Sociaal beleid
Nederland
In vele bedrijfstakken was het belangrijkste
resultaat van de CAO-onderhandelingen dat in
1985 een pas op de plaats werd gemaakt met
betrekking tot verkorting van de werkweek,
teneinde eerst de organisatorische invulling, de effec
ten op de werkgelegenheid en andere consequenties
te analyseren.
Zoals in het voorgaande verslag al werd opgemerkt,
hebben wij gekozen voor een relatief laag tempo van
invoering van arbeidsduurverkorting. Dit sluit aan bij
ons standpunt dat de koopkracht ten minste moet
worden gehandhaafd. Met de vakbonden werden
afspraken gemaakt over een gemiddeld 38-urige
werkweek per 1 januari 1986 voor het kantoor- en dis-
tributiepersoneel en de bedrijfsleiders. Hiermee
wordt ca. 5% arbeidsduurverkorting gerealiseerd.
De verwezenlijking van deze verkorting dient ons
inziens niet op uniforme wijze te geschieden. De
binnen Ahold opererende werkmaatschappijen en
centrale diensten moeten de mogelijkheid hebben
binnen hun rechtspositieregelingen de arbeidsduur
verkorting naar eigen behoeften in te vullen. Deze
flexibiliteit per werkmaatschappij en per werkplek is
onder meer nodig wegens het variërende werkaan
bod, bijvoorbeeld door de wisselende drukte in de
winkels.
Het is inmiddels duidelijk dat het werkelijke effect
van arbeidsduurverkorting op de werkgelegenheid
zeer moeilijk is vast te stellen, gelet op de vele facto
ren die hierbij een rol spelen. De voor het tweede ach
tereenvolgende jaar vrij forse stijging van de werkge
legenheid bij Ahold geeft wel aanleiding voor ons
bedrijf de herbezettingsgraad relatiefhoog in te schat
ten.
De verwachting is dat de arbeidsduur de komende
jaren verder zal worden verkort. Op welk moment de
grens van gemiddeld 38 uur in het algemeen zal wor
den doorbroken, valt thans nog niet te voorzien.
Een probleem bij een verdere verkorting van de
arbeidsduur kan de financiering hiervan worden. De
geringe inflatie biedt onvoldoende compensatiemo
gelijkheden, terwijl de ontwikkeling van bedrijfs
resultaat en produktiviteit bij Ahold in Nederland
eveneens nauwelijks ruimte openlaat.
De medewerkers in Nederland
Verhouding mannen/vrouwen en verdeling naar arbeidstijd
Mannen 49,6% Vrouwen 50,4%
Deeltijd 0-1/3 Deeltijd 1/3 - 4/5 El Volledige banen
Naast arbeidsduur zijn meer zaken in beweging. Op
sociaal vlak gaat het onder andere om een steeds
beter opgeleide generatie, die eigen keuzes wil
maken en een andere kijk heeft op arbeid en vrije tijd.
Op technologisch gebied schrijdt de automatisering
verder voort, hetgeen het werk van velen beïnvloedt.
Daarenboven leiden de veranderde marktverhoudin
gen tot sterkere concurrentie, waardoor opvoering
van de produktiviteit een nog grotere noodzaak
wordt. In de voortdurende strijd om het marktaan
deel neemt - naast de prijs - het belang toe van kwali
teit en klantgerichtheid als concurrentiemiddel.
Al deze veranderingen maken een hoge gemoti
veerdheid van alle mensen in de organisatie zeer
belangrijk.
Ten behoeve van het sociaal beleid in de jaren 1986-
1988 is de bestaande sociale toekomstverkenning
geactualiseerd. Uitgaande van een langzaam doorzet
ten van de trend naar verdere arbeidsduurverkorting
achten wij een grote flexibiliteit van de organisatie
een blijvende noodzaak. Dit heeft betrekking op
zowel de inhoud van functies als op werktijden, con
tracten en beloning. Een probleem kan allengs ont
staan doordat veranderingen op het sociaal-organisa
torische vlak trager verlopen dan de snelle ontwikke
lingen van de informatie-technologie. De noodzake
lijke versterking van de motivatie en betrokkenheid
van de medewerkers kan in de toekomst voorts
belemmerd worden door de toenemende individuali
sering van werkzaamheden. Coördinatie en commu
nicatie vergen derhalve grote aandacht bij de verdere
opmars van de informatie-technologie.
De werkmaatschappijen zullen deze ontwikkelingen
vanuit hun eigen situatie moeten beoordelen en die
nen - nadat de consequenties zijn vastgesteld - met
eigen actieplannen per werkplek te reageren.
Werkgelegenheid
De in 1984 ingezette stijging van de werkgelegenheid
bij Ahold in Nederland heeft zich in het verslagjaar
voortgezet. Los van mutaties door de herstructure
ring van Miro en door overnemingen is het aantal
medewerkers gestegen door een autonome omzet
stijging, door nieuwe filialen, arbeidsduurverkorting
en verhoogde serviceverlening.
Helaas ging de groei van de werkgelegenheid niet
gepaard met produktiviteitsverbetering, terwijl ook
het bedrijfsresultaat in Nederland nauwelijks toe
nam. Dit betekent voor de komende jaren dat toe
name van de werkgelegenheid niet meer gepaard
mag gaan met daling van de produktiviteit.
Het personeelsbestand werd met ruim 400 uitgebreid
door de verwerving van Kok-Ede en Instel. Door de
overname van James Telesuper kwamen er circa 50
medewerkers bij.
Ahold Nederland had in 1985 gemiddeld 35.179
medewerkers tegen gemiddeld 33.296 in het voor
gaande jaar; een stijging met 5,7%. Omgerekend naar
full-time equivalenten bedroeg het aantal arbeids
plaatsen gemiddeld 19.650; dit is 5,6% meer dan in
1984.