alle supermarts met groenten en fruit bevoorraad. Een studie
heeft uitgewezen, dat bij verdere groei van het aantal supermarts
ook elders in het land distributiecentra voor groenten en fruit
zullen moeten worden gesticht.
In ons vorige verslag maakten wij melding van de ingebruik
neming aan het einde van het jaar 1963 van een Centrale Model
Slagerij, waar voor de supermarts in Amsterdam en omgeving
vers vlees wordt bewerkt en voorverpakt. De centrale slagerij
maakt het ons mogelijk voorverpaktvers vlees mede in een aantal
zelfbedieningszaken in Amsterdam en omgeving te verkopen.
Deze verkoop, die bij wijze van proef werd begonnen, heeft tot
nu toe bevredigende resultaten opgeleverd.
Dankzij de hogere winkelomzetten waren de productiebedrijven
beter bezet dan ooit tevoren. Verder mag speciaal de wijn
afdeling genoemd worden, waarvan de kwantitatieve omzet ten
opzichte van 1962 verdubbelde.
In de productiebedrijven en de verpakkingsafdelingen werd
voortgegaan met de vergroting van de capaciteit van bestaande
en het plaatsen van nieuwe machines en installaties.
Aan het einde van het verslagjaar werd een computer in gebruik
gesteld. Voorlopig wordt deze installatie hoofdzakelijk gebruikt
ten dienste van een tijdige en juiste bevoorrading van onze
filialen vanuit het distributiecentrum. Het is onze bedoeling de
computer geleidelijk ook voor andere doeleinden in te schakelen
om de efficiency van de administratie te verhogen en de be
drijfsleiding sneller te voorzien van de noodzakelijke informatie.
De totale geldomzet in de filialen ging, mede tengevolge van de
stijging van het landelijk prijspeil, met circa 22% omhoog. De
stijging van het prijspeil vond voornamelijk plaats in de periode
van november 1963 tot en met april 1964. Het prijspeil van ons
assortiment ging in 1964 met circa 6% omhoog. De netto stijging
van 16% is behalve aan een verdere kwantitatieve omzetver-
hoging in de reeds langer geopende zaken voornamelijk te
danken aan de omzetten van de in 1963 geopende zaken, die in
1964 een vol jaar in bedrijf waren en van de nieuwe vestigingen
in 1964, die gemiddeld 20 weken in bedrijf waren, alsmede aan
de verhoogde omzetten in de tot zelfbedieningszaken verbouw
de filialen.
De kostenstijging in 1964 was zeer groot. Gedeeltelijk was het
mogelijk, voorzover dit toegestaan was, de hogere kosten in de
prijzen door te berekenen. Daarnaast kon door de hogere kwan
titatieve omzetten, waardoor het bedrijf in totaal gezien een
hogere bezettingsgraad had, de kostenverhoging goeddeels op
gevangen worden.
De netto exploitatieresultaten van de reeds langer geopende
filialen waren, hoewel in procenten van de omzet lager, absoluut
gezien iets hoger dan die van vorig jaar.