Lange termijn-denken Frans Trommel (54), regiomanager Noord Winkelorganisatii Spaarloon of levensloop? II .11 Informatie Arjen Kronenberg (28), verkoopspecialist AH 1340 Amsterdam: Mogelijkheden 13 gen’ zegt Mijnen. ‘Het gaat sneller als je voor de volle 12% gaat, maar dat is meestal financieel niet haalbaar.’ 1 januari 2006 51 jaar of ouder zijn, maar nog geen 56 jaar, mogen zelfs meer dan 12% per jaar sparen. Over de gehele spaarperiode mag je maximaal 210% van je brutojaarloon sparen.’ ‘Als de overheid zo doorgaat, zal ik tot aan m’n zeventigste moeten door werken... Maar dat wil ik dus niet. Daarom ben ik nu al aan het sparen met de levensloopregeling om toch eerder te kunnen stoppen met werken. Het is handig om zo vroeg te beginnen. Je krijgt rente op rente, en dat tikt lek ker aan. En wie weet: misschien ga ik het verder ook nog wel gebruiken om er over tien jaar een tijdje tussenuit te kunnen gaan!’ Wat is nu wijsheid, kiezen voor de spaarloon- of de levens loopregeling? Mijnen: ‘Met de spaarloonregeling staatje spaartegoed voor vier jaar vast. Daarna kun je het geld voor elk doel opnemen. Tussentijds opnemen is ook mogelijk, maar dan stelt de belastingdienst beperkingen aan de bestedingsdoelen. Als iemand maximaal 613 per jaar wil sparen, is spaarloon een goede keuze. Door de inhouding van het spaarbedrag op het brutoloon wordt het brutoloon lager en hoef je dus minder belasting te betalen. Maar als je meer wilt sparen, kan levensloop juist aantrekkelijker zijn. Jaarlijks mag je immers maximaal 12% van je brutojaarloon sparen. Medewerkers die op Bij de ABN Amro Levensloop Helpdesk, 0800 024 07 08 (gra tis) kun je over levensloopsparen een informatiepakket aan vragen. Mijnen: ‘Voor medewerkers die twijfelen of ze willen deelnemen aan de spaarloon- of de levensloopregeling: bel gewoon de servicedesk van het Ahold Pensioenfonds - (075) 659 24 00 - en vraag of zij willen helpen om het eens voor je op een rij te zetten. Zo kun je een afgewogen keuze maken.’ 'De VUT is vorig jaar afgeschaft, maar ik wil er toch eerder, zo rond m’n zestigste, uit kunnen gaan. Vandaar dat ik me voor de levensloopregeling heb ingeschreven. Dat is natuurlijk al over zes jaar. Je zou zeggen: hoe krijg je dat dan voor elkaar? Maar ik had nog een stuwmeer aan PVT (Persoonlijke Vrijetijd) uren staan. Die heb ik in het levensloopspaarpotje laten storten. Op die manier maak ik deze uren toch te gelde.’ Toch ziet hij allerlei mogelijkheden door de levensloopre geling, mits je op wat langere termijn denkt. Ouderschapsverlof bijvoorbeeld. Zorgverlof bij een levensbedreigende ziekte in het gezin. Eerder stoppen met werken. Een extra lange vakantie. ‘Je ziet dat veel ouders het ouderschapsverlof laten schieten omdat het onbetaald is. De levensloopregeling kan ouderschapsverlof een stuk aantrekkelijker maken. Of mensen die al langer spelen met de gedachte aan een sabbatical. Ook dat wordt financieel eerder haalbaar door de levensloopregeling. In dit laatste voorbeeld is daarnaast natuurlijk ook de toestemming van je leidinggevende noodzakelijk. Zo zijn er verschillende .fases in je leven waarbij de levensloopregeling een steuntje in de rug kan zijn.’

Personeelsbladen | 2006 | | pagina 13