regelingen als introductie van enkele nieuwe rege
lingen.
Aangezien de nota, waarin het plan is neerge
legd, niet meer in 1978 kon worden behandeld, zal
concretere informatie hierover eerst in een volgend
verslag worden opgenomen.
Daarnaast is in het verslagjaar een regeling
ontwikkeld met betrekking tot vervroegde uittreding
van 63- en 64-jarigen.
Ook deze regeling is nog onderwerp van overleg.
Intern en extern overleg/medezeggenschap
Ondernemingsraden
De bedrijfsleiding beschouwt de ondernemings
raad als het forum, waar leiding en mede
werkers over en weer kunnen communiceren
over al datgene wat een effectieve werkwijze en een
goede samenwerking binnen onze onderneming kan
bevorderen.
Het overleg in de ondernemingsraad verschaft
enerzijds de bedrijfsleiding de nodige informatie over
de opvattingen op de 'vloer' en geeft anderzijds de
medewerkers de gelegenheid om kennis te nemen van
de beleidsvoornemens op het niveau van de directie
of de Raad van Bestuur.
Opbouw personeel naar loonklassen in
van het totale personeel van 23 jaar en ouder
en 33'/i% en meer van de normale
arbeidstijd werkzaam. In aantal malen het minimumloon
51.2
18.7
12.9
6.1
3.6
2.6
L3J 1.1
2.5
lx l'A x l'/2 x 13/4X 2x 214 x 2/2 x 23Ax >3 x
Minimum loon per ultimo 1978 fl. 20.675 excl.
vakantietoeslag
Het functioneren van het ondernemingsraads-
overleg dient naar het inzicht van de leiding onder
meer te worden afgemeten aan de volgende criteria:
de mate waarin het overleg, doordat argumenten
van medewerkers worden ingebracht, leidt tot een
betere kwaliteit van de besluitvorming
en/of
de mate waarin het overleg leidt tot een betere
acceptatie en naleving van die besluitvorming, doordat
uitvoerenden zich daarbij meer betrokken gaan voelen.
Het aantal ondernemingsraden bij Ahold groeide
in het verslagjaar van 15 tot 17 doordat de contact
commissies van Alberto en Albert Heijn Grootver
bruik in een ondernemingsraad werden omgezet. Als
gevolg daarvan steeg ook het totale aantal onder
nemingsraadsleden: van 197 tot 217 per eind 1978.
Centraal in het overleg stonden in het verslagjaar
de discussies over het besluit tot het leggen van een
decentraal accent in de onderneming en de conse
quenties daarvan.
Omdat de aandacht zich daarbij logischerwijs toe
spitste op de werksituatie per bedrijfsonderdeel, speel
den deze discussies zich vooral af op het niveau van
de afzonderlijke ondernemingsraden en in mindere
mate op het niveau van de Centrale Ondernemings
raad (COR).
De behandeling van de vraagstukken rond ver
zelfstandiging leidde ertoe, dat zowel de COR als de
ondernemingsraden meer dan tot nu toe gebruikelijk
was, betrokken raakten bij management-proble-
matiek.
De COR vergaderde in het verslagjaar 9 maal.
Verkiezingen in april leidden in juni tot een nieuwe
samenstelling van de COR. Elf nieuwe leden traden
toe, vijftien bestaande leden werden herkozen.
In de COR werd opnieuw aandacht besteed aan de
winstdelingsregeling.
Daarnaast werd in twee extra vergaderingen uit
voerig gediscussieerd over de jaar- en halfjaar-cijfers
en over het sociaal jaarverslag. Andere behandelde
onderwerpen waren onder meer: de functieclassifica
tiesystemen, de verhuiskostenregeling, de opname
van spaargeld na overlijden van een medewerker en
de activiteiten van de bedrijfsgeneeskundige dienst.
Het onderhouden van goede en regelmatige con
tacten mét en het wekken van belangstelling bij de
achterban bleek ook in het verslagjaar een moeilijke
opgave voor de gekozen leden.
Tevens maakte de soms gevoelde discrepantie tussen
spanningen als gevolg van organisatorische wijzigingen
enerzijds en de noodzaak om als bedrijf flexibel en
slagvaardig op ontwikkelingen te reageren anderzijds,
de positie van het OR-lid niet altijd even gemakkelijk.
Ook in 1978 is weer veel aandacht besteed aan de
opleiding van de gekozen leden. Door leden van alle
ondernemingsraden werden cursussen gevolgd bij een
tweetal externe instituten. Daarbij stond zowel het
eigen functioneren als kennisverdieping op het pro
gramma. Bijna alle nieuw gekozen leden bezochten
een driedaagse externe introductiecursus; een
geslaagd experiment dat in 1979 een vervolg krijgt.
Met betrekking tot de consequenties van de
nieuwe wet op de ondernemingsraden - waarin het
overleg tussen leiding en medewerkers is verplaatst
naar de overlegvergadering - merken wij op, dat de
communicatie alleen succesvol kan verlopen, als alle
partijen - leiding en personeel - open staan voor
eikaars argumenten.
9