13
Aan de algemene vergadering van aandeelhouders
Op de algemene vergadering van
aandeelhouders, gehouden op 21 mei 1971
werden de heren Prof. Dr. J. Kreiken en
Dr. J. de Vries herbenoemd als commissa
rissen van onze vennootschap.
Volgens het door de Raad van
Commissarissen opgemaakt rooster zijn aan
de beurt van aftreden mevrouw Prof. Drs.
C. W. Visser en de heren Mr. J. Meynen en
Mr. H. N. Wakkie. Zowel mevrouw Visser
als de heer Wakkie zijn herkiesbaar.
De heer Meynen is wegens de gestelde
leeftijdsgrens niet opnieuw benoembaar.
Ter vervulling van de hierdoor ontstane en
de nog bestaande vacature stelt de Raad
van Commissarissen u voor te benoemen de
heer Mr. G. van 't Huil en de heer J. van
der Velden.
De vergadering van houders van
oprichtersaandelen heeft afgezien van een
voordracht, zodat uw vergadering vrij is in
haar keuze.
Op deze plaats willen wij gaarne onze dank
uitspreken aan de aftredende President-
Commissaris, de heer Meynen.
Sedert 17 november 1961 is de heer
Meynen als commissaris aan onze
vennootschap verbonden; op 21 juni 1966
werd hij benoemd tot voorzitter van de
Raad van Commissarissen. Wij hebben in
bijzonder grote mate kunnen profiteren van
zijn deskundige leiding en van zijn
evenwichtig oordeel over de vele problemen,
die in de loop der jaren in onze snel
groeiende onderneming aan de orde kwamen.
Wij zijn ervan overtuigd dat hij met
belangstelling de ontwikkeling van onze
onderneming zal blijven volgen.
De Raad van Commissarissen heeft
inmiddels besloten de heer Dr. J. de Vries
tot voorzitter van de Raad te benoemen.
In het verslagjaar werden wij getroffen door
het verlies van de heer G. Schouten,
directeur van Melkexport Sterovita nv.
In de meer dan twintig jaar, dat hij de
belangen in deze sector van onze onder
neming behartigde, heeft hij grote
waardering van allen verworven. Voor zijn
onmiddellijke medewerkers, maar eveneens
voor zijn afnemers en andere zakelijke
relaties, is zijn overlijden een grote schok
geweest. Onze onderneming heeft in hem
een medewerker van zeer bijzondere
kwaliteiten verloren.
In het verstreken boekjaar vond de nieuwe
structurering, die in het voorgaande verslag
reeds was aangekondigd, haar beslag. De
activiteiten zijn thans ondergebracht in een
aantal, gedeeltelijk nieuw opgerichte,
werkmaatschappijen.
Deze werkmaatschappijen hebben thans nog
de naamloze vennootschap als juridische
vorm. De bedoeling is deze in de loop van
1972 om te zetten in besloten vennoot
schappen. In verband met het nieuwe
ondernemingsrecht dienen ook de statuten
van onze vennootschap te worden
aangepast. Voorstellen daartoe zullen te
zijner tijd aan u worden voorgelegd.
Het boekjaar 1971 is voor onze onder
neming in enkele opzichten een betrekkelijk
moeilijk jaar geweest. De ontwikkeling aan
het loon- en prijzenfront gaf reden tot grote
bezorgdheid. De inflatiespiraal, waarin ons
land dreigt terecht te komen is voor een
evenwichtige ontwikkeling van onze
onderneming niet bevorderlijk.
De loonkostenstijging ging ook in 1971 uit
boven de produktiviteitsverbetering, zodat
doorberekening in de prijzen noodzakelijk
werd. Dit was door verschillende
omstandigheden slechts gedeeltelijk
mogelijk, zodat een druk op de resultaten
is ontstaan. Als gevolg van de sterke stijging
van de kosten van levensonderhoud en het
in meerdere C.A.O.'s en loonregelingen
toegepaste systeem van voor-indexering
met nabetaling moesten alsnog over 1971
belangrijke bedragen worden nabetaald.
De totale geldomzet aan derden (exclusief
PMC) steeg tot f 1.314 miljoen (vorig jaar
f 1.163 miljoen), een verhoging dus van
13%. De winst vóór belastingen was
nagenoeg gelijk aan die van het vorige
boekjaar: 1971 f 31.334.000, 1970
f 31.385.000.
De netto winst na belastingen bedroeg
f 1 6.833.000 (vorig jaar f 1 7.360.000),
hetgeen een daling betekent van 3%.
De netto winst in relatie tot de
omzet daalde tot 1,28% (vorig jaar 1,49%).