stijgende loonsom, een druk op ver dere werktijdverkorting - al dan niet individueel - en uitbreiding van het aan tal vakantiedagen specifieke wensen en behoeften van diverse groepen medewerkers zoals full-timers, part timers, jongeren, ouderen, Nederlan ders, buitenlanderswaardoor een ge nuanceerd personeelbeleid nodig is. Afzonderlijk besteden wij hieronder aandacht aan de gebieden waarop onze grondslagen van het personeel beleid betrekking hebbenorganisatie, communicatie en arbeidsverhou dingen; functiebezetting; opleiding; arbeidsvoorwaarden. Tenslotte komen de ondernemingsraden aan de orde. Wij menen dat deze vorm van verslag geving een bijdrage kan leveren aan het toetsen van het beleid aan de prak tijk. Organisatie, communicatie en arbeidsverhoudingen Op concernniveau hebben wij ons door middel van een 300-tal vraag gesprekken met medewerkers een beeld gevormd van de organisatiestructuur en werkwijze in de praktijk. Deze vraaggesprekken dienden ook om tot een betere afbakening van functies in het hoger kader te komen ten behoeve van een latere classificatie van deze functies. inmiddels heeft een eigen projectteam het materiaal van de vraaggesprekken zodanig bewerkt dat wij in 1977 een begin kunnen maken met functie beschrijvingen en een evaluatie van de functies in het hoger kader. In 1976 is ook de topstructuur van ons concern in dit verband opnieuw bezien. Gesprekken over dit onder werp hebben ertoe geleid dat besloten is in principe de voorkeur te geven aan een meer decentrale organisatievorm. Hoe en in welke mate dit uitgangspunt in de praktijk in de organisatiestruc tuur zal doorwerken zal pas in de loop van 1977 blijken. In 1976 is begonnen met een studie van de problematiek rond de oudere medewerker. Deze problematiek komt enerzijds voort uit versnelde organisatieaanpassingen en anderzijds uit veranderingen in de maatschappij die de medewerker beïnvloeden. Het is onze overtuiging dat alleen het geven van extra vrije dagen of uren niet voldoende is. Daarom zal in de komende jaren het beleid ten aanzien van de oudere medewerker steeds meer worden gericht op het begeleiden en inspelen op veranderingen zowel in de organisatie als in de samenleving. Het aantal medewerkers dat volledig arbeidsongeschikt is verklaard en van ons een suppletie ontvangt, is gestegen van 380 in 1975 tot 423 in 1976. Het ziekteverzuim is gestegen. Door- eengenomen waren in het verslagjaar iedere dag circa 1.200 personeelleden ziek tegenover circa 1.000 personeel leden in 1975. Op pagina 52 is een overzicht van het ziekteverzuim ge geven. Deze ontwikkeling heeft er mede toe geleid dat we in 1976 zijn begonnen met een onderzoek naar de oorzaken van het ziekteverzuim. De organisatie en taakverdeling moe ten zo zijn opgesteld dat de doelstel lingen van de onderneming effectief kunnen worden bereikt. Zo werd in dit kader in de Detailhandelsgroep Ahold een procedure ontworpen voor de besluitvorming bij wijziging van de winkelformule of sluiting van filialen; waarbij is vastgelegd dat met de be langen van het personeel reeds in het beginstadium rekening zal worden ge houden. In enkele gevallen zijn ver anderingen op dit gebied nu al volgens deze procedure verlopen, zoals bij het herstructureringsplan winkelvestigin gen Eindhoven. De overdracht van Lita heeft in 1976 veel aandacht van de personeeldienst gevraagd. Tussen Ahold en de in de Decom samenwerkende vakbonden is een sociale overeenkomst afgesloten voor ex-Lita medewerkers. Eén per soneellid moest onvrijwillig worden ontslagen. Om aan te duiden hoeveel werk er in een 'operatie' als die van Lita ging zitten, kan hier worden vermeld dat deze overdracht ongeveer duizend manuren van de personeeldienst heeft gevergd. In het kader van een verdere concen tratie van distributieactiviteiten in Til burg is het dagartikelendistributie- centrum te Rotterdam gesloten; voor 36 medewerkers moest een ontslag vergunning worden aangevraagd en 18 anderen werden overgeplaatst naar Tilburg. Ook de sterk verouderde centrale sla gerij aan de Spijkerkade te Amster dam werd gesloten; er waren herplaat singsmogelijkheden voor alle 30 per soneelleden in de centrale slagerij te Zaandam maar helaas hebben slechts 4 van hen daar gebruik van gemaakt. De voorgenomen beslissing om in de loop van 1976 de verpakking van alle fabriekskaas aan andere onderne mingen over te dragen heeft veel weer stand ondervonden in de betrokken ondernemingsraad. Deze raad advi seerde tenslotte om voor de moeilijk overplaatsbare personeelleden nog maximaal vijf jaar werkgelegenheid in de kaasafdelingen aan te houden; dit 43

Jaarverslagen | 1976 | | pagina 47