VERSLAG OVER HET BOEKJAAR IQ52
Aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Ter voldoening aan het bepaalde in art. 22 sub 2a der Statuten, hebben wij de eer u hierbij
verslag uit te brengen over de gang van zaken in onze vennootschap in het boekjaar 1952.
Zoals gebruikelijk worden u de balans en de verlies- en winstrekening hierbij in geconsoli
deerde vorm overgelegd. Hieraan voegen wij toe de voorgeschreven toelichting, vermeldende naar
welke maatstaven de onroerende en roerende zaken der vennootschap zijn gewaardeerd.
Het kapitaal van de vennootschap is in 1952 nog toegenomen met een bedrag van 3.000,
nominaal, hetgeen verband hield met de afwikkeling van het over 1950 gedeclareerde stock-dividend.
De belangrijke vermindering van de rekening „Assurantie Eigen Risico" houdt verband met
het onderbrengen van pensioenverplichtingen voor hoger personeel bij de N.V. Pensioenfonds Albert
Heijn te Zaandam, hetgeen gewenst was door het inwerking treden van de Pensioen- en Spaar
fond swet.
Het aantal verkoopplaatsen nam wederom toe; het machinepark werd verder gemoderniseerd
en het productievermogen vergroot, waardoor de vaste activa opnieuw uitbreiding ondergingen. De
investeringen uit dien hoofde konden ruimschoots bestreden worden uit de afschrijvingen die blij
kens de verlies- en winstrekening over het jaar 1952 hebben bedragen 3.202.750,42, tegenover
het voorafgaande jaar 3.257.266,48.
Ook dit jaar werden weder extra afschrijvingen toegepast.
Onder „Crediteuren" zijn alle verplichtingen opgenomen uit hoofde van belastingschulden,
met inbegrip van belastingen over fiscaal vervroegde afschrijvingen.
Vrij grote voorraden en belangrijke vorderingen per 31 December 1952 staan in rechtstreeks
verband met nog lopende en reeds geëffectueerde grote exportorders.
Na aftrek van de genoemde afschrijvingen bedraagt het netto-winstsaldo 2.028.031,28,
tegenover in het vorige jaar 2.262.475,20. De resultaten van alle vennootschappen, in het kapi
taal waarvan Albert Heijn N.V. heeft deelgenomen, zijn in dit bedrag verwerkt.
De omzetten overtroffen die van het vorige jaar. Deze stijging zette zich in de eerste maanden
van het nieuwe jaar voort.
Ondanks deze stijging waren de resultaten van het kruideniersbedrijf minder bevredigend dan
in de voorgaande jaren. De versmalling van de bruto-winstmarge kon ditmaal niet geheel worden
opgevangen door de procentuele daling van de kosten die gevolg was van de omzet-toeneming.
Hierbij dient evenwel in aanmerking te worden genomen, dat in 1952 de prijzen een daling
hebben ondergaan, hetgeen aanleiding gaf tot verliezen op voorraden.
In 1950 werd gereserveerd tegen schijnwinsten, blijkens ons verslag over dat jaar. De verliezen
die thans geleden werden op voorraden zijn geheel ten laste van het jaar 1952 geboekt, zodat de
gevormde reserve intact kon worden gelaten.