
levensmiddelendetailhandel met betrekking tot de verkoopmogelijkheden
van kant-en-klaarmaaltijden, salades en dergelijke, in een nadelige concur
rentiepositie ten opzichte van ondernemers als vakslagers en banketbakkers.
In de zogenaamde Voedingsmiddelenkamer van de nieuwe Adviescom
missie Warenwet is volgens de huidige plannen slechts één plaats ingeruimd
voor de levensmiddelendetailhandel, terwijl de producenten vier zetels toe
gewezen hebben gekregen. Deze verhouding is naar ons oordeel onredelijk,
omdat er tussen producenten en detaillisten uiteenlopende belangen kunnen
zijn, bijvoorbeeld ten aanzien van geïmporteerde produkten. De levensmid
delendetailhandel zou daarom in de Voedingsmiddelenkamer ten minste
twee zetels dienen in te nemen.
Verdere groei marktaandeel
De omzet van de Nederlandse markt voor voedings- en genotmiddelen bleef
in 1987 in geld nagenoeg constant. Aangezien de prijzen gemiddeld met circa
2% daalden, betekende dit een volumestijging in dezelfde orde van grootte.
De prijsdaling hing vooral samen met de lagere koffieprijzen en de onvermin
derd hevige concurrentie.
Kerngegevens Detailhandel Nederland
1987 (1986)
Omzet
Groei in
Vestigingen
Verkoop
Omzet per m2
Full-time
(x fl miljoen)
oppervlakte
x 1.000 m2
equivalenten,
gemiddeld
Albert Heijn
5.951 (5.512)
8,0
433 (430)
319 (307)
f18.300 (17.900)
14.822 (13.315)
Miro
505 -509)
0,9
1313)
38 38)
f 13.000(13.400)
1.266 1.396)
Alberto
140 142)
1,4
8988)
7 7)
f19.500 (20.600)
172 163)
Etos
166 146)
13,7
116(105)
15 14)
f 11.200 (10.800)
513 400)
AH-Franchise
423 324)
21 17)
Overige en diensten
28 24)
2.317 2.354)
Totaal
7.213 (6.657)
8,3
651 (636)
379(366)
19.111 (17.645)