Detailhandel
Algemeen
De marktomstandigheden in Nederland
verbeterden in 1985 niet. De totale con
sumptieve bestedingen vertoonden welis
waar enige groei, maar de sector voedings-
en genotmiddelen stabiliseerde zich op het verlaagde
niveau van het voorgaande jaar. In deze stagnerende
markt konden ondernemingen hun afzet uitsluitend
vergroten ten koste van andere.
Onder deze omstandigheden hield de uiterst scherpe
concurrentie aan, zowel ten aanzien van prijs als kwa
liteit, assortiment en service. Dit ging gepaard met
verdere concentratie in de levensmiddelendetailhan
del. Een recent verschijnsel is dat de Nederlandse
detailhandel in levensmiddelen een verdergaand
internationaal karakter krijgt. Zo valt een toene
mende belangstelling van onder meer Westduitse
ondernemingen te constateren, die hun oog richten
op het buitenland, met name ook op Nederland.
Meer dan ooit is het dan ook van belang te beschikken
over krachtige winkelformules en een goede organi
satie voor de exploitatie hiervan. Daarbij is het zaak
de kosten optimaal op de aard van de specifieke for
mules af te stemmen. Automatisering kan een
belangrijk hulpmiddel zijn bij het bereiken van struc
turele kostenbesparingen binnen de distributie.
Toevoegingen aan het assortiment van een super
markt kunnen van strategisch belang zijn en verkla
ren de tendens naar vergroting van de winkelopper
vlakte. Hierbij dient men zich overigens te realiseren
dat assortiments vergroting slechts een relatief gering
aantal nieuwe klanten trekt.
Met bezorgdheid hebben wij kennis genomen van
het door de Staatssecretaris van Financiën bepleite
uniforme BTW-tarief. Invoering hiervan op basis van
de thans bestaande opvattingen zou leiden tot een
verlies aan koopkracht van ongeveer 1%. Gelet op de
ervaringen in de achter ons liggende jaren vrezen wij
dat vermindering van koopkracht wederom in
belangrijke mate ten koste van de detailhandel in voe-
dings- en genotmiddelen zal gaan.
Zorgwekkend vinden wij ook de houding die de over
heid aanneemt ten aanzien van de zgn. kleine crimi
naliteit in de detailhandel. Deze heeft voor een
belangrijk deel betrekking op winkeldiefstal, waarvan
de omvang geschat wordt op een bedrag gelijk aan de
nettowinst van alle Nederlandse winkelbedrijven bij
elkaar. Tien jaar nadat de bedrijfstak daarom heeft
gevraagd, is van een fundamentele aanpak van de
kleine criminaliteit nog geen sprake.
Een ander onderwerp dat sterk in de belangstelling
staat, betreft het eventueel verschuiven van het wet
telijk sluitingstijdstip van winkels van 6 uur naar
7 uur. Daarmee zou gedeeltelijk tegemoet worden
gekomen aan de behoefte tot verruiming van de
koopmogelijkheden. Ahold is voorstander van lan
gere en vooral meer flexibele openingstijden. De hui
dige Winkelsluitingswet miskent bovendien de
opkomst van niet tijd- en plaatsgebonden detailhan
delsvormen als telefonische verkoop en teleshop
ping.
Een technologische ontwikkeling van andere aard,
die ingrijpende gevolgen kan hebben voor de detail
handel, heeft betrekking op elektronisch betalen.
Ahold volgt de ontwikkelingen op dit terrein nauwlet
tend en is onder meer betrokken bij een proef met
plastic betaalkaarten - voorzien van chips en/of mag
neetstrips - die mogelijk begin 1987 zal starten. Ver
wacht wordt dat elektronisch betalen op grote schaal
leidt tot een snellere afhandeling aan de kassa's. Een
vermindering van de hoeveelheid contant geld in de
winkels zou voorts het overvalrisico kunnen beper
ken.
In de Verenigde Staten was in de werkgebieden van
Ahold ook in 1985 sprake van een redelijk gunstige
economische ontwikkeling. De toegenomen koop
kracht ging evenwel gepaard met een onverminderd
felle concurrentie. De Ahold-bedrijven reageerden
slagvaardig op de in de onderscheidene marktgebie
den uiteenlopende omstandigheden, onder meer
door uitbreiding en voortgezette modernisering van
de filialen.
De omzet in de Verenigde Staten is met 8,9% gestegen
tot 1.568 miljoen.
In het verslagjaar is verder gewerkt aan het versterken
van de Nederlandse Ahold-bedrijven, opdat zij ook in
de negentiger jaren een vooraanstaande positie zul
len kunnen innemen. Een centrale plaats in het
beleid vormt het ten minste handhaven en, waar
mogelijk, vergroten van het marktaandeel van de ver
schillende winkelformules. De winkeltypen voeren
daartoe een agressief marketingbeleid, waarin onder
meer wordt gestreefd naar uitbreiding van het aantal
filialen. Ook het vernieuwen van bestaande winkels
krijgt grote aandacht. Door Albert Heijn wordt
bovendien aan steeds meer zelfstandige onderne
mers de mogelijkheid geboden op franchisebasis de
AH-formule te gebruiken.
In de stagnerende Nederlandse markt wisten de
Ahold-detailhandelsbedrijven - inclusief AH-fran-
chise - hun gezamenlijke omzet met 4,5% te vergro
ten tot f 6.315 miljoen.
In het boekjaar zijn de activiteiten van CadaDia over
gedragen aan een Engelse organisatie die reeds
detailhandelsvestigingen in Spanje exploiteerde.
Deze overdracht is geschied omdat schaalvergroting
op korte termijn noodzakelijk was teneinde goede
resultaten te bereiken. Dit heeft plaatsgevonden zon
der consequenties voor de medewerkers.
Albert Hejjn
Albert Heijn kan, ondanks de stagnerende markt, op
een goed jaar terugzien. De filialenomzet is met 7,6%
gestegen tot f5.142 miljoen. Het aandeel van de huis
merken hierin bleef constant. In het verslagjaar
werden 19 winkels geopend en 21 gesloten. Het
totaal aantal vestigingen kwam hierdoor op 426. De
verkoopoppervlakte vertoonde een stijging met
11.828 m2 tot 294.950 m2.
De prijsstelling en de grote zorg voor het assortiment
hebben geleid tot een omzetgroei die het markt-
gemiddelde overtrof. Het marktaandeel is hierdoor
verder toegenomen hetgeen, conform de verwachtin-