Vooruitzichten o.a. wegens opneming van tegoed Pensioenfonds en enkele deposito s. De post crediteuren etc. is sterk gestegen, nl. met f 19.091.000. Een nadere detaillering volgt hieronder. uit. 1968 uit. 1967 Crediteuren en nog te betalen kosten f60.110.000 f46.067.000 Achterstand in de betalingen per ultimo 14.000.000 7.600.000 Te betalen interest 8.733.000 8.480.000 Te betalen vennootschaps belasting 8.332.000 11.800.000 Winstuitkeringen 6.250.000 4.387.000 f97.425.000 f78.334.000 Evenals in vorige jaren is er per ultimo van het boekjaar bij de betaling van de facturen een tijdelijke achterstand ontstaan, die in de eerste weken van het nieuwe boekjaar weer is ingelopen. Het normale bedrag aan crediteuren en nog te betalen kosten steeg met f 14.043.000. Hiervan is circa f 10.000.000 te verklaren door de andere boekingsmethode. Per saldo is de eigenlijke stijging derhalve beperkt tot circa 7%. De liquide middelen waren per ultimo 1968 zeer ruim. Houden wij rekening met de achterstand in de betalingen (f 14.000.000) en af te lossen deposito's (f 3.500.000), dan is per ultimo 1968 beschikbaar circa f 76.600.000. Hiervan is circa f 12.000.000 blijvend vastgelegd als kasmiddelen filialen etc., zodat resteert circa f 64.600.000 (ultimo 1967 f40.000.000). In het boekjaar 1969 en volgende jaren zullen, gezien het investeringsprogramma, grote bedragen nodig zijn. Voor 1969 wordt gerekend op een uitbreiding van circa 25 supermarts, 5 zelfbedieningszaken, alsmede 2 wegrestaurants. De vervanging en uitbreiding van inventaris in bestaande filialen zal eveneens grote bedragen vragen. In de distributiecentra-sector zal de inrichting van de gereedgekomen uitbreiding te Zaandam tot stand komen. In de productiesector zal een aantal uit- breidings- en vervangingsinvesteringen tot uitvoering worden gebracht. De goedgekeurde projecten die in 1969 tot uitvoering zullen komen, of waarvan met de uitvoering zal worden begonnen, belopen een bedrag van circa f 40.000.000. Daarnaast moet gerekend worden op aanmerkelijke bedragen voor de aankoop van terreinen etc. voor supermarts, die in volgende jaren geopend zullen worden. Hiermede rekening houdend en eveneens met de overloop van 1968, zal naar globale raming in totaal circa f 46.000.000 in 1969 dienen te worden betaald. Hierbij zijn niet inbegrepen de bedragen die nodig zijn voor het distributiecentrum in Zwijndrecht. De plannen worden binnenkort afgerond en de bouw zal waarschijnlijk eind 1969, begin 1970, kunnen beginnen. De liquiditeit in 1969 zal hierdoor waarschijnlijk nog niet beïnvloed worden. De plannen voor het nieuwe hoofdkantoor in Zaandam komen ook in een definitief stadium. Dit gebouw wordt door een institutionele belegger in eigendom verkregen en aan Albert Heijn nv op langdurig huur contract verhuurd. Resumerend kan gesteld worden dat de beschikbare liquide middelen tezamen met de vrijkomende afschrijvingen en in te houden winst voor 1969 nog ruim voldoende zijn. In het komende boekjaar verwachten wij circa 25 supermarts, 5 zelfbedieningszaken en 2 wegrestaurants te kunnen openen. Doordat de omzetten van de in de loop van 1968 geopende zaken in 1969 gedurende het gehele jaar zullen meetellen, verwachten wij dat de totale omzet, mede door de nieuwe zaken in 1969, wederom aanzienlijk zal stijgen. Ook voor 1969 verwachten wij een verdere stijging van de omzetten in de bestaande supermarts en zelfbedieningszaken. Deze stijging van de omzetten zal (exclusief de invloed van het gestegen prijspeil) naar onze verwachting procentueel lager zijn dan in 1968. Doordat verwacht moet worden dat een aantal van de nieuw geopende filialen niet direct aan de winst zullen bijdragen, worden de resultaten daardoor vooralsnog gedrukt. De ontwikkeling van het loon- en kostenpeil is nog een ongewisse factor. Het is nog onzeker of deze kostenstijgingen geheel goedgemaakt kunnen worden door de omzet stijging in de reeds langer geopende zaken. Een nauwlettende bewaking van de kostenontwikkeling is daarom geboden. De invoering van de B.T.W. en de daarmee gepaard gaande stijging van het prijspeil (inclusief B.T.W.) zal tot lagere procentuele bruto winstmarges leiden, daar bij de ombouw van de prijzen de 'centen'-marges in principe gelijk zijn gebleven. Dat de prijsaanpassing niet over de gehele linie direct op 2 januari kon plaatsvinden, is bovendien een nadelige, zij het tijdelijke, factor. Gezien de vele onzekerheden willen wij op dit moment niet verder gaan dan de verwachting uit te spreken, dat de netto winst over 1969 in dezelfde orde van grootte zal liggen als die over 1968. 18

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 20