Sociaal beleid Nederland Arbeidstijdverkorting Arbeidstijdverkorting in relatie tot het inleveren van loon was in 1983 het belangrijkste sociale thema. Ook bij Ahold kwam dit onderwerp in discussies met de vakbonden en de medewerkers meermalen ter sprake. Daarbij kwam duidelijk naar voren dat, naarmate het een onderneming beter gaat, het des te moeilijker is te accepteren dat verkorting van arbeidstijd gepaard moet gaan met beperkingen in de individuele loonsfeer. Te verwachten is dat arbeidstijdverkorting op den duur een positieve invloed op het aantal arbeids plaatsen zal hebben. Op korte termijn evenwel zul len de effecten niet of nauwelijks zichtbaar zijn. Hier en daar zullen eerst bestaande overcapaciteiten moeten verdwijnen. Daarnaast zijn er factoren, die een drukkend effect op de werkgelegenheid heb ben. Te denken valt onder meer aan op zichzelf gunstige ontwikkelingen zoals een stijging van de arbeidsproduktiviteit of een daling van het ziekte verzuim. Tegenover een pas op langere termijn te verwachten uitbreiding van de werkgelegenheid, staat een direct merkbaar loonoffer. Dit spannings veld maakt het moeilijk bij het personeel acceptatie te vinden voor noodzakelijk geachte maatregelen. In de onderhandelingen met de vakbonden over arbeidstijdverkorting hebben wij het Centraal Akkoord van eind 1982 als uitgangspunt genomen. De daarin geformuleerde doelstellingen zijn ver betering van de rendementen in het bedrijfsleven, handhaving en betere verdeling van bestaande werkgelegenheid, mits dit niet leidt tot kostenver hoging voor de werkgever. Een andere overweging om ook bij Ahold inleve ring van loon te koppelen aan arbeidstijdverkorting is, dat ons arbeidsvoorwaardenpakket niet alleen op de korte, maar ook op de langere termijn verant woord moet zijn. Toezeggingen die gedaan worden in een periode van relatieve voorspoed dienen ook in de toekomst waargemaakt te kunnen worden. Tot slot zal Ahold in de pas moeten blijven lopen met de kostenontwikkeling in de branche als gevolg van arbeidstijdverkorting. Doen wij dit niet dan ver slechtert de concurrentiepositie. Is het concrete effect van arbeidstijdverkorting op de werkgelegenheid moeilijk te schatten, zeker is dat de uitwerking ervan binnen Ahold per werk maatschappij en per werkplek verschillend zal zijn. Mede bepalend zijn namelijk de omvang van het bedrijfsonderdeel en de aard van de werkzaam heden. De situatie in een produktiebedrijf is geheel anders dan in een winkel. Bij het - in overleg met de werkmaatschappijen - uitstippelen van het sociaal beleid heeft de, in het vorige verslag genoemde, sociale toekomstverken ning wederom als uitgangspunt gediend. Deze beleidsgrondslag is geactualiseerd aan de hand van ontwikkelingen in het economisch en sociaal maat schappelijk vlak. Werkgelegenheid De voornaamste doelstelling van het sociaal beleid - behoud van bestaande werkgelegenheid - werd ook in 1983 gerealiseerd. Noodzakelijke reorgani saties, integraties en overdrachten van bedrijfs onderdelen konden vrijwel zonder gedwongen ont slagen worden doorgevoerd. Het aantal medewerkers van Ahold Nederland bedroeg ultimo 1983 31.756; dit is 236 meer dan ultimo 1982. Omgerekend in volledige banen bedraagt het aantal ultimo 1983 18.022, hetgeen 25 minder is dan ultimo 1982. Deze paradoxale ontwik keling wordt veroorzaakt door een relatieve daling van het aantal full-timers ten gunste van het aantal part-timers. Exclusief de werkmaatschappijen Albro Tilburg en APCO, is de werkgelegenheid bij Ahold Nederland in volledige banen met circa 2% geste gen. Deze groei van de werkgelegenheid is vooral het gevolg van de uitbreiding van het aantal filialen en de hogere omzet in 1983. Het verloop van medewerkers, 1/3 of meer van de normale arbeidstijd werkzaam, heeft zich als volgt ontwikkeld (in procenten)*: 1983 1982 1981 Winkels 18,9 20,4 24,2 Produktie** 21,3 20,5 17,3 Distributie 10,7 11,7 14,1 Centrale slagerijen 9,7 11,1 10,7 Kantoren 10,7 11,6 8,2 Ahold gemiddelde 17,4 18,7 20,8 De verdere afname van het verloop is minder sterk geweest dan in de voorgaande jaren. Wij verwach ten dat dit cijfer niet veel verder zal dalen, onver wachte omstandigheden voorbehouden. Met instemming van de vakbonden werden in 1983 meer medewerkers die bij interne reorganisaties waren betrokken, tijdelijk ingezet voor het verrich ten van werkzaamheden op plaatsen waar behoefte bestond aan extra mankracht. Ook in 1983 hebben wij, bij het meehelpen aan de bestrijding van werkloosheid, het accent gelegd op jongeren. Exclusief pensionering, AC Restaurants, APCO en Ostara De verloopcijfers van onze produktiebedrijven worden al enige jaren ver- 1 tekend door het over- Si dragen van onderdelen van deze sector Deeltijd O-1/3 Deeltijd 1/3-4/5 H Volledige banen n De medewerkers in Nederland Verhouding mannen/vrouwen en verdeling naar arbeidstijd Mannen489% Vrouwen51,l% 20,0% 24,5% 12,1% 27,1% 14,5%

Jaarverslagen | 1983 | | pagina 22