LEVEN
de carrousel
I
I
s
a
Vioolbouwer in
I
A
JL
Jan Jakobsen
I
I
11 Aha
(38) is monteur bij de technische dienst
in DC Geldermalsen. Daarnaast bouwt hij in zijn vrije tijd
violen. Ambachtelijk gemaakte instrumenten voor professionele
violisten. Hij leerde het vak bij een vioolbouwer in Praag.
l
-
II
-i
s
Ken jij iemand met een bijzondere
vrijetijdsbesteding? Laat het ons even
weten via aha-magazine@ah.nl of via
de gewone post: Albert Heijn, Interne
Communicatie A301, Redactie Aha,
Postbus 3000, 1500 HA Zaandam.
Hoe word je een vioolbouwer? Toen ik tiener was,
speelde ik cello. Ik kwam toen in aanraking met
een vioolbouwer en ging steeds vaker op bezoek.
Op mijn achttiende werkte ik in een houtzagerij en
heb ik een avondcursus gevolgd om muziekinstru
menten te leren maken. Dat was allemaal nog in
Nederland. Ik hoorde toen dat er ook cursussen in
het buitenland waren. Daar ben ik toen achteraan
gegaan. In 1994 kreeg ik een stoel aangeboden
bij een leraar in Praag waar ik uiteindelijk mijn
meestertitel gehaald heb. Tijdens mijn opleiding
bouwde ik gemiddeld twee ongelakte violen per
j^eek. Daarnaast repareerde ik veel instrumenten
^or diverse Praagse conservatoria.’
En toen toch weer naar Nederland gegaan? Ja, ik
ging al elke zomer naar Nederland om instrumen
ten te verkopen en om als vakantiekracht in de
accukamer van DC Geldermalsen te werken. Dus
toen in 1998 de volgende leerling aan de beurt
was en er in Praag geen werk voor vioolbouwers
bleek te zijn, ben ik weer naar Nederland terug
gekeerd. Daar ben ik toen fulltime aan de slag
gegaan bij DC Geldermalsen. Na een tijdje werd ik
bij de technische dienst aangenomen als tweede
monteur. Sindsdien help ik mijn collega’s met het
onderhouden van het carrouselsysteem en het
onderhoud van het pand.’
Dus violen zijn nu verleden tijd? Nee, absoluut
niet! Violen blijven mijn passie. Toen mijn zoon
een eigen kamer kreeg en ik mijn werkplaats thuis
oest opofferen, dacht ik dat het voorbij was. Ik
nad al mijn gereedschap en etherische oliën al in
kisten opgeborgen. Maar toen was er gelukkig
een vriend die met een goed voorstel kwam. Ik
maak nu gebruik van een hoekje in een werk
plaats bij TOETS, een stichting in Gorinchem die
zich inzet voor het behoud van muziekinstrumen
ten. Daarnaast heb ik nog steeds contact met
gerenommeerde vioolbouwers in de wereld. Af en
toe komt daar ook nog wel iets uit. Ik maak nu
zo’n twee violen per jaar. Mijn instrumenten zijn
onder andere verkocht in Roemenië, Indonesië,
Amerika, Engeland en Zweden. Het is wel een
grappig idee dat mijn violen de wereld rondgaan.’