achtergronden Bastiaan van Loon rosrammaman nieuwe werkwijze. Differentiatie is daarbij het sleutelwoord, en het is dus niet vreemd dat Désirée Boonman, differentiatiemanager bij Formule Management, de regie voert: 'Iedereen heeft eigenlijk een ander idee over wat differentiatie precies is. Maar het gaat erom dat we het verschil maken door meer rekening te houden met de locatie van een winkel en de klanten die er boodschappen doen. Om te beginnen hebben we daarom relevante klant en locatiekenmerken gekoppeld aan de winkels. We weten bijvoorbeeld per winkel hoeveel jonge alleenstaanden, gezinnen met kinderen of senioren er komen winkelen. Ook weten we welke inkomensgroepen er vertegen woordigd zijn, en of er bijvoorbeeld veel nieuwe Nederlanders in de omge ving wonen. Daarnaast kijken we of er een school of een drukbezochte bushalte in de buurt is.' Al met al heeft het differentiatieteam op het hoofdkantoor zo'n 50 kenmerken gekoppeld aan de winkels en daar nieuwe modellen voor ontwikkeld. Hierdoor kan Albert Heijn de winkels voortaan dusdanig inrichten dat ze beter inspelen op de lokale behoeftes. Ter verduidelijking geeft Désirée een aantal voorbeelden uit de praktijk: 'In de grote steden wordt beduidend meer blikbier gedronken dan in de rest van het land. Klanten komen vaak lopend of met de fiets naar deze winkels, en dan is het toch lastig om een kratje mee te zeulen. Zoiets is natuurlijk relatief makkelijk op te lossen door meer meters voor blikbier in te ruimen. Maar het gaat verder. Zo bepalen wij aan de hand van de winkelkarakteristieken ook of we bepaalde modules wel of niet gaan plaatsen. Je moet dan denken aan zaken als self scanning of het Grab&Go-assortiment. Daar naast maken we aan de hand van dezelfde karakteristieken ook het verschil in assortiment. In een winkel waar vooral veel gezinnen boodschappen doen, is het slim om in de assortimentsgroep kant-en-klare maaltijden meer ruimte te geven aan pannenkoeken en poffertjes. En in winkels waar vooral jonge alleen staanden komen, moet het accent juist liggen op maaltijdsalades en dagverse maaltijden.' Het juiste productaanbod voor elke klant is geen toekomstmuziek, benadrukt Désirée: 'Albert Heijn is momenteel qua organisatie, logistiek en automatisering al in staat om winkels dusdanig aan te passen dat de lokale klant zich bij ons meer thuis zal voelen dan ooit. Het kost alleen tijd om het daadwerkelijk in te voeren. Ik verwacht dat we in het eerste kwartaal van 2011 zover zijn dat al onze winkels zijn aangepast aan de wensen van de lokale klant.' BEP weet wat klanten willen 11 Aha gvANDER Blikbier en poffertjes Geen toekomstmuziek Om de lokale ambities waar te kunnen maken, heeft Albert Heijn de hulp ingeroepen van BEP. Aha vroeg programmamanager Bastiaan van Loon om haar te introduceren. Wie is BEP? 'BEP is vernoemd naar Beppie, de modelklant van Albert Heijn. De afkorting BEP staat voor: Business Excelleration Program. Het is een intern programma waarin de lokale wensen van onze klanten centraal staan.' Wat is haar opdracht? 'Aan BEP is de opdracht gegeven om concrete vormen van differentiatie mogelijk te maken onder andere op het gebied van assortiment en presentatie. Kortom: BEP moet lokaal het verschil gaan maken.' Hoe pakt BEP dat aan? 'Om te beginnen heeft BEP een nieuw automatiseringssysteem ontwikkeld dat naadloos aansluit bij de bestaande systemen van de verschillende bedrijfsonderdelen. Dit nieuwe systeem heet: European Merchandising Suite (EMS). Het is een ingenieus systeem waarmee Ahold- onderdelen op commercieel gebied makkelijk kunnen werken. Systemen in de winkel zoals DASA en de kassa worden gevoed met artikelinformatie uit EMS. De category managers in Nederland kunnen met EMS het assortiment in de winkel nog passender maken voor de lokale klant door voor iedere plek op het schap uit te rekenen wat de meest aantrekkelijke artikelen zijn voor de klant. Deze vernieuwingen doen een groot beroep op de samenwerking tussen collega's van verschillende afdelingen. Daar ligt in 2010 dan ook grootste uitdaging. Want differentiatie in de praktijk is eerst en vooral mensenwerk.'

Personeelsbladen | 2010 | | pagina 11