In het kader van de CAO-onderhandelingen werd
de principe-afspraak gemaakt dat vrijkomende func
ties in sectoren waar een eigen CAO geldt (o.a. dis
tributie en hoofdkantoor) zoveel mogelijk worden
vervuld door jongeren beneden de 23 jaar die nog
niet eerder aan het arbeidsproces hebben deelgeno
men. Deze jongeren worden dan aangenomen voor
maximaal 36 uur per week.
Zoals in het vorige jaarverslag werd vermeld ging in
1982 te Apeldoorn het eerste Albert Heijn-jeugd-
filiaal bij wijze van experiment van start. De erva
ringen waren zodanig positief dat besloten werd het
experiment uit te breiden. In 1983 werden nog vier
jeugdfilialen geopend. Voor de niet-leidinggevende
functies in deze filialen worden in principe werkloze
jongeren onder de 23 jaar aangetrokken.
Ons initiatief heeft ook tot kritiek geleid, omdat ver
ondersteld werd dat het ons vooral om goedkope
arbeidskrachten te doen was. Deze kritiek achten
wij misplaatst, omdat een jeugdfiliaal ook nadelen
met zich brengt die zich in financiële termen laten
vertalen. Het ligt in de bedoeling in 1984 ons beleid
inzake jeugdfilialen voort te zetten, omdat wij
menen dat het een goede zaak is zoveel mogelijk
werkloze jongeren aan werk te helpen.
In dit kader wordt ook onderzocht of er mogelijk
heden zijn om deel te nemen aan een zogenaamd
PEP-project (Praktijk-Ervarings-Plaatsen). De over
heid beoogt met dit plan langdurig werkloze jonge
ren met behoud van uitkering praktijkervaring in
bedrijven te laten opdoen door tijdelijke tewerkstel
ling. De achterliggende gedachte is dat hierdoor
kansen voor deze jongeren om in een vaste baan te
belanden worden vergroot.
In het vorige verslag is melding gemaakt van de tot
standkoming van een nota met betrekking tot de
sociale en organisatorische aspecten van automati
sering. Primaire doelstelling van automatisering bij
Ahold is het verbeteren van de informatievoorzie
ning voor het nemen van beleidsbeslissingen.
De automatisering bij Ahold zal dan ook meer van
invloed zijn op de inhoud van functies dan op 21
bestaande werkgelegenheid. De eventuele invloed
op de werkgelegenheid - die moeilijk kan worden
gekwantificeerd - zal in elk geval een geleidelijk
karakter dragen.
De automatiseringsnota werd in 1983 ingebracht in
het overleg met de Centrale Ondernemingsraad. De
discussie hierover is nog gaande.
Arbeidsvoorwaarden
In overeenstemming met het standpunt van onze
onderneming over de ontwikkeling van de koop
kracht, heeft Ahold gekozen voor een langzamere
invoering van arbeidstijdverkorting en dus voor
'minder inleveren' dan gemiddeld in Nederland.
Met de vakbonden werd overeenstemming bereikt
over de arbeidstijdverkorting in de vorm van roos-
tervrije dagen (2l/i dag in 1983,5 dagen in 1984),
tegen inlevering van 0,44% prijscompensatie per
1 juli 1983 en 1% per 1 januari 1984, alsmede van '/2%
vakantietoeslag per mei 1983.
In 1983 werd bij Ahold een studie aangevangen
naar de wijze waarop in een teruglopende economie
regelingen inzake arbeidsvoorwaarden kunnen wor
den aangepast. Een belangrijke vraag die hierbij
speelt, is of het bedrijfsleven voor zijn medewerkers
en gepensioneerden volledig kan doorgaan met het
huidige systeem van aanvullingen op de sociale
regelingen als de overheid, bijvoorbeeld door ver
laging van de WAO-uitkering, bezuinigingsmaat
regelen in de sociale sfeer gaat treffen. Ook de
Sociaal-Economische Raad houdt zich op verzoek
van de regering met deze problematiek bezig.
Aan de Centrale Ondernemingsraad werd najaar
1983 een herziene versie voorgelegd van de winst-
delingsregeling. De principes van de oude regeling
zijn hierin gehandhaafd, maar aangepast aan gewij
zigde wettelijke bepalingen. Een reactie van de
COR wordt in het lopende jaar tegemoet gezien.
De belangstelling voor 'vervroegd uittreden' neemt
toe mede als gevolg van de groeiende maatschap
pelijke acceptatie. Het deelnamepercentage aan de
VUT-regeling is in 1983 verder gestegen. Het toe
nemend aantal deelnemers betekent een verhoging
van de kosten. Met computermodellen is onder
zocht wat de consequenties zijn van een eventuele
verlaging van de VUT-leeftijd, waarbij onder meer
ook rekening is gehouden met een verhoogde
belangstelling. Hoewel uit de studie nog geen defi
nitieve conclusies zijn getrokken, leert een eerste
analyse dat een belangrijke leeftijdverlaging uit kos
tenoverwegingen niet verantwoord lijkt.
De invoering van de functieclassificatie binnen de
winkelwerkmaatschappijen werd voortgezet. Met de
vakbonden werd overeenstemming bereikt over de
loonconsequenties bij Albert Heijn. Voorstellen
dienaangaande met betrekking tot Alberto en Etos
werden bij de bonden ingediend. Als gevolg van de
inmiddels bij Miro doorgevoerde reorganisaties zal
bij deze werkmaatschappij een nieuw functiestruc- n Personeelsleden
tuuronderzoek worden uitgevoerd. In het kader van Full-time equivalenten
Personeelsbestand Nederland
x 1.000
35
30
25
20
15
10
5
79 80 81 82