Personeel
De winst vóór rente en belasting steeg per
saldo met slechts f 324.000. Het rendement
op het totale vermogen per ultimo daalde
daardoor tot 9,6% (vorig jaar 10,2%).
Bij de beoordeling van deze slechts geringe
stijging dienen de kostenstijgingen uit hoofde
van doorwerking van de hogere lasten
hoofdkantoor en de ingebruikstelling van
het distributiecentrum in Tilburg in aanmerking
te worden genomen. Deze beide posten gaven
over 1972 een extra druk op de resultaten
van circa f 4 miljoen.
De post betaalde interest daalde, voornamelijk
doordat een bedrag aan uitstaande spaar- en
klantenobligaties werd ingetrokken. De daling
van het winstaandeel klantenobligaties houdt
daar ook verband mede.
Voor vennootschapsbelasting werd dit jaar
in verband met de 'wiebeltax' in verhouding
meer gereserveerd.
In 1972 werd van de winst vóór belasting
gereserveerd 46,7%; in 1971 was dit 45,9%.
De winst vóór belasting is vergeleken met
vorig jaar met f 556.000 gestegen; de winst
na belasting is met f 11.000 gedaald.
Het rendement op het eigen vermogen per
ultimo is gedaald tot 10,4% (vorig jaar 11,3%).
De boekwinst op verkochte panden werd
evenals vorige jaren niet ten gunste van de
exploitatierekening geboekt, maar na aftrek van
vennootschapsbelasting overgeboekt naar
de reserve gerealiseerde waardeverschillen.
De boekwinst was f 900.000, waarvan
f 450.000 naar de reserve gerealiseerde
waardeverschillen werd geboekt.
Personeelssterkte' concern per jaar ultimo
'Exclusief part-timers, die minder dan 15 ui
per week werken
r
'63 '64 '65 '66 '67 '68
>9 70 71 72
18000
16000
14000
12000
10000
8000
6000
4000
2000
De groei van het personeelsbestand,
weergegeven in de grafiek is mede veroorzaakt
door het samengaan met Simon de Wit.
De personeelssamenstelling is de laatste jaren
ingrijpend gewijzigd. Tien jaar geleden was het
nog een uitzondering als een personeelslid
niet een volle werkweek werkzaam was.
In 1972 was het aantal werknemers waar
voor kortere werktijden golden in verhouding
zeer groot.
Deze ontwikkeling is met name in de filiaal
sector aan de gang. In 1963 waren er van de
3.800 personeelsleden in de filiaalsector 8,3%,
die minder dan 80% van de normale werktijd
werkten. In 1972 waren er van de 17.200
personeelsleden in de filiaalsector 37%
een volle werkweek werkzaam, 16% hiervan
15 uur of meer en 47% minder dan 15 uur.
De verdere verkorting van de werktijd en
verruiming van openingstijden werken deze
verschuiving in de hand. Mede daarom zal in
1973 de positie van degenen, die slechts
enkele uren per dag of per week werken,
extra aandacht krijgen. Tevens streven we
naar een beter voorbereid zijn op de in de
toekomst te verwachten ontwikkelingen op
de arbeidsmarkt. Zo verlenen wij dan ook
onze medewerking aan een enquête over
het te verwachten aandeel van gehuwde
vrouwen in het arbeidsproces.
De begeleiding van het toenemend aantal
buitenlandse werknemers in de produktie-
bedrijven, distributiecentra en centrale
slagerijen vraagt onze speciale aandacht.
Ook in 1972 is de aandacht er voortdurend op
gericht geweest om de organisatie- en samen-
werkingspatronen binnen de onderneming
adequaat te houden. De noodzaak hiertoe
wordt door externe en interne factoren bepaald.
De wensen van de klant in het bijzonder,
alsmede de algemene ontwikkelingen op de
markt, vereisen flexibiliteit.
In een grote organisatie kan deze o.a. worden
gevonden in het leggen van bevoegdheden
en verantwoordelijkheden op zo laag mogelijk
niveau.
Voor het horizontale en verticale overleg
dienen dan voorwaarden te worden geschapen
die de voordelen van de totaalomvang
doen behouden. Het werken aan deze
aspecten komt tegelijkertijd ten goede aan de
wensen van de moderne werknemer, die
nieuwe mogelijkheden voor werkoverleg en
ontplooiingskansen kan aangrijpen.
De positieve respons, die binnen de onder
neming ten aanzien van de 'voortdurende
verandering' wordt aangetroffen, kenmerkt de
geest in het bedrijf en is de basis voor succes
in 1972 en in de volgende jaren.
Met de genoemde elementen gaat hand in
hand de eis om ook beoordelingsmethodieken
en beloningssystemen voortdurend aan
modernisering te onderwerpen.
21