advies is overgenomen en het beleid werd hieraan aangepast. Wij zijn ons er steeds van bewust dat organisatiewijzigingen voor de betrok ken medewerkers tot persoonlijke zor gen kunnen leiden. Ook in de filialenorganisatie van de detailhandelsgroep is het in 1976 op functie-evaluatie gerichte beleid niet ongemerkt voorbij gegaan. Het bleek dat de functiestructuur bij de verschil lende winkeltypen niet altijd even duidelijk was. De noodzaak van een systematische evaluatie kwam naar voren. Na overleg met de Decom en collega's in de branche is een eerste opdracht voor een onderzoek op dit gebied verstrekt aan een extern advies bureau. Dit heeft reeds geleid tot een eerste fase van een gezamenlijk plan. In de organisatie van de distributie centra zijn de chefsfuncties opnieuw beschreven en gewaardeerd. In de distributiecentra en de centrale slagerijen is een werkclassificatie- onderzoek afgerond. Ongeveer 115 administratieve functies en functies uit het lager en midden kader op het hoofdkantoor zijn op nieuw geëvalueerd, teneinde de groeps indeling op juistheid te toetsen. Omdat een nieuw systeem van functie evaluatie nog niet kon worden in gevoerd heeft de directie van de detail handelsgroep 70 functies van het ho ger kader moeten classificeren volgens de bestaande methode. Daarbij is ge bleken dat diverse aspecten van de huidige procedure als achterhaald moeten worden beschouwd. Onder invloed van de maatschappe lijke ontwikkelingen wordt steeds meer van de personeelleden en vooral van het kader geëist. Wij menen zo veel mogelijk ruimte te moeten geven voor eigen verantwoor delijkheden en bevoegdheden. Dit krijgt onder meer gestalte bij de Albert Heijn filialen ten aanzien van de totale marktbenadering. Een aantal bedrijfsleiders uit de filialen- organisatie, die vonden dat hun be langen onvoldoende via de bestaande organen waren vertegenwoordigd, heeft in 1976 het initiatief genomen tot de oprichting van de Vereniging Bedrijfsleiders Ahold. In hetzelfde jaar nog zijn gesprekken gevoerd met de Decom en met de Vereniging Ahold Hoger Personeel over het mogelijk functioneren van deze vereniging binnen de bestaande overlegorganen. Buitenlandse arbeidskrachten maken geen hoog percentage van ons per- soneelbestand uit, maar vragen wel veel aandacht. Bijvoorbeeld ten aan zien van dienstverband, tijdbesteding, taalproblemen, communicatie en spe ciale arbeidsvoorwaarden. De voorgenomen sluiting van het Turkse woonoord te Zaandam heeft veel stof doen opwaaien. Hoewel na veel gesprekken, binnen en buiten de onderneming, tenslotte is besloten het woonoord toch te laten voortbestaan - maar onder te brengen in een stichting waarin Ahold deelneemt - is de zaak eind 1976 opnieuw in discussie ge komen. Het is niet ondenkbaar dat sluiting toch onvermijdelijk is nu de bewoners zich niet aan overeengeko men afspraken wensen te houden. In 1977 wordt verder gewerkt aan het project 'Distributie Overleg'. Een pro ject waarbij werkoverleg, betere com- nunicatie, samenwerking en beïnvloe ding van de besluitvorming door de medewerkers voorop staan. De ont wikkeling van dit project is zeer boeiend, maar verloopt wat moeizaam. Bij de produktiebedrijven werd in september 1976 een wijziging in de organisatie ingevoerd. Deze wijziging, waarvan ook in het financieel/econo misch gedeelte van dit jaarverslag mel ding is gemaakt, resulteerde in de vor ming van vier onafhankelijk operatio nele eenheden. Voor een goede afstem ming tussen de operationele eenheden onderling is gewerkt aan een systema tische opzet om tot verbetering van de informatiestromen te komen. In het kader van het werkoverleg zijn binnen de kruidenierswareneenheid en de bakkerijen speciale bijeenkomsten gehouden. Hoewel het werkoverleg aarzelend op gang komt en er slechts een bescheiden vooruitgang is geboekt, ervaren de personeelleden het werk overleg als een positieve zaak. Bij Meester Wijhe is uit een enquête gebleken dat de medewerkers daar vol doende mogelijkheden tot overleg zien binnen de bestaande organisatie. Werk overleg zou men daar voorlopig willen beperken tot de eigen werksituatie waarbij het overleg wordt geleid door het kader. In het produktiebedrijf te Zaandam is, in overleg met de leden van de onder nemingsraad, een plan ontwikkeld om ten aanzien van het steeds toenemende ziekteverzuim meer aandacht te be steden aan verzuimpreventie. In dit plan is gekozen voor een sociale be geleiding van de zieke medewerker. De voor dit doel ingestelde begelei dingscommissies bestaan uit een afde lingschef, een personeelchef en een ziektewetrapporteur. Na bijna een jaar functioneren van deze commissies kan nog niet worden gezegd dat het ziekte verzuim is afgenomen. Wel heeft het werk van de commissies geleid tot be tere contacten met zieke medewerkers; hetgeen een reden is om met het werk 44

Jaarverslagen | 1976 | | pagina 48