Melkbedrijven
Overige activiteiten
De geleidelijke teruggang van de
kwantitatieve omzet zette zich ook
in 1970 verder door.
Ons relatieve aandeel in de totale
levering aan de Amerikaanse strijd
krachten hebben wij behouden. Het
huidige contract loopt tot 1 juli a.s.
De onderhandelingen over een
nieuw jaarcontract zijn gaande.
Het bedrijf in Tripoli (Libië) werd in
de loop van 1970 gesloten. De
daarmee gepaard gaande kosten
konden uit de reeds eerder getroffen
voorzieningen worden bestreden.
Hoewel de kwantitatieve omzet van
het bedrijf te Dordrecht lager was
kon toch nog een redelijk resultaat
worden geboekt, mede dankzij het
feit, dat de afschrijvingen op de
vaste activa, door in het verleden
getroffen extra afschrijvingen,
relatief laag zijn.
N.V. Hermetica, die zich bezighoudt
met export van produkten uit eigen
produktiebedrijven alsmede met
de export van produkten van derden,
boekte bevredigende resultaten.
De afdeling Grootverbruik, die
voornamelijk aan instellingen levert,
boekte een omzetstijging van
circa 18%. De netto resultaten
waren lager dan die over het vorige
boekjaar. De oorzaak hiervan is een
onderbezettingsverlies, doordat een
op verdere omzetgroei berekende
ruimte in het distributiecentrum te
Zaandam in gebruik genomen werd.
In het kader van de op bladzijde 13
genoemde organisatiewijzigingen
wordt deze afdeling ondergebracht
in een aparte naamloze vennoot
schap,
Albert Heijn Grootverbruik N.V.
Samenvatting
De ontwikkelingen op het loon- en
prijzenfront, gepaard gaande met de
prijsmaatregelen van de overheid,
hebben het resultaat over het
verslagjaar 1970 evenals vorig jaar
beïnvloed.
Met name het onverwachte karakter
van de 'f 400 uitkering' heeft tot een
niet voorzienbare druk op de
resultaten geleid.
Een systeem, waarbij de loonkos
tenstijging, die uitgaat boven de
produktiviteitsstijging, niet in het
prijspeil tot uitdrukking mag komen,
leidttot een uitholling van de winst
capaciteit. Dat de overheid bereid is
tot ontheffing, indien de rentabiliteit
lager is dan 7% is daarbij een
schrale troost. Bovendien treffen de
prijsmaatregelen slechts een deel
van het bedrijfsleven.
De ontwikkeling van de exploitatie
resultaten (na afschrijvingen) dient
mede in dit licht te worden gezien.
Hiernaast is een vergelijking
opgenomen van de geconsolideerde
winst- en verliesrekening over 1970
met die van 1969.
Het exploitatieresultaat steeg met
slechts ruim 3%; de totale omzet
met 12,9%. In procenten van de
omzet uitgedrukt is het exploitatie
resultaat derhalve gedaald tot 4,8%
(vorig jaar 5,2%).
Op de oorzaken van deze daling
is in het voorgaande reeds uitvoerig
ingegaan.
De totale loonkosten, inclusief vrij
willige en wettelijke sociale lasten,
stegen over het boekjaar 1970 tot
circa f 135 miljoen
(vorig jaar f113 miljoen).
De initiale kosten, verbonden aan de
voorbereiding en opening van
nieuwe filialen, waren nagenoeg
gelijk aan die over het vorige
boekjaar. In totaal bedroegen deze
kosten circa f4,1 miljoen.
Zoals gewoonlijk zijn deze kosten,
waaronder die van prospecting,
huur leegstaande panden
en openingskosten, geheel ten laste
van het exploitatieresultaat
gebracht.
De pensioenrechten over verstreken
dienstjaren werden wederom aan
gepast aan het gestegen salarispeil.
Ook de ingegane pensioenen
werden verhoogd.
De daarvoor noodzakelijke koop
sommen en voorzieningen waren
hoger dan die in het vorige boekjaar.
Zoals gebruikelijk werden ook in het
verslagjaar alle verbouwingskosten,
reorganisatiekosten, goodwill,
alsmede aanvullende bouwkosten
ten behoeve van nieuw gehuurde
panden direct ten laste van de
exploitatierekening gebracht. Voor
wat de aanvullende bouwkosten
betreft geschiedde dit voorzover de
kosten hoger waren dan de
calculatorische afschrijvingen.
Deze laatste zijn onder het hoofd
afschrijvingen opgenomen.
Voorzover bovengenoemde kosten
fiscaal geactiveerd dienen te wor
den, is de vooralsnog verschuldigde
vennootschapsbelasting eveneens
direct ten laste van de exploitatie
rekening gebracht.
De afschrijvingen, gebaseerd
op de aanschaffingswaarde van de
18