Resultatenrekening Hieronder is een overzicht opgenomen van de geconsolideerde winst- en verliesrekening over 1972 en 1971. Ter wille van de vergelijkbaarheid zijn eveneens vermeld de resultaten over 1971 inclusief die van Simon de Wit. Bij de volgende opmerkingen worden dan ook vergeleken het boekjaar 1972 met het boekjaar 1971 inclusief Simon de Wit. Zoals reeds is vermeld steeg de omzet over het boekjaar tot f 1.754 miljoen (vorig jaar f 1.532 miljoen), derhalve met 14,5%. Het exploitatieresultaat steeg met 10% ten opzichte van het vorige boekjaar. Daar de omzet met 14,5% steeg is derhalve het exploitatieresultaat in procenten van de omzet gedaald. Hoewel de procentuele bruto winstmarge iets hoger was dan over het vorige boekjaar, was dit niet voldoende om de kostenstijgingen te compenseren. Met name de loonkostenstijging was zeer hoog. De totale loonkosten, inclusief de wettelijke en vrijwillige sociale lasten, waren over 1972 f 224.100.000 (vorig jaar f 186.900.000). Dit betekent een stijging van 19,9% ten opzichte van vorig boekjaar. In procenten van de omzet stegen de loon kosten tot 12,8% (vorig jaar 12,2%). Bij een gemiddelde prijsstijging van ons assor timent van circa 6,2% betekent dit per eenheid produkt een loonkostenstijging van circa 11 In de loonkostenbedragen zijn begrepen de extra koopsommen, die gestort zijn ter aanpas sing van de pensioenregeling aan het gestegen loonpeil. De zgn. initiale kosten, verbonden aan de voorbereiding en opening van nieuwe filialen, waren dit jaar, mede door een kleiner aantal nieuw geopende filialen, lager dan vorig jaar. In 1972 circa f 4,5 miljoen ten opzichte van 1972 x f1000 1971 x f1000 1971 x f1000 Exploitatieresultaten Afschrijvingen 71.779 30.352 65.213 26.457 57.741 22.589 Deelnemingen (inclusief interest deelnemingen) Ontvangen interest 41.427 2.455 1.725 38.756 2.494 4.033 35.152 2.271 3.883 Resultaat vóór betaalde interest en belastingen Betaalde interest Winstaandeel klantenobligaties Reservering vennootschapsbelasting 45.607 5.884 4.000 16.704 45.283 5.983 4.133 16.137 41.306 5.839 4.133 14.501 19.019 19.030 16.833 Eigen en vreemd vermogen ultimo 474.614 442.741 386.291 Rendement eigen en vreemd vermogen 9,6 10,2 10,7 Eigen vermogen ultimo 183.007 167.163 148.523 Rendement eigen vermogen 10,4 11,3% 11,3 inclusief Simon de Wit exclusief Simon de Wit circa f 5,5 miljoen in 1971 Zoals gebruikelijk werden deze kosten ten laste van het exploitatieresultaat gebracht. Eveneens werden verbouwingskosten, reorganisatiekosten, alsmede betaalde goodwill ten laste van de exploitatierekening gebracht. Ditzelfde geldt voor de zgn. aanvullende bouwkosten ten behoeve van gehuurde panden, voorzover de investeringen hoger waren dan de calculatorische afschrijvingen (dit met uitzondering van Miro-panden). Voorzover bovengenoemde kosten fiscaal ge activeerd dienen te worden is de vooralsnog verschuldigde vennootschapsbelasting eveneens direkt ten laste van de exploitatie rekening gebracht. De hogere kosten met betrekking tot het nieuwe hoofdkantoor kwamen in het boekjaar voor een vol jaar ten laste van de exploitatie. In het vorige boekjaar was dit nog slechts gedeeltelijk het geval. De afschrijvingen, in het jaar van ingebruik stelling naar tijdsgelang berekend, waren f 3.875.000 ofwel 14,6% hoger dan het voor gaande boekjaar. Deze relatief sterke stijging werd veroorzaakt doordat een aantal investeringsprojecten in 1971 eerst tegen het einde van het jaar in gebruik werd gesteld. Het exploitatiesaldo na afschrijvingen is, ver geleken met het vorige boekjaar, 6,9% hoger. In procenten van de omzet daalde het netto resultaat tot 2,36% (vorig jaar 2,53%). Onder deelnemingen zijn opgenomen de ontvangen dividenden van de onroerende goederen maatschappijen ten bedrage van f 930.000 (vorig jaar f 973.000). Een bedrag van f 1.525.000 (vorig jaar f 1.521.000) heeft betrekking op interest wegens voorschotten, voornamelijk ten behoeve van de nv Ceehorn. De post ontvangen interest van derden daalde in vergelijking met vorig jaar aanzienlijk tot f 1.725.000 (vorig jaar f 4.033.000). Dit is het gevolg van de aflossing van een aantal rentegevende vorderingen en een lagere opbrengst van de kasgeldbeleggingen. 20

Jaarverslagen | 1972 | | pagina 22