0,34 0,59 De samenstelling van het kapitaal en de vermogensstructuur blijkt uit de volgende opstelling: (x 1000 guldens) 1968 1967 Mutaties Vast kapitaal Vaste activa Deelnemingen 110.134 13.110 123.244 38 93.204 16.699 109.903 43,5 16.930 ./.3.589 Vlottend kapitaal Effecten Voorraden Vorderingen Liquide middelen Transitoria 39 80.273 21.922 94.117 3.430 199.781 62 169 55.437 19.403 65.575 2.404 142.988 56,5 ./.130 24.836 2.519 28.542 1.026 323.025 100 252.891 100 70.134 Eigen vermogen Diverse voorzieningen Leningen lange termijn Leningen korte termijn Crediteuren etc. 110.492 15.165 52.642 47.301 97.425 34.2 4,7 16.3 14,6 30,2 64.817 10.672 57.148 41.920 78.334 25,6 4,2 22,6 16,6 31 45.675 4.493 ./.4.506 5.381 19.091 323.025 100 252.891 100 70.134 Eigen/vreemd vermogen Eigen vermogen/vast kapitaal 0,52 0,90 Tot en met het boekjaar 1967 werd als voorraad in de filialen opgenomen de zgn. administratieve voorraad. Deze gaf niet de werkelijke voorraad op een zeker moment aan. Wij volgden nl. het systeem dat leveringen, die rechtstreeks door leveranciers aan de filialen verzonden werden, eerst bij afwerking van de facturen op de voorraadrekening geboekt werden. Deze boeking volgt normaliter enige weken na de levering. In verband met de invoering van de B.T.W. hebben wij dit systeem verlaten. Per ultimo 1968 werden alle leveringen die vóór balansdatum verricht zijn, alsnog in het boekjaar geboekt. Hiermee is bereikt, dat de administratieve voorraad in theorie gelijk is aan de werkelijke voorraad. Het zal duidelijk zijn dat daardoor ook de rekening crediteuren hoger is geworden. Indien ultimo 1967 het huidige systeem was toegepast, zouden globaal berekend de boekvoorraden en de rekening crediteuren toen circa f 10.000.000 hoger geweest zijn. Houden wij met deze systeemwijziging rekening, dan is de reële voorraadstijging circa 22%. Bij de beoordeling van de hoogte van de voorraden moet in aanmerking worden genomen, dat naast de voorraden in de filialen en distributiecentra, belangrijke voorraden van grondstoffen en verpakkings materialen door de productiebedrijven worden aangehouden. Verder is er ook een belangrijk bedrag gemoeid met de voorraden ten behoeve van de PMC. De gemiddelde voorraadtermijn, in totaal berekend, is circa 4% week. Ten aanzien van de voorraad in de filialen is dit circa 2 weken. De vorderingen waren per ultimo 1968 f 2.519.000 ofwel circa 13% hoger dan per ultimo 1967. Van het totaalbedrag heeft circa f 5.500.000 betrekking op export debiteuren en f 4.500.000 op verstrekte geldleningen. Het eigen vermogen steeg met f 45.675.000, als volgt gespecificeerd: In te houden winst 1968 f 9.165.000 Overboeking naar gerealiseerde waardeverschillen 240.000 Uitgifte nominaal f 7.959.000 aandelen verminderd met emissiekosten 36.270.000 ~T45.675.000 De voorzieningen stegen in vergelijking met 1967 met f4.493.000. Enige belangrijke posten hiervan zijn een verhoging van de egalisatiereserve pensioen premies, egalisatiereserve onderhoud huurpanden, pensioenreserves etc., alsmede een stijging van de latente belasting verplichtingen. De schulden op lange termijn daalden met f 4.506.000 door aflossing van diverse leningen van f 3.857.000 en aflossing van nominaal f 649.000 spaarobligaties. De leningen op korte termijn stegen met f 5.381.000, grotendeels door stijging van het bedrag der in omloop zijnde spaarzegels en cheques. Overigens was deze stijging dit jaar minder sterk dan in voorgaande jaren. Het saldo spaarfonds personeel steeg met 12%. Begin 1969 zal van het totaal uitstaande bedrag circa f 3.500.000 worden afgelost, 17

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 19