Financieel/economisch verslag van de Raad van Bestuur Algemene mededelingen Bij de wijziging van onze statuten in 1973 is de mogelijkheid opgenomen tot uitgifte van preferente aandelen door de Raad van Bestuur, onder goedkeu ring van de Raad van Commissarissen. Blijkens de toelichting had deze be paling ten doel bescherming tegen een niet gewenste overname te creëren. In het verslagjaar zijn stappen onder nomen tot oprichting van een stichting waarbij deze preferente aandelen kun nen worden geplaatst. Het bestuur van de Stichting Ahold Continuïteit zal bestaan uit de heren Prof. P. L. Dijk, Drs. J. D. Hooglandt, Dr. J. de Vries, Mr. H. N. Wakkie en bv Trustkantoor Gestor. Terugblik op 1976 De cijfers Vorig jaar schreven wij op deze plaats dat, na een periode van enkele moeilijke jaren, in 1975 het dieptepunt was ge passeerd. Nu kunnen wij méér zeggen: wij hebben het dieptepunt ruimschoots achter ons gelaten. Het jaar 1976 is goed geweest voor Ahold hetgeen blijkt uit de cijfers in dit verslag. De omzet aan derden steeg van f 2.882 miljoen in 1975 tot f 3.394 miljoen in het verslagjaar, een vooruitgang van 17,8%. Volledigheidshalve zij hierbij opgemerkt dat het boekjaar 1976 53 weken telde; een dergelijk langer jaar heeft globaal een invloed van 2%. De omzetstijging was zodanig dat de hogere kosten hierdoor ruimschoots konden worden opgevangen. De pro centuele brutowinstmarges zijn ten opzichte van het vorig boekjaar iets verruimd. De loonkosten, inclusief sociale lasten, namen met 19,2% toe tot een bedrag van f 446.540.000. Dit betekende 13,2% van de omzet in 1976 tegenover 13% van de omzet in 1975. Het exploitatieresultaat voor afschrij vingen steeg van f 82.920.000 in 1975 tot f 99.464.000 in 1976, een stijging van 20%. Het bedrijfsresultaat ging omhoog van f41.325.000 naar f 58.189.000, hetgeen een toeneming van 40,8% inhield. De winst voor belasting nam toe van f 32.583.000 in 1975 tot f 55.244.000 in het verslagjaar. De nettowinst steeg met 59,3% van f 17.928.000 over 1975 naar f28.565.000 over 1976. De groei van de nettowinst met circa 59% is aanzienlijk geringer dan de bijna 80% nettowinststijging van 1975 ten opzichte van 1974. Daarbij dient men te bedenken dat 1974 een zeer zorgelijk jaar is geweest en dat een sterke ver betering vanuit de toen heersende situa tie een dringende vereiste was. Met be hulp van grote inspanningen en met wat wij in ons vorig jaarverslag aan duidden als 'creatief doorploeteren' is het ons gelukt de resultaten nu weer verder te verbeteren. Deze vooruitgang spreekt ook sterk uit de ontwikkeling van de nettowinst als percentage van de omzet. In 1974 hadden wij genoegen moeten nemen met 0,43%. In 1975 steeg dit percentage al tot 0,62% en in 1976 bedroeg dit per centage 0,84%. De rentabiliteit van het eigen vermogen is gestegen van 7,8% in 1975 tot 11,4% in 1976. De rentabiliteit van het totale vermogen ging omhoog van 6,2% in 1975 tot 9% in 1976. De winst per ge woon aandeel van f 20 nominaal steeg van f 8,56 in 1975 tot f 14,24 in 1976. Bij de beoordeling van dit laatste cijfer dient men in het oog te houden dat het aandelenkapitaal is vergroot van f 30.407.000 tot f 39.275.000. Dit ge schiedde door een dividenduitkering van 3%% in aandelen over het boekjaar 1975 en een aandelenbonus van 25% in het najaar van 1976; in beide geval len uit de fiscaal vrije agioreserve. De verantwoording Omzetontwikkeling In de groei van het bestedingspatroon heeft zich over geheel 1976 een zekere verschuiving voorgedaan. Over 1975 konden wij nog melden dat de beste dingen in voedings- en genotmiddelen relatief sterk waren gestegen en die in duurzame consumptiegoederen vrijwel gelijk waren gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar. Het jaar 1976 geeft landelijk een precies omgekeerd beeld. Van elke gulden die in Nederland aan voedings- en genotmiddelen werd uit gegeven, is circa 7 cent bij onze de tailhandelsbedrijven besteed. In het jaar 1976 vertoonde de omzet ontwikkeling in de detailhandel toch een wat merkwaardig verloop. De zeer warme zomer van 1976 zorgde voor hogere omzetten in de sectoren frisdranken, bier en ijs, maar ook voor hoge prijzen van groenten. Voorts leidde deze warmte er toe dat vele con sumenten zo weinig mogelijk tijd in winkels doorbrachten. Een ander bijzonder feit is de terugslag van de omzetstijging sinds het najaar van 1976. In de gehele Nederlandse kruideniersbranche was de omzetstij ging in geld volgens het marktonder zoekbureau A.C. Nielsen in de eerste 9 maanden gemiddeld 13% ten opzichte van het overeenkomstige tijdvak 1975; daarna zakte het stijgingstempo naar 6 a 7%. Dezelfde ontwikkeling heeft zich bij de Detailhandelsgroep Ahold voorgedaan. Overigens heeft deze 4

Jaarverslagen | 1976 | | pagina 8