vergeleken met 1970 circa 4% (1970 t.o.v. 1969 3,5%). De prijsstijging van de groep kruidenierswaren was hoger dan dit gemiddelde. De groep groente en fruit bleef aanzienlijk onder dit gemiddelde. De totale geldomzet in de filialen was over het boekjaar 1971 circa f 1.231 miljoen (vorig jaar f 1.084 miljoen), hetgeen t.o.v. 1970 een stijging van 13,5% is. Evenals in de voorgaande jaren is deze omzetstijging grotendeels te danken aan de in de loop van 1970 en 1971 geopende filialen. Daarnaast staan uiteraard de omzetdalingen wegens het sluiten van een aantal filialen. De omzetgroei in de reeds langer geopende zaken was dit jaar iets lager dan in het voorgaande boekjaar, nl. circa 5% t.o.v. vorig jaar circa 6%. Met name in de zelfbedieningszaken was de groei zeer beperkt. Dit is te verklaren, doordat in vele gevallen eigen en concurrerende supermarkten in de dichte nabijheid zijn gevestigd en ook omdat de veelal te geringe verkoopoppervlakte van deze filialen de verdere groei in de weg staat. Het omzetaandeel van de zelfbedienings zaken is ook dit jaar weer aanzienlijk gedaald. Over 1 971 was dit circa 21 (1970 circa 25%). De daling is een logisch gevolg van het feit, dat er geen nieuwe zelfbedieningszaken meer worden geopend en daarnaast vele sluitingen voorkwamen. De totale omzet, verdeeld naar de hoofdartikelgroepen was als volgt: De relatief geringe stijging van de sector kruidenierswaren/vleeswaren houdt verband met het feit, dat er geen zelfbedienings filialen meer worden geopend, maar wel worden gesloten. In de sector niet-levensmiddelen heeft circa 51% (vorig jaar 50%) betrekking op het zogenaamde non food assortiment. Op onze totale detailhandelsomzet bezien, is de invloed van de Miro-omzet thans uiteraard nog betrekkelijk gering. Ons marktaandeel in de sector van de voedings- en genotmiddelen konden wij ook dit jaar verder verbeteren. Ditzelfde geldt voor ons marktaandeel in de kruidenierswarenbranche. De stijging van het exploitatiesaldo vóór rente en belasting van het detailbedrijf was t.o.v. 1970 zeer beperkt nl. slechts circa 2%. De procentuele netto marge is als gevolg hiervan verder gedaald. Een aantal oorzaken kunnen hier worden genoemd: De zogenaamde initiale kosten verbonden aan de voorbereiding en opening van nieuwe filialen zijn in verband met een groter aantal openingen van nieuwe Supermarts en de opening van de Miro's veel hoger dan vorig jaar. Voorts heeft het voeren van een uitgebreid non food assortiment in de Miro's een aanzienlijke uitbreiding van de overheadkosten nood- 1971 1970 Stijging in t.o.v. 1970 Kruidenierswaren/vleeswaren Groente en fruit Vers vlees Niet-levensmiddelen f 795 miljoen 91 miljoen 135 miljoen 210 miljoen 712 miljoen 77 miljoen 115 miljoen 180 miljoen f 1.231 miljoen f 1.084 miljoen 11,5 18,0 17,5 17,0 13,5 zakelijk gemaakt. Deze uitbreiding drukt vooralsnog op een slechts gering aantal vestigingen. De loonkostenstijging is ver uitgekomen boven de arbeidsproduktiviteitsstijging Bovendien moesten door de sterke stijging van het prijsindexcijfer in het tweede halfjaar alsnog aanzienlijke nabetalingen in de loonsector worden gedaan. Voorts wordt in Nederland enerzijds uitbreiding van de leerplicht bepleit en anderzijds verdere verlaging van de leeftijds grens, waarop het minimumloon wordt uitbetaald. Deze begrijpelijke ontwikkelingen zullen voor de detailhandel, waar immers zeer veel jeugdigen werken, duidelijke stijgingen van de loonkosten tot gevolg hebben. Het is ons gebleken, dat te weinigen zich realiseren, dat hierdoor niet is te ontkomen aan prijsstijgingen. Zoals vorig jaar reeds is gesignaleerd, wordt de aanloopperiode, die nodig is om nieuwe vestigingen op rendabele basis te brengen geleidelijk langer. De in 1971 geopende filialen hebben dan ook in het verstreken boekjaar nauwelijks bijgedragen tot het resultaat. Tenslotte heeft de ingebruikneming van het nieuwe hoofd kantoor tot een aanmerkelijke stijging van de huisvestingskosten geleid. De uitbreiding met een groot aantal filialen heeft grote bedragen gevergd. Ook voor vervangingsinvesteringen in de filiaalsector moesten aanzienlijke bedragen worden besteed. De investering in het nieuwe distributiecentrum in Tilburg bedroeg, inclusief inventarissen etc., circa f 16 miljoen. Ook in de reeds bestaande distributiecentra werden verder investeringen gedaan. In 1971 werd de verkrijgbaarheid van PMC-artikelen vereenvoudigd, o.a. door het afschaffen van de zgn. PMC-cheques. 17

Jaarverslagen | 1971 | | pagina 21