Prae-advies van de raad van commissarissen Hierbij bieden wij u aan de door de Raad van Bestuur opgestelde balans per 31 december 1968, voorzien van een toelichting, alsmede de bijbehorende resultatenrekening 1968. Wij kunnen ons met deze jaarstukken verenigen en stellen u derhalve voor: a de jaarrekening over 1968 goed te keuren en daarmede de Raad van Bestuur voor het door hem gevoerde beheer en de Raad van Commissarissen voor het door hem uitgeoefende toezicht te dechargeren; b het dividend van de gewone aandelen vast te stellen op f 4,20, per gewoon aandeel van f 20 nominaal, waarvan desgewenst f 1 in aandelen, en voorts de winstverdeling vast te stellen volgens het voorstel van de Raad van Bestuur, welk voorstel overeen komstig de statuten is opgemaakt. Volgens een door ons opgemaakt rooster zijn aan de beurt van aftreden de heren mr. J. Meynen, M. P. Voute en mr. H. N. Wakkie. De heer mr. J. Meynen is door de vergadering van houders van oprichters aandelen opnieuw benoemd. De heer M. P. Voute heeft zich niet herkiesbaar gesteld. Wij stellen u voor de heer mr. H. N. Wakkie opnieuw te benoemen. Verder stellen wij u voor tot Commissarissen te benoemen mevrouw prof. C. W. Visser en de heer prof. dr. J. Kreiken. Tevens stellen wij u voor de heer J. van Meer te benoemen tot adjunct-lid van de Raad van Bestuur. De vergadering van houders van oprichters aandelen heeft afgezien van het recht een voordracht op te stellen, zodat de vergadering vrij is in haar keuze. De raad van commissarissen J. Meynen K. H. Gaarlandt M. P. Voüte J. de Vries J. W. de Vries H. N. Wakkie Zaandam, 31 maart 1969 20

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 22