kan op den duur leiden tot een zodanige flexibiliteit van het winkelapparaat, dat meer lokale vrijheid op het gebied van prijzen en assortiment mogelijk wordt. In 1980 zijn onder meer voorbereidingen getrof fen voor de aanpassing van de organisatie van de in divisieverband gebundelde detailhandelsbedrijven in Nederland. Als uitvloeisel hiervan is de Divisie Detail handel Nederland per 1 januari 1981 opgeheven. De grote werkmaatschappijen rapporteren in principe sindsdien rechtstreeks aan de Raad van Bestuur; de divisiediensten zijn in concemverband opgenomen. Vooruitzichten De dalende koopkracht zal de eerstvolgende jaren in overwegende mate het patroon van de particuliere bestedingen bepalen. De gevol gen hiervan voor de detailhandel tekenen zich reeds af. Het is begrijpelijk dat de consument tracht een zo groot mogelijk deel van de in welvarender tijden opgebouwde leefwijze in stand te houden. Daardoor wordt aan het prijspeil in toenemende mate een nog groter gewicht toegekend dan we al gewend waren. Het commerciële beleid van onze werkmaat schappijen is of wordt aan deze tendens aangepast. De levering van kwaliteitsgoederen tegen verlaagde prijzen legt uiteraard een druk op onze marges, maar opent in combinatie met een goede dienstverlening ook de mogelijkheid tot vergroting van de klanten kring. Ons beleid is met prioriteit gericht op het hand haven en zo mogelijk versterken van onze marktaan delen. Dit leidt tot lagere marges. Daarnaast staan de resultaten onder druk van de voortgaande kosten stijgingen. De mate waarin wij deze negatieve invloeden kunnen opvangen is van meerdere factoren afhanke lijk. Belangrijk is in hoeverre op de daarvoor in aan merking komende niveaus door creatief ondernemer schap de druk op de marges wordt gecompenseerd door vergroting van het omzetvolume. Van minstens zoveel betekenis is echter een nog scherpere kosten bewaking, waaraan wij in ons beleid eveneens een hoge prioriteit hebben gegeven. Gelet op de inzet, die onze medewerkers altijd hebben getoond, zijn wij echter vol vertrouwen dat de Ahold bedrijven op de gewijzigde economische om standigheden een passend antwoord weten te vinden. In het lopende boekjaar zullen onze investe ringen ongeveer gelijk zijn aan die in 1980. Het investeringsbudget beloopt f 105 miljoen, waarvan f75 miljoen betrekking heeft op Nederland. In dit bedrag is geen rekening gehouden met eventuele acquisities, hoewel wij attent blijven op zich in Nederland en elders voordoende mogelijkheden. Bij de verdere uitbreiding in het buitenland zullen wij ons, bijzondere omstandigheden buiten beschouwing gelaten, vooralsnog concentreren op de Verenigde Staten en Spanje. Omzetvergelijking 1979-I98Ö 1979 1979 1980 1980 Totaal omzet Detailhandel buitenland Overige bedrijven Detailhandel Nederland De teneur van de elders in dit verslag bij de werkmaatschappijen uitgesproken prognoses loopt uiteen. In Nederland zal de omzetgroei zich wel voort zetten, maar op een lager niveau dan de afgelopen jaren. Het resultaat zal echter achterblijven bij 1980. In welke mate dit geschiedt is afhankelijk van het doorwerken van onze versterkt agressieve opstelling, alsmede van het welslagen van een straffer kosten- management. In het buitenland vertrouwen wij op een stijging van omzet en resultaat. De omstandigheden van dit moment maken het moeilijk een uitspraak te doen over de verwachtingen voor 1981. Vooralsnog wordt een totale winst ver wacht, die iets kan achterblijven bij die van 1980. 8

Jaarverslagen | 1980 | | pagina 14