9 Aan de algemene vergadering van aandeelhouders De heer M. P. Voute heeft de wens te kennen gegeven op de eerstvolgende jaarvergadering als commissaris van onze vennootschap af te treden. Deze functie vervult de heer Voute sedert 1948, toen onze aandelen voor het eerst op de beurs werden genoteerd. Wij zijn hem zeer dankbaar voor het werk dat hij ten bate van onze vennootschap gedurende 21 jaar heeft verricht. Ten aanzien van de vervulling van deze vacature en de vacature ontstaan door het aftreden van de heer G. Heijn in de laatstgehouden aandeel houdersvergadering, stellen de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur u voor tot commissaris te benoemen mevrouw prof. C. W. Visser en prof. dr. J. Kreiken en tevens te benoemen tot adjunct-lid van de Raad van Bestuur de heer J. van Meer, momenteel directeur van onze vennootschap. In het verstreken boekjaar werd tot omwisseling overgegaan van de uitstaande aandelen van nominaal f 1.000 in stukken van f 20 nominaal, waarbij tevens de gelegenheid werd geboden C.F.-stukken te verkrijgen. Van deze laatste mogelijkheid is op ruime schaal gebruik gemaakt. Door een emissie met voorkeursrecht voor de aandeelhouders werd het nominale geplaatste aandelenkapitaal vergroot met nominaal f 7.755.500. Voorts werden f 203.500 nominaal in aandelen tegen een prijs van f 100 per aandeel van f 20 geplaatst bij een stichting, die deze aandelen op bepaalde voorwaarden aan het personeel ter beschikkinq stelt. In verband met de invoering van de B.T.W. werd besloten het boekjaar 1968 te laten lopen tot 4 januari 1969, zodat het verstreken boekjaar 53 weken telt. Gewoonlijk werken wij met boekjaren van 52 weken, waarbij om de 6 jaren aan het boekjaar één week wordt toegevoegd. Bij de beoordeling van de u voorgelegde gegevens dient u hier wel rekening mee te houden. Globaal kan gesteld worden, dat de resultaten door de verlenging van het boekjaar ca. 2% hoger zijn. De totale geldomzet aan derden (exclusief PMC-omzet) steeg tot f 888.000.000 (vorig jaar f 727.000.000), een stijging derhalve van circa 22%. Indien de omzet van de 53ste week wordt geëlimineerd is de stijging circa 19%. De netto winst over het boekjaar 1968 bedroeg f 15.415.000 (vorig jaar f 13.111.000) Ten opzichte van het resultaat van 1967 betekent dit een verhoging van 17,6%. Indien wij de invloed van de extra week elimineren is de stijging ten opzichte van 1967 circa 15,2%. De netto winst in procenten van de omzet daalde tot 1,74% (vorig jaar 1,80%). In vergelijking met de verwachtingen, uit gesproken in onze tussentijdse mededeling van oktober 1968, zijn de uiteindelijke resultaten hoger. De voornaamste reden hiervan is, dat een aantal investeringsprojecten niet in het boekjaar gereedkwam, waardoor de afschrijvingen lager zijn dan de prognose. De voorbereiding met betrekking tot de invoering van de B.T.W. heeft veel extra werk met zich meegebracht, doordat het calculatiesysteem en de administratieve verwerking daarbij aangepast dienden te worden. Naar onze mening hebben bepaalde voorschriften vereenvoudiging nodig. Met name denken wij hierbij aan de afgifte van facturen in de filialen en de restaurants. Wij zijn van mening dat de forfaitaire teruggaaf- percentages met betrekking tot de zgn. voordruk bepaald aan de lage kant zijn.

Jaarverslagen | 1968 | | pagina 11