veel scholieren en studenten bevinden die slechts een klein aantal uren per week werken. Van de leeftijdsklassen boven 29 jaar daalde het aandeel. Ten aanzien van de werving van nieuwe medewerkers zijn er in het ver slagjaar aanzienlijke extra inspanningen geleverd. Zo werd in Amsterdam een succesvol verlopen experiment gehouden, gericht op het aantrekken van jongeren. Een dienstverlenende organisatie als Ahold steunt in belangrijke mate op de inzet en betrokkenheid van de medewerkers. Het sociale beleid is er daarom mede op gericht hen optimaal te motiveren. Wij zijn voortdurend actief om de kwaliteit van het management verder te verbeteren. Mede omdat enkele jaren geleden een tekort aan management-potentieel werd voorzien, wordt sinds 1986 een extra budget ter beschikking gesteld om jonge veelbelovende academici aan te trekken. Ten aanzien van de loopbaanontwikkeling spant de onderneming zich in om de medewerkers carrièremogelijkheden te bieden. Hiervoor zijn een goede beoordeling en begeleiding van mensen essentieel. Bij de selectie van leidinggevend personeel zal bij Albert Heijn gebruik worden gemaakt van nieuwe methodes, waarmee nog beter dan voorheen in een vroegtijdig stadium de geschiktheid voor bepaalde functies kan worden beoordeeld. Goede opleidingsprogramma's zijn een belangrijk onderdeel van het sociale beleid. Aan opleidingen werd in 1987 door Ahold in Nederland een bedrag van f 15,2 miljoen besteed. Door 7.600 medewerkers werden één of meer cursussen gevolgd. In de komende jaren zullen de kwaliteit en de kwantiteit van de eigen opleidingen worden verhoogd, aangezien externe opleidingen veelal niet vol doende aansluiten op de behoeften van onze werkmaatschappijen. Binnen Ahold worden de opleidingen steeds minder theoretisch van aard en komt het accent in toenemende mate te liggen op het aanleren van praktische vaar digheden. Wij zijn van oordeel dat goede en gezonde arbeidsomstandigheden zo veel mogelijk moeten worden bevorderd. In het kader van het beleid om te komen tot een optimale decentralisatie past naar onze mening dat de invul ling en uitvoering van de regels van de Wet op de Arbeidsomstandigheden (ARBO) primair bij de verschillende werkmaatschappijen zelf plaatsvinden. In verband met de ingrijpende wijziging van het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid per 1 januari 1987 zijn de bij Ahold reeds vele jaren bestaande suppletieregelingen aangepast. Verder werd een VUT-experiment gestart dat het voor bepaalde werknemers van 60 en 61 jaar mogelijk maakt vrijwillig vervroegd uit te treden. Het ziekteverzuim was in 1987 nagenoeg gelijk aan dat in het voorgaande jaar. Het gemiddelde ziekteverzuim lag iets onder het landelijk gemiddelde, maar tussen de verschillende Ahold-bedrijven traden aanzienlijke verschillen op. De decentralisatie vereist ook een andere invulling van het sociale beleid bin nen de onderneming. In de oude situatie werden gedetailleerde uitgangspun ten gehanteerd die voor alle werkmaatschappijen golden. De grotere eigen verantwoordelijkheid van de werkmaatschappijen maakt het noodzakelijk dat zij de vrijheid hebben binnen zekere grenzen een eigen sociaal beleid te voeren. Het kader hiervoor wordt gevormd door een stelsel van globale regels, de zogenaamde Grondslagen Sociaal Beleid, waaraan het beleid van de verschillende werkmaatschappijen zal worden getoetst. In april werden verkiezingen voor de ondernemingsraden gehouden. Als gevolg van het kiesgroepenstelsel bleek het niet mogelijk alle plaatsen te ver vullen. De Centrale Ondernemingsraad kwam tien maal bijeen. Daarnaast wer den er zeven overlegvergaderingen gehouden. Gespreksonderwerpen waren onder meer de uitvoering van de ARBO-wet, de Grondslagen Sociaal Beleid en de herziening van de concernstructuur. De besprekingen verliepen in een constructieve sfeer.

Jaarverslagen | 1987 | | pagina 17