MELKBEDRIJVEN "pve kwantitatieve omzetten in de consumptiemelksector waren een fractie hoger dan in het voorgaande jaar. Ons aandeel in de totale Nederlandse consumptiemelkomzet bleef nagenoeg gelijk. Zoals bekend, was het melkverbruik per hoofd van de bevolking de laatste jaren dalende. Deze daling lijkt nu tot stilstand te komen. Tegenover een aanzienlijke stijging van de omzet van flessenmelk en melkprodukten, zoals vla, yoghurt etc., trad een nagenoeg gelijke daling van de verkoop van losse melk op. Deze verschuiving heeft uiteraard ook invloed op de bezetting van de produktieafdelingen, die hierdoor verbeterde. Ook in deze sector stegen de kosten aanzienlijk, voornamelijk door de verbetering van de arbeidsvoorwaarden van het personeel. De door de overheid toegestane verhoging van de bruto-verwerkingsmarge was maar nauwe lijks voldoende om deze kostenverhoging op te vangen en liet geen ruimte voor verbetering van de te lage netto-marge. In 1961 hadden wij in de eerste maanden van het jaar in ons bedrijf te Rotterdam nog te kampen met aanloopmoeilijkheden, die in de loop van dat jaar grotendeels overwonnen werden. De uitkomsten van dit bedrijf zijn dan ook in 1962 vergeleken met 1961 aanzienlijk beter, echter nog niet zodanig, dat met de huidige marges van een bevredigend rendement op het geïnves teerde vermogen kan worden gesproken. Het bedrijf te Breukelen, dat voornamelijk gespecialiseerd is in de produktie van koffiemelk, kon de omzet ook in 1962 weer vergroten, echter met voor dit bedrijf aanzienlijke reclame uitgaven. Recapitulerend kunnen wij vermelden, dat de totale uitkomsten van de bedrijven met afzet op de Nederlandse markt, voornamelijk door betere uitkomsten van het bedrijf in Rotterdam, hoger waren dan vorig jaar, hoewel het netto-rendement laag blijft. De resultaten van de bedrijven in Dordrecht, Tripoli en Casablanca, die consumptiemelk afleveren aan het Amerikaanse leger en de Amerikaanse luchtmacht, waren ook in 1962 bevredigend.

Jaarverslagen | 1962 | | pagina 10