22
1980
1981
1982
minimumloon
17,5
15,9
12,5
1-1 Vi x min. loon
53,2
54,3
56,6
U/4-U/2 x min. loon
11,6
12,0
12,8
U/2-U/4 x min. loon
5,9
5,9
6,1
U/4-2 x min. loon
4,1
3,9
3,9
2-2V* x min. loon
2,2
2,6
2,7
2V4-2V2 x min. loon
1,4
1,3
1,4
2V2-23A x min. loon
1,2
1,2
1,1
23A x min. loon en meer
2,9
2,9
2,9
De procentuele opbouw van de loonklassen* bin
nen ons personeelsbestand van 23 jaar en ouder,
heeft de laatste drie jaar de volgende ontwikkeling
doorgemaakt:
Overleg
Bij de onderhandelingen over veranderingen in de
Ahold-organisatie heeft zich een nieuw probleem
voorgedaan. Centrale Ondernemingsraad en vak
bonden meenden ieder de aangewezen gespreks
partner te zijn voor dergelijke situaties. Hierdoor
ontstond een patstelling. Teneinde herhaling te
voorkomen heeft Ahold zich op het standpunt
gesteld dat er duidelijkheid diende te komen over
de taakverdeling tussen ondernemingsraad en
bonden. Dit zal hopelijk leiden tot een contract
waarin - met behoud van wettelijke rechten en
plichten van de ondernemingsraad - wordt vastge
legd in welke situaties de bonden onderhande
lingspartner van Ahold zijn.
Een opmerkelijke gebeurtenis was de aanwijzing
van de Unie BLHP door de bedrijfsleiders binnen
Ahold als hun vertegenwoordiger - naast de
Dienstenbonden - bij onderhandelingen met
Ahold. Na enig verzet van de Dienstenbonden is
overeengekomen dat de Unie BLHP met ingang
van het lopende jaar deelneemt aan overleg waar
bij de rechtspositie van de bedrijfsleiders aan de
orde is.
In 1982 zijn gesprekken gestart tussen de leiding
en de COR-werkgroep Vrouwen-binnen-Ahold.
De COR presenteerde een beleidsnota inzake
knelpunten met betrekking tot de positie van de
vrouw. Een aantal van deze knelpunten zal in 1983
nader worden onderzocht.
Een meer planmatige aanpak van een goed kwali
tatief en kwantitatief personeelbeleid vergt dat op
het gewenste moment de vereiste personeelsinfor
matie beschikbaar is. Daartoe zal in 1983 een Per
soneel Informatie- en Planning Systeem (PIPS) in
gebruik worden genomen.
Begin 1983 is aan de COR informatie over dit sys
teem verstrekt, vooral met het oog op aspecten
van privacybescherming.
Loopbaanbegeleiding en opleidingen
De eerste fase van het opstellen van een functie
formatieplan voor het hoger kader is afgerond.
Van ongeveer 70 medewerkers zijn door het
Directoraat Personeel en Organisatie door middel
van gesprekken met hen de eigen verwachtingen
in kaart gebracht ten aanzien van carrière-ontwik
keling en de beoordeling daarvan door hun supe
rieuren; een en ander afgezet tegen de functie en
mogelijke veranderingen daarin.
Met de werkmaatschappijen is overleg gepleegd
hoe ook daar aansluiting kan worden gevonden bij
dit management development programma.
In het verslagjaar is ook een discussie op gang
gekomen over een verantwoorde begeleiding voor
oudere medewerkers in zwaardere functies, die zij
niet meer kunnen of willen vervullen. Over dit
onderwerp is overlegd met de Vereniging Ahold
Hoger Personeel.
De centrale afdeling Opleidingen houdt zich bezig
met algemene en voortgezette kadervorming, de
begeleiding van kadergroepen, werkoverlegtrai-
ning en het verstrekken van informatie en advies
over bestaande externe cursussen. Voorbereidin
gen werden getroffen voor in 1983 te starten oplei
dingsactiviteiten voor topkader in de vorm van een
financieel-economisch en een automatiseringspro
gramma.
De in het voorgaande verslag aangekondigde
decentralisatie van opleidingsactiviteiten is doorge
voerd. De werkmaatschappijen verzorgen thans
zelf de vaktechnische opleidingen.
Aan opleidingen werd circa f 5,9 miljoen uitgege
ven; 3.100 medewerkers volgden in 1982 een cur
sus.
Gezondheid en Welzijn
Per 1 januari 1983 zijn de eerste overheidsmaatre
gelen van kracht geworden in het kader van de wet
op de Arbeidsomstandigheden (ARBO-wet). Aan
gezien de consequenties al eerder uitvoerig waren
besproken met personeeldiensten en onderne
mingsraden, kon met de nadere uitvoering van de
wet worden begonnen.
De wet zal in eerste instantie van invloed zijn op
het werk van de ondernemingsraden, die een
wezenlijke taak toebedeeld hebben gekregen op
het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn.
Wij achten het daarom van essentieel belang dat
met de ondernemingsraden, die een brugfunctie
vervullen, goede afspraken worden gemaakt.
Het ziekteverzuimpercentage bij Ahold is weder
om teruggelopen.
In de verschillende soorten bedrijven heeft het
verzuim zich als volgt ontwikkeld**:
1980
1981
1982
Winkels
6,8
6,7
6,3
Produktie
12,0
10,0
9,8
Distributie
15,7
14,9
13,6
Centrale slagerijen
13,5
13,6
11,1
Kantoren
6,9
6,4
5,4
Ahold gemiddelde
7,7
7,4
6,9
Landelijk
gemiddelde (CBS)
9,4
8,5
8,2
*De indeling in
loonklassen is gebaseerd
op uurlonen.
Het minimum-uurloon,
afgeleid van het wettelijk
minimum, bedroeg ultimo
1980/10,75, ultimo 1981
fll,ll en ultimo 1982
fll,70
**Exclusief AC Restaurants,
APCO en Ostara