Sociaal beleid Nederland Het jaar 1980 lijkt een tijdperk te hebben ingeluid van een reeks veranderingen op sociaal gebied. Deze zullen zich weliswaar groten deels zeer geleidelijk voltrekken, maar toch onvermij delijk gevolgen hebben voor het bedrijfsleven en het functioneren van de mensen in organisaties. Wij denken hierbij o.a. aan: - De steeds sterker wordende geluiden, dat uit een hoge werkloosheid en een niet meer groeiende econo mie de consequentie van arbeidstijdverkorting (in ver schillende vormen) getrokken moet worden; - De invloeden die het voortgaande proces van auto matisering kan hebben op organisatie en mensen; - De inhoudelijke veranderingen die zullen optreden in het overleg tussen ondernemingsraden en bedrijfs directies als men meer gewend is geraakt aan het werken met de herziene Wet op de Ondernemings raden; - Verschuiving van materiële naar immateriële zaken. Genoemde veranderingen hebben hun invloed op het personeelbeleid. Werkgelegenheid Het verschijnsel, dat werkgelegenheid een steeds schaarser goed in ons land wordt, begint - hoewel nog in lichte mate - ook in onze organisatie merkbaar te worden. Weliswaar nam het totale aantal medewerkers nog met 0,5% toe, doch deze stijging is toe te schrijven aan de deelname in Jacques Borel Catering. In 1981 kan het personeelsbestand, afhanke lijk van de omzetontwikkeling, een lichte daling ver tonen. Een van de mogelijke benaderingen voor het aanpakken van de werkloosheid is een herverdeling van de werkgelegenheid. Praktisch komt dit erop neer dat de hoeveelheid beschikbare arbeid verdeeld wordt over meer mensen, die daardoor gemiddeld korter gaan werken. Op grond van deze overweging heeft Ahold in oktober/november 1980 bij de CAO-onderhande- lingen een voorstel ingebracht tot verkorting van de arbeidstijd van filiaalleiders, het personeel op het hoofdkantoor en het personeel van de distributie centra. Het voorstel hield in, dat deze circa 3.500 mede werkers - op basis van vrijwilligheid - 50 uur per jaar korter zouden kunnen gaan werken, waarbij zij dan 37V2 uur loon per jaar zouden inleveren. Om deel neming aan de regeling te stimuleren was Ahold bereid de overige 12% uur voor zijn rekening te nemen. De vakbonden hebben dit voorstel afgewezen. Zij konden zich onder meer niet vinden in het aspect van vrijwilligheid en bleven de voorkeur geven aan een 39-urige werkweek voor iedereen. Dit was voor ons niet acceptabel, omdat in dat geval alle kosten voor rekening van de onderneming zouden moeten komen. Zoals in het verslag van vorig jaar is vermeld, stuit deeltijdarbeid voor kaderfuncties op een aantal praktische en psychologische belemmeringen. In dit verband werkt Albro Tilburg mee aan een onderzoek van de universiteit van Leiden, waarin getracht is deze belemmeringen ten aanzien van een aantal functies nader te concretiseren. In 1981 zal elders binnen Ahold over hetzelfde onderwerp nader onderzoek worden gedaan. Een bijdrage aan de herverdeling van werkgele genheid wordt ook geleverd door de regelingen Vrij willig Vervroegd Uittreden (VUT) en Vrijwillige Arbeidstijdverkorting (ATV) voor medewerkers in de detailhandelsbedrijven en op het hoofdkantoor. Met ingang van 1 januari 1981 beperkt de VUT- regeling zich niet meer tot de full-time medewerkers. Ook part-timers, die tussen 1/3 en 4/5 van de normale werktijd werken, kunnen er gebruik van maken. Tot slot hebben we de algemene regeling over verlof voor eigen rekening met enkele basisregels uit gebreid. Onze werkmaatschappijen zullen deze regels gaan gebruiken als zij besluiten de bestaande rege lingen aan te passen. Dit lijkt in Nederland vrijwel de enige en meest praktische manier om tegemoet te komen aan de behoefte tot individualisering van het pakket arbeidsvoorwaarden. Tot deze conclusie zijn we gekomen na bestudering van het zg. cafetariaplan. In dit plan kan de werknemer een gedeelte van zijn salaris naar eigen keus besteden aan een aantal door de organisatie aangeboden alternatieven. Automatisering Evenals veranderingen in het commerciële beleid of de manier van distribueren zal ook de verdergaande automatisering als een actuele en onvermijdelijke technische ontwikkeling van invloed zijn op de Ahold organisatie en de daarin te vervullen functies. Er ontstaan nieuwe taken, andere ondergaan wijzigingen of verdwijnen, terwijl ook aller lei procedures veranderen. Het invoeren van automatisering vraagt niet alleen om technische, maar ook om organisatorische oplossingen. De vrees, dat automatisering met grote snelheid over ons heen zal komen, lijkt derhalve onge grond. Juist wegens de gevolgen voor organisatie en 1980 1979 1978 30.857 30.689 29.342 17.416 17.174 16.787 620,6 589,2 548,9 5,7 5,6 5,4 7,7 7,8 7,9 28,3 31,3 31,2 Enkele personeelsgegevens ultimo Aantal personeelsleden Idem in full-time equivalenten Loonsom inclusief sociale lasten (x f 1 miljoen) Uitgaven voor opleidingen (x f 1 miljoen) Gemiddeld verzuim (in Gemiddeld verloop personeel, 331/3% of meer werkzaam (in Excl. Restaurants en Recreatie 19

Jaarverslagen | 1980 | | pagina 25