De current ratio - de verhouding tussen vlottende activa en kortlopende schulden-bedroeg 1,07 tegen 1,27 ultimo 1986. De vrije liquide middelen hadden ultimo 1987 een omvang van f225 miljoen tegen f450 miljoen ultimo 1986. Het in voorraden vastgelegde bedrag daalde van f 659 miljoen tot f 651 miljoen. Evenals voorgaande jaren achten wij de samenstelling van de balans en de daaruit voortvloeiende ratio's bevredigend. Met name de verwerving van het meerderheidsbelang in FNS zal een belangrijk effect hebben op de samenstelling van het totaal vermogen per het einde van het boekjaar 1988. Omdat deze overname uit de aanwezige liquide middelen werd gefinancierd zal de liquiditeitspositie afnemen. Bovendien zal - ten gevolge van de afboeking van betaalde goodwill ten laste van het eigen vermogen - het garantievermogen in relatie tot het balanstotaal dalen. Ondanks de genoemde effecten zullen zowel de liquiditeit als de solvabi liteit zich op een bevredigend niveau handhaven. Voortgaande integratie en decentralisatie Ahold ziet zich geplaatst voor de taak om efficiënt en snel te reageren op ver anderingen in de samenleving. Wij hebben ons daarom ook in 1987 intensief bezig gehouden met het tot stand brengen van een slagvaardiger organisatie. In het verslagjaar werden verdere stappen gezet in het proces van decen tralisatie en integratie. Het doel van de decentralisatie is de bevoegdheden daar te leggen waar ook verantwoordelijkheid voor de resultaten wordt gedra gen. Zodoende wordt bereikt dat op alle niveaus een nog zorgvuldiger af weging van kosten en opbrengsten plaatsvindt. Een uitvloeisel van de decentralisatie is dat de huidige centrale staf- en steundiensten zo veel mogelijk zullen worden ondergebracht bij de verschil lende werkmaatschappijen. Diensten zullen op den duur alleen op centraal niveau gehandhaafd worden waar sprake is van diensten die daar naar hun aard thuishoren of indien decentralisatie tot een onevenredige kostenstijging zal leiden. Integratie kan plaatsvinden waar er één organisatie nagenoeg uitsluitend werkzaam is voor één werkmaatschappij. Dit is met name voor de Distribu tie-organisatie en de Vers Vlees Groep het geval. De distributie bepaalt in toenemende mate het succes van een winkelformule. Een grotere verantwoor delijkheid van de werkmaatschappijen, zoals die voortvloeit uit het decentra lisatieproces, vereist dan ook dat de directies van de werkmaatschappijen directe verantwoordelijkheid voor de distributie krijgen. In het verslagjaar werd de Miro-organisatie verder in die van Albert Heijn geïntegreerd. De winkel-werkmaatschappijen op het gebied van speciaalzaken zijn in 1988 ondergebracht in een aparte organisatie met de naam Speciaalzaken Ahold. Het gaat hierbij in eerste instantie om de ketens Etos, inclusief activiteiten met enkele apothekers, en Alberto. Deze organisatie zal zich bezighouden met de acquisitie, de ontwikkeling en het beheer van speciaalzaken. Personeelsbestand toegenomen Vooral als gevolg van de toename van het verkoopvolume en een verdere ver betering van de dienstverlening is het personeelsbestand opnieuw gestegen. Het gemiddelde aantal werknemers steeg met 12,3% tot 59.070 en op basis van full-time equivalenten met 11,9% tot 35.748. In Nederland telde Ahold in 1987 gemiddeld 40.671 medewerkers; dit bete kende een stijging met 9,6% ten opzichte van 1986; op basis van full-time equivalenten een stijging met 8,6% tot 22.446. De voortgaande groei werd in belangrijke mate veroorzaakt door dezelfde factoren die de afgelopen jaren een rol speelden: de opening van grotere filia len, het hogere verkoopvolume, de grotere aandacht voor dienstverlening en de opening van nieuwe bedieningsafdelingen in bestaande vestigingen. Het aandeel van jongeren (tot 22 jaar) in de personeelsopbouw is in 1987 verder gestegen. Hierbij moet wel worden aangetekend dat zich in deze groep 14 Personeelsbestand, gemiddeld x 1.000 _65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 83 84 85. M l87 Ahold Verenigde Staten Ahold Nederland

Jaarverslagen | 1987 | | pagina 16