Verslag van de Raad van Bestuur Terugblik op 1974 De cijfers Ter inleiding een overzicht van de belang rijkste cijfers. Als men 1974 gaat ver gelijken met 1973 moet men wel bedenken, dat in oktober 1973 verschillende bedrijfs activiteiten van ETOS Coöperatieve Ver- bruiksvereniging U.A. aan het concern werden toegevoegd. De totale geldomzet aan derden steeg over 1974 tot f 2.431 miljoen. Over 1973 was de omzet f 2.067 miljoen. In percentage betekent dit een flinke stijging van 17,6%, exclusief de overgenomen ETOS activi teiten is dit 14,1 Elet winstcijfer biedt helaas een geheel ander beeld. De procentuele brutowinstmarge is ten opzichte van 1973 iets verruimd. Tegen over stijging bij sommige winkeltypen stond daling bij andere. De loonkosten inclusief sociale lasten bedroegen over 1974 f 317.556.000. Ten opzichte van 1973 een stijging van 21,5%. Nu 13,1% van de omzet tegenover vorig jaar 12,6%. Het exploitatieresultaat vóór afschrijvingen steeg tot f 68.369.000. Een vooruitgang ten opzichte van 1973 met 4,4%. Het ex ploitatiesaldo na afschrijvingen daaren tegen zakte met 7,9% van f 30.873.000 tot f 28.423.000. De winst vóór belasting over 1974 bedroeg f 18.844.000. Vorig jaar was dit cijfer f 24.911.000. Vergeleken met 1973 be tekent dit een daling met 24,4%. De netto winst, na belasting, liep terug van f 13.274.000 vorig jaar naar f 10.471.000 over 1974, een daling van 21,1%. In procenten van de omzet viel de netto winst terug van 0,64% naar 0,43%, nog geen halve cent winst op iedere gulden omzet. Van de winst vóór belasting is 44,4% vennootschapsbelasting gereser veerd tegenover 46,7% in 1973. De rentabiliteit van het eigen vermogen reikte tot 5,4%; vorig jaar 7%. Dit cijfer voor het totale vermogen beliep 5,2%; vorig jaar 6%. De winst per aandeel van f 20 nominaal daalde van f 8,48 tot f 6,83. De verantwoording Vanuit 1973 kregen we mee een energie crisis, een verscherpte prijs- en marge beschikking en begin 1974 een jeugdloon explosie. De geluiden over een stagnerende economie werden steeds krachtiger. De crisissfeer sloeg over op de consumenten. Hun prijsgevoeligheid nam toe. Gevolg daarvan was weer een scherpere prijs concurrentie. Pas rond half 1974 stabiliseerde de toestand zich weer wat. De crisissfeer verdween. De overheid liet de prijzen van eetbare waren vrij. De consument volgde in zijn koopgedrag weer iets meer het patroon van voorheen. Alleen de kostenstijgingen - op zich al zorgelijk genoeg, mede gezien de concur rentie - bleven over. Al met al voldoende problemen om er de handen aan vol te hebben en er een slecht resultaat aan over te houden. Maar voor ons was het nog niet genoeg. We zaten midden in een ambitieus pro gramma van basisverbreding. Sinds 1972/ 1973 immers zijn we bewust en versneld de weg van grotere verscheidenheid in geslagen, omdat de Nederlandse consu ment zich in steeds sterkere mate in ver schillende typen ging onderscheiden. We hebben tijdig het gevaar van slechts één wijze van klantenbenadering onderkend. Tijdig de illusie verworpen dat de Albert Heijn formule, als enige, aantrekkelijk genoeg zou zijn voor al die verschillende consumentengroepen. Immers, de een wenst een zeer ruim assortiment; de ander neemt met minder keuze genoegen; som migen willen een gezellig interieuranderen hebben uitsluitend belangstelling voor een lage prijs. We beschikken nu over een ruime ver scheidenheid van winkelvormen in de levensmiddelensector. Daarenboven treden we de consument nu ook tegemoet in ver schillende non food sectoren. Natuurlijk rekenden we er niet op, dat de uitbouw van de in 1972 en 1973 aan gevangen nieuwe activiteiten zonder aan loopverliezen en kinderziektes zouden verlopen. Maar het samenvallen van ons diversificatieprogramma met de vele nega tieve externe invloeden heeft ons toch wel door een dieper dal gevoerd dan waarmede wij rekening hadden gehouden. De dalende trend vanuit 1973 heeft zich gedurende een belangrijk deel van het eerste halfjaar 1974 nog verder naar be neden toe voortgezet. Over dat eerste halfjaar bleef de winst dan ook 45% achter ten opzichte van het winstcijfer over de eerste helft van 1973. Langzaam maar zeker begon daarna het herstel. De winst over het tweede halfjaar lag boven het peil van de vergelijkbare periode in 1973. Hoewel we de problemen nog niet in alle opzichten te boven zijn, kunnen we wel verklaren dat we op de goede weg zijn. Het tweede halfjaar laat dat zien. Onze nieuwe verschijningsvormen ontwikkelen zich hoopgevend. Daarvoor hebben we uiteraard meer moeten doen dan alleen maar afwachten of alles zou gaan lukken. Mede onder druk van genoemde externe factoren zijn het kostenpatroon en de slechtlopende activiteiten aangepakt. De meest opvallende maatregelen willen we hier memoreren. Produktiviteitsonderzoek in de filialen Een grondige doorlichting van detail handelsfilialen ter besparing van arbeids plaatsen door betere afstemming van de personele bezetting op het werk. Dit heeft geleid tot een behoorlijke stijging van de arbeidsproduktiviteit. Overhead waarde analyse Een uitgebreid onderzoek om na te gaan in hoeverre verbeteringen mogelijk zijn in de werkorganisatie van het indirecte, dienstverlenende en administratieve per soneel. Tevens bedoeld om na te gaan in hoeverre op indirecte kosten kon worden bespaard. De in de tweede helft 1974 aangevangen analyses zullen op den duur resulteren in besparingen van enkele mil joenen guldens. Deze operaties op het terrein van arbeids produktiviteit en overhead zijn ingrijpend maar noodzakelijk. Ook het personeel is van het laatste doordrongen. In het hoofd stuk Sociaal beleid gaan we er nog iets nader op in. Naast deze acties zijn we ook op meer specifieke terreinen bezig de kosten te besnoeien. Verpakking, computerappara tuur, en nog veel meer, tot intern papier- verbruik toe. Stoppen van activiteiten Hoewel de omzet in reizen zich gunstig ontwikkelde, zou er volgens onze prog nose pas winst uitkomen in 1977. Maar wij 17

Jaarverslagen | 1974 | | pagina 19