Detailhandel Algemeen In 1984 verbeterden de marktomstandigheden in Nederland niet. Door de koopkrachtdaling stag neerde niet alleen de geldomzet in de sector voedings- en genotmiddelen; er is tevens sprake van een forse volumedaling. Deze marktsituatie dwingt de ondernemer tot een uiterst scherpe concurrentie, zowel op het gebied van prijs als van kwaliteit, keuze en service. Als gevolg van de al jaren durende zware concurren tiestrijd voltrekt zich een verdergaande concentratie in de levensmiddelendetailhandel. De winkelvoor zieningen voor de consument gaan daarbij echter niet achteruit. Wel verandert het beeld van de detailhan del. Kleinere, onrendabele winkels worden gesloten, ongeacht of zij deel uitmaken van een grootwinkelbe drijf dan wel eigendom zijn van een zelfstandige. In de werkgebieden van Ahold in de Verenigde Sta ten was in het algemeen sprake van een gunstige eco nomische ontwikkeling. Ook hier is de concurrentie sterk, zodat zeer alert op wijzigende marktomstandig heden moet worden gereageerd. Het is dan ook van belang dat Ahold doorgaat met het uitbreiden en ver nieuwen van het winkelapparaat. De posities die de Ahold-bedrijven thans innemen, zullen bepalend zijn voor de plaats van Ahold in de negentiger jaren. Het beleid is erop gericht het marktaandeel van de verschillende winkelformules ten minste te hand haven en waar mogelijk te vergroten. Hiervoor hante ren de verschillende winkeltypen een agressief marketingbeleid, wordt gestreefd naar uitbreiding van het aantal filialen en wordt grote aandacht geschonken aan vernieuwing van de bestaande winkels. Voorts wordt door Albert Heijn aan een groeiend aantal zelfstandige ondernemers de moge lijkheid geboden via franchising gebruik te maken van de AH-formule. Ondanks de stagnerende markt hebben de Ahold- detailhandelsbedrijven in Nederland hun gezamen lijke afzetvolume kunnen vergroten. De detailhan delsomzet nam met 5,1% toe tot f 5.822 miljoen. De filialenomzet in de Verenigde Staten en Spanje is met 25,3% toegenomen tot f 4.713 miljoen. Wissel koersveranderingen ten opzichte van de gulden heb ben voor 5,2% bijgedragen aan deze stijging. Albert Heijn Het beleid in 1984 was onverminderd gericht op handhaving van de positie als grootste kruidenier in Nederland. Met prijsstelling, speciale aanbiedingen en reclame-ondersteuning werd voortdurend inge speeld op de wensen van de consument. Deze ken merken zich vooral door een grote prijsgevoeligheid, veel aandacht voor kwaliteitsaspecten en een toene mende vraag naar versprodukten. Albert Heijn voert ten behoeve van een concurre rende opstelling al jaren een commercieel beleid waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen dagelijks benodigde levensmiddelen met de prijs als doorslag gevende factor en levensmiddelen met een toege voegde waarde, die zich onderscheiden in artikelen keuze, kwaliteitsniveau en serviceverlening. Ter waarborging en uitbreiding van de positie in de markt heeft Albert Heijn in 1984 een aantal prijsaanpas singen doorgevoerd om het lage-prijzen-image nog verder te versterken. Klantenkring en marktaandeel zijn hierdoor opnieuw toegenomen, zodat thans dagelijks gemiddeld 600.000 klanten hun inkopen doen in de AH-winkels. De filialenomzet is met 7,5% gestegen tot f4.778 mil joen. De omzet in de reeds in 1983 bestaande winkels nam met ongeveer 6,5% toe; de overige groei kwam voort uit nieuwe filialen. Het aandeel van de huismerken in de omzet nam verder toe. Overeenkomstig de planning was het resultaat lager dan in 1983 als gevolg van de hiervoor genoemde beleidsbeslissing inzake prijsaanpassingen. Dank zij een goede kostenbeheersing in het distributie-appa raat en in de filialen bleef het resultaat echter bevre digend. In het verslagjaar werden 13 filialen geopend en 12 gesloten, waardoor het totaal aantal vestigingen op 428 kwam. De verkoopoppervlakte nam toe met 9.491 m2. Onder de nieuwe filialen bevonden zich vijf jeugdfilialen. De in 1982 binnen Albert Heijn geïntegreerde Simon- winkels hebben de bij de integratie gestelde doelstel lingen inzake omzet en resultaat ruimschoots gehaald. Dat geldt ook voor het sociaal beleid met betrekking tot het herplaatsen van de Simon-mede- werkers binnen de Albert Heijn-organisatie. Ten einde slagvaardig te kunnen blijven optreden is verder gegaan met het aanpassen van de op erationele organisatie. De invoering van het zogenaamde Leifo- organisatiemodel in de filialen werd afgerond. Hier door zijn de bedrijfsleiders nog directer betrokken bij de gang van zaken op de winkelvloer. In dit kader wer den voorts sommige taakgebieden van medewerkers verruimd, hetgeen het werk meer inhoud geeft. De operationele organisatie is thans voltooid en bestaat nu uit zes geografische gebieden. De organi satie-opzet is erop gericht om enerzijds als groot winkelbedrijf goed te opereren en anderzijds op lokaal niveau slagvaardig te kunnen reageren op de concurrentie. Nagegaan zal worden of met behulp van scanning- apparatuur verbeterde managementinformatie kan worden verkregen ten einde een betere besturing van goederenstromen, promoties en presentaties moge lijk te maken. Hiertoe zullen 40 filialen, die een repre sentatieve doorsnede vormen van het gehele winkel bestand, met scanningapparaten worden uitgerust. De uitbouw van de franchising van de Albert Heijn- formule verloopt goed. Het aantal zelfstandige onder nemers dat met Albert Heijn een overeenkomst heeft, was eind 1984 gestegen tot 46 (eind 1983: 36). De leveringen in het kader van deze activiteit bedroe gen - op basis van winkelverkoopprijzen - ongeveer f250 miljoen (1983: f160 miljoen).

Jaarverslagen | 1984 | | pagina 15