DETAILBEDRIJF
Tn het verslagjaar herdachten wij het 75-jarig bestaan van het kruideniersbedrijf. Dit jaar
openden wij 7 supermarts en 9 zelfbedieningszaken; in verband hiermede werden 4 zelf
bedieningszaken en 13 bedieningszaken gesloten. Verder werden 11 bedieningszaken om
gebouwd tot zelfbedieningszaken. Per saldo verminderde het aantal vestigingen van A.H.-
filialen derhalve met één. Aan het einde van 1962 beschikten wij over 164 bedieningszaken,
181 zelfbedieningszaken en 18 supermarts.
Bovendien worden door N.V. Hoeve nog 47 broodwinkels in Amsterdam geëxploiteerd.
Ons streven blijft er op gericht zo veel mogelijk de traditionele bedieningszaken om te zetten
in zelfbedieningszaken en waar mogelijk supermarts te vestigen. De ervaring leert, dat de
zelfbedieningswinkels meer dan de bedieningszaken in staat zijn omzetverhogingen te ver
werken en daardoor de voortdurende kostenstijging relatief te beperken. Hierdoor zijn de
netto-marges in de zelfbedieningswinkels hoger dan in de bedieningszaken. De situatie op de
bouwmarkt remt echter bovenvermeld streven. Wij hebben dan ook minder kunnen realiseren
dan de oorspronkelijke plannen aangeven. Uiteraard brengt deze temporisering kosten met
zich, daar projecten, waarin geld is geïnvesteerd, voorlopig geen opbrengst geven.
Mede onder invloed van de stopzetting van het klantenobligatiesysteem was de relatieve
omzetstijging aanvankelijk lager dan vorige jaren.
Na de introductie van de P.M.C. (Premie van de Maand Club), waarbij de klanten, met gebruik
making van het bestaande spaarsysteem, tegen aantrekkelijke prijzen in het bezit kunnen
komen van gebruiksvoorwerpen, trad een aanmerkelijke verbetering op.
In totaal steeg de omzet in de A.H.-filialen met ca. 12£% ten opzichte van vorig jaar.
Evenals in vorige jaren trad er ook in het verslagjaar een verdere stijging van de kosten op.
Niet alleen de stijgende loonkosten, maar ook de kosten van voorbereiding van nieuwe
vestigingen etc. spelen hierbij een rol. Door de politiek van de regering, die er van uit gaat
dat de stijgende loonkosten uit de produktiviteitsverbetering gedekt moeten worden, is het
praktisch niet mogelijk de kostenstijging door margeverbetering goed te maken. Overigens
zou de scherpe concurrentie in deze sector dit onmogelijk maken. Alleen hogere omzetten
per filiaal en per man geven de mogelijkheid de kostenstijging relatief te beperken. In het
verslagjaar zijn wij hierin vrijwel geslaagd, zodat de nettowinst van het kruideniersbedrijf
