Detailbedrijf Produktiebedrijven Simon de Wit In het verslagjaar werden 3 S-markten en 4 Nettomarkten geopend, met een gezamenlijke verkoopoppervlakte van 6.040 m2. Door vergroting van een drietal filialen werd de verkoopoppervlakte nogmaals met 1.628 m2 vergroot. Daar tegenover stond de sluiting van 1 S-markt en 5 zelfbedieningszaken. Uiteraard stond 1972 in het teken van de samenwerking binnen het Albert Heijn concern. Voorbereidingen werden getroffen om in 1973 tot een duidelijke eigen marktbenadering te komen. Door een zo goed mogelijke communicatie na te streven inzake het te voeren beleid, zijn de aanvankelijk hier en daar optredende - en overigens veelal begrijpelijke - gevoelens van onzekerheid weggenomen. De in de samenwerkingsovereenkomst vastgelegde harmonisatie van arbeids voorwaarden op basis van die geldende voor het Albert Heijn personeel werd binnen de daarvoor gestelde termijn gerealiseerd. De totale geldomzet van de filialen steeg met circa 20%. Ook hier was de stijging van de omzet in de reeds langer geopende filialen beperkt. Miro In 1972 werden 2 Miro-hypermarkten geopend, namelijk in Leeuwarden (verkoopoppervlakte 4.930 m2) en in Nijmegen (verkoopoppervlakte 5.663 m2). In Assen werd de eerste fase (Miromarkt) van een Miro-hypermarkt (verkoopoppervlakte 1.327 m2) gerealiseerd. In de aanloopperiode was het wenselijk, dat in de eerste twee hypermarkten in Vlissingen en Maastricht, Albert Heijn Supermart bv de levensmiddelenafdeling exploiteerde. In Leeuwarden kon worden begonnen meteen geïntegreerde aanpak. De nadruk werd voorts gelegd op een massale presentatie en scherpe prijsstelling. Gezien het succes van deze gewijzigde Miro-formule, werd deze ook in Nijmegen gehanteerd. Inmiddels is deze opzet ook in de vestigingen in Vlissingen en Maastricht verwezenlijkt. Een begin werd gemaakt met een uitgebreide 'Doe-Het-Zelf' afdeling in Maastricht, Nijmegen en Enschede, waarin op circa 700 m2 een 5.000 artikelen worden uitgebracht. De omzetontwikkeling, mede dankzij de gewijzigde formule, geeft ons het vertrouwen dat deze voor ons nieuwe sector binnen redelijke termijn tot de winst zal kunnen bijdragen. Bij een normale toerekening van overheadkosten waren drie van de vier hypermarkten reeds op het 'break even point' gekomen. Uiteraard hebben de overheadkosten alsmede de initiale kosten met betrekking tot de nieuwe filialen, bij het beperkte aantal filialen nog een negatieve invloed op het exploitatieresultaat. Het fabrieksgebouw in Tilburg, dat na een lo catiestudie werd aangekocht, wordt geleidelijk aan in gebruik genomen. Van de totale oppervlakte van ongeveer 12.000 m2 is circa 8.000 m2 bestemd voor bakkerij en aanverwante afdelingen. Voorlopig is de resterende ruimte bestemd voor opslag gereed produkt. Naast de produktie van gebak voor het zuidelijke deel van Nederland, worden enkele banketartikelen en vlaaien geproduceerd, terwijl in de loop van het eerste halfjaar 1973 de totale produk tie van eigen merk koekjes en biskwie van Zaandam naar Tilburg zal zijn overgebracht. De totale investering bedraagt f 12.000.000. Voor het bij de overplaatsing betrokken personeel is, na overleg met vakbonden en ondernemingsraad, een goede oplossing gevonden. De meesten konden in de bedrijven in Zaandam in een gelijkwaardige functie te werk worden gesteld, waardoor slechts een beperkt aantal personeelsleden naar Tilburg is overgeplaatst. De mechanisatie in de diverse produktie bedrijven werd verder voortgezet. De kwantitatieve produktie ten opzichte van 1971 steeg met ongeveer 6%. De geldomzetten stegen met circa 12%. Met name de omzetstijging in de wijnafdeling was relatief hoog. In 1972 werd aan Simon de Wit-filialen nog slechts op zeer beperkte schaal geleverd. In 1973 zal naar verwachting deze levering worden uitgebreid. Het exploitatieresultaat vóór rente en belasting steeg ten opzichte van 1971 met circa 13%. 18

Jaarverslagen | 1972 | | pagina 20