21
36
35
29
beslissende instanties nog onvoldoende de
nieuwe inzichten in de eisen van deze
supermarts met grote verkoopoppervlakten
ingang hebben gevonden.
Bij de planning, opzet en realisatie van nieuwe
winkelcentra wordt reeds terdege in
aanmerking genomen de eisen ten aanzien
van plaats, grootte en indeling van de
warenhuizen. Daarentegen worden de
supermarts vaak nog beschouwd uit het
oogpunt van 'vergrote kruidenierswinkel',
terwijl in de praktijk toch reeds duidelijk is
gebleken, dat de supermart een verschijnings
vorm in de detailhandel is met specifieke
eisen.
Dit onvoldoende rekening houden met de
nieuwe ontwikkelingen leidt er bijvoorbeeld
toe dat - althans in vele gevallen - de
supermart wordt 'weggestopt' in de vorm
van een combinatie met woningen. Dit brengt
niet alleen problemen met zich mee voor de
exploitatie van deze supermarts, maar levert
evenzeer groot ongerief op voor degenen
die erboven, of in de directe omgeving
wonen.
Het toenemend aantal geluidmakende
machines, die voor koeling, luchtverversing en
verwarming nodig zijn, draagt bij tot deze
'buren-problematiek', maar ook en vooral
de noodzakelijke aan- en afvoer van
goederen.
Bovendien laat het zich aanzien dat de sterk
toenemende verkeersintensiteit het nood
zakelijk zal maken de aan- en afvoer in de
nabije toekomst te verplaatsen naar de
nachtelijke uren, waardoor voor de om
wonenden een nieuw facet aan de
geluidshinder zal worden toegevoegd.
In het verstreken jaar is het in Amerika reeds
lang bekende verschijnsel van zgn. discount/
cash and carry-bedrijven (in Duitsland:
Verbrauchermarkte) in ons land verder
doorgedrongen. Uiteraard volgen wij de
ontwikkeling nauwlettend.
Overigens zijn wij van mening dat de zgn.
'witte schuren' - bedrijven in oude gebouwen
met een zeer beperkt assortiment - in deze
vorm een voorbijgaand verschijnsel zullen
zijn. Veelal wordt hier niet voldaan aan
minimumeisen die de consument uiteindelijk
zal stellen.
Ons standpunt inzake de vastgestelde prijzen
van de merkartikelen is onveranderd. Wij
blijven van mening dat hiervoor een zodanige
oplossing gevonden moet worden, dat de
detailhandel meer vrijheid verkrijgt ook via de
prijsstelling van de merkartikelen de voordelen
van bepaalde distributievormen tot uitdrukking
te brengen. Overigens noopt het strakke
standpunt van de leveranciers (en van een
groot gedeelte van de detaillisten) ons tot de
introductie van meer eigen merken, waarbij
wij vrij zijn in de prijsstelling.
De verplichte vakantiesluiting, die nog in vele
gemeenten bestaat, is met name voor de
supermarts een belemmerende factor en
wordt door ons als een discriminatie gevoeld
in vergelijking met warenhuizen, die hier niet
onder plegen te vallen.
Wij vertrouwen erop dat de richtlijnen
dienaangaande spoedig aan de ontwikkeling
van de supermarts zullen worden aangepast.
Ook is meer vrijheid gewenst op het gebied
van de openingstijden der winkels, hetgeen
naar onze mening in het belang van de
consument is, met name van de buitenshuis
werkende vrouw.
De omzet in de filialen is over het boekjaar
1968 f 810.528.000 (vorig jaar f 652.368.000).
Dit betekent een stijging ten opzichte van
1967 van circa 24%. Exclusief de invloed van
de 53ste week is de stijging circa 21% (vorig
jaar 22%).
De gewogen gemiddelde prijsstijging in 1 968
van het door ons gevoerde assortiment is op
circa 2,2% te stellen. Het prijsniveau in
december 1968 was circa 3% hoger dan in
december 1967.
De omzetstijging is grotendeels te danken
aan de omzet van in de loop van 1967 en
1968 nieuw geopende filialen, waartegenover
de sluiting van een aantal bestaande zaken
staat. De omzetstijging in de reeds langer in
bedrijf zijnde filialen was dit jaar procentueel
lager dan in de voorgaande jaren, nl.
gemiddeld 7% tegenover circa 13% in 1967.
Voor de supermarts is dit percentage hoger
dan voor de zelfbedieningszaken. Met name
in de zelfbedieningszaken zijn de mogelijk
heden tot hogere omzetten veelal beperkt,
doordat enerzijds de beschikbare capaciteit te
klein is en anderzijds de concurrentie van
supermarts in de omgeving merkbaar wordt.
Van de omzet 1968 kwam 62% voor rekening
van de supermarts (over 1967 was dit 55%)
en 38% voor rekening van de overige filialen
(over 1967 was dit 45%).
De totaalomzet, verdeeld naar de hoofd-
artikelgroepen, is als volgt:
1968 1967 Stijg, in
t.o.v. 1967
Kruidenierswaren/vleeswaren
Groenten en fruit
Vers vlees
Niet-levensmiddelen
f 551 miljoen
f 57 miljoen
f 77 miljoen
f 125 miljoen
f 810 miljoen
f 456 miljoen
f 42 miljoen
f 57 miljoen
f 97 miljoen
f 652 miljoen
~24
12