Rekening houdend met de verwachte cash flow over
1981 behoeven hiervoor geen additionele middelen te
worden aangetrokken.
De immateriële activa stegen voornamelijk ten gevol
ge van koersontwikkelingen met 3% en bedroegen
ultimo 1980 f 38 miljoen.
De deelnemingen zijn met 4% toegenomen tot circa
f 35 miljoen.
De post leningen u/g bedroeg ruim f7 miljoen; verge
leken met 1979 een stijging van 30%.
De vlottende activa bedroegen ultimo 1980 f725 mil
joen tegenover f 660 miljoen in 1979, derhalve een
toename van 10%.
De post voorraden is ruim 5% hoger geworden en
bedroeg f 407 miljoen tegenover f 387 miljoen
ultimo 1979. Deze stijging bleef achter bij de prijs
ontwikkeling en de toegenomen omvang der activi
teiten. Ook in de toekomst zal alle aandacht worden
geschonken aan een actief voorraadbeheer.
De vorderingen zijn met 24% opgelopen van f 60 mil
joen naar f 74 miljoen, met name de post handels
debiteuren, die met ruim 42% is gestegen tot f 31 mil
joen. De belangrijkste oorzaak hiervan is het feit dat
Jacques Borel Catering in de consolidatie is opge
nomen.
De liquide middelen stegen met 13,8%. De omvang
was ultimo 1980 f 243 miljoen tegenover f214 miljoen
ultimo 1979. Van dit liquiditeitssaldo dient voor 1980
f 80 miljoen aangemerkt te worden als gebonden geld
middelen in de filialen; voor 1979 bedroeg dit cijfer
f74 miljoen. Tevens dient rekening te worden gehou
den met de omstandigheid dat aan het einde van het
jaar steeds enige vertraging ontstaat in het betalings
verkeer. Deze achterstand is ultimo 1980 geraamd op
f 56 miljoen, terwijl voor 1979 de raming f 42 miljoen
bedroeg. Na correctie van de liquide middelen met
deze twee aspecten is ultimo 1980 het beschikbare
saldo vrije liquide middelen f 107 miljoen tegenover
f98 miljoen ultimo 1979; derhalve ruim 9% meer.
Vermogensstructuur
Het eigen vermogen steeg met f 48,5 miljoen
ofwel 14% tot ruim f 393 miljoen.
Het vreemd vermogen lange termijn nam per saldo
toe met 5,5% tot f 196 miljoen.
Het totale lang ter beschikking staande vermogen be
droeg ultimo 1980 f 589 miljoen, hetgeen in verge
lijking met 1979 een stijging betekende van 11,1%. In
nagenoeg gelijke mate, namelijk 12%, is het vreemd
vermogen korte termijn hoger geworden; dit bedroeg
ultimo 1980 f 661 miljoen. Uiteindelijk steeg het
totaal ter beschikking staande vermogen met 11,7%
tot ruim f 1.250 miljoen.
Het procentuele aandeel van het eigen vermogen in
het totaal vermogen is van 30,8 in 1979 tot 31,4
ultimo 1980 toegenomen. Deze constatering recht
vaardigt de conclusie dat de solvabiliteit verder is ver
beterd. Ook indien rekening wordt gehouden met
rechten en verplichtingen die niet op de balans zijn
vermeld, zoals huurcontracten en arbeidsovereen
komsten, wordt door ons de solvabiliteit als ruim vol
doende beoordeeld.
De current ratio daalde iets vergeleken bij die van
ultimo 1979. In dat jaar bedroeg deze 112%, terwijl
over 1980 dit percentage 110 was. Dit laatste cijfer
wordt door ons nog altijd als zeer bevredigend
beschouwd.
Binnen het vreemd vermogen lange termijn steeg de
post voorzieningen van f 103 tot f 117 miljoen, der
halve 14%. De redenen hiervan waren voornamelijk
de groei van de voorziening voor latente belasting,
alsmede van het egalisatiefonds WIR-premie.
De leningen o/g, vervallende na 1981, daalden met 5%.
De stijging van het kort vermogen met 12% tot
f 661 miljoen houdt verband met die van de omvang
der activiteiten.
23