Melkbedrijven Restaurant bedrijven Het is verheugend, dat de Overheid oog heeft voor de eisen van de moderne ontwikkeling van het levens- middelenbedrijf, zoals blijkt uit het gepubliceerde ontwerp „Vestigingsbesluit levensmiddelenbedrijven 1958". In dit ontwerp is zeker nog niet tegemoetgekomen aan alle wensen die gesteld mogen worden ten behoeve van deze moderne vorm, doch erkenning van de noodzaak tot wijziging van de wetgeving stemt tot voldoening. Aan de moeilijkheden die de vleeskeuringswet een efficiënte bedrijfsvoering in de weg legt is nog niet tegemoetgekomen, doch wij mogen hopen dat nader overleg terzake tussen de overheid en het bedrijfsleven ook hier een goede oplossing zal opleveren. De ontspanning die in de arbeidsmarkt in de loop van het jaar 1957 optrad stelde ons in staat de fabrieken weder volledig te bezetten; in de winkels bleef evenwel, vooral in de grote steden, het tekort aan geschoold personeel pijnlijk merkbaar. Door uitbreiding van onze opleidings-apparatuur wordt in toenemende mate getracht in dit euvel te voorzien. Het spaarsysteem voor onze klanten blijft zeer gewaardeerd, zoals blijkt uit het grote aantal spaarders, dat zowel in absolute cijfers als relatief bleef toenemen. Houders van onze winstdelende klantenobligaties zullen bij het voorgestelde dividend weder een rente van 7% maken. Het resultaat van de kruideniersbedrijven bleef achter bij dat van het vorige jaar, ofschoon gedurende de laatste maanden door de belangrijke omzetverhoging die toen werd bereikt, een deel van de achterstand is ingelopen. De omzetten van de consumptiemelkbedrijven hebben zich gedurende het jaar 1957 rustig ontwikkeld, zonder grote schokken. Op sommige plaatsen is een geringe vermindering van het verbruik merkbaar, als gevolg van de hogere melkprijzen, op andere plaatsen is deze invloed vrijwel gecompenseerd door uitbreiding van de bevolking. De door de overheid vastgestelde verwerkingsmarge, die, zoals reeds vermeld in ons vorige jaarverslag, door de gestegen kosten te laag was geworden, is ten dele verbeterd. Voor de sterk gestegen afvoerkosten is de marge evenwel nog zeer onvoldoende. Ook de marge voor de melk-detailhandelaren is kennelijk te laag. Op enkele plaatsen heeft dit geleid tot een begrijpelijk, doch onaanvaardbaar streven van de organisaties der slijters, kortingen te bedingen van de verwerkingsbedrijven. Een gezonde ontwikkeling van het melkbedrijf wordt door een en ander be moeilijkt. Te Rotterdam is een aanvang gemaakt met de bouw van een centrale fabriek, ter vervanging van verouderende fabrieken in ons zuidelijk verzorgingsgebied. De hiervoor nodige investeringen zijn zeer hoog, doch verwacht mag worden dat door meer efficiënte produktie compensatie kan worden gevonden. De beëindiging van de produktie van gecondenseerde melk in Breukelen, waarvan in ons vorige verslag melding gemaakt werd, gevolgd door omstelling op andere produkten, heeft financieel gunstig gewerkt. Ten opzichte van de geïnvesteerde bedragen stellen de resultaten van de melkbedrijven teleur. In ons vorige verslag was sprake van moeilijkheden in ons bedrijf te Casablanca. Deze hebben er toe geleid, dat de fabriek zelfs gedurende enkele maanden gesloten is geweest, doch de moeilijkheden zijn opgelost en de produktie is weder hervat. De inkomsten waren toen weder normaal, zodat het jaar 1957 toch met een batig saldo kon worden afgesloten. Ook de inrichting in Tripolis heeft goed gewerkt zodat een behoorlijk resultaat werd geboekt. De export van verse melk bleef zich bevredigend ontwikkelen. De omzetten van onze bedrijven bleven op een goed peil gehandhaafd, al was in de samenstelling van de omzet enige invloed van de bestedingsbeperking merkbaar. De resultaten waren iets minder gunstig dan in het voorafgaande jaar, doch konden ook nu bevredigend worden genoemd.

Jaarverslagen | 1957 | | pagina 8