I £e persoonlijke aanpak van Johan Boeijenga, directeur Supply Chain i i Eigenlijk wilde Johan Boeijenga dierenarts worden. Maar hij werd uitgeloot voor de benodigde studie. Het werd dus zijn tweede keus: bedrijfseconomie. Tijdens die studie groeide zijn passie voor logistiek. Een hoogleraar gaf hem daarom de volgende tip: ‘Ga naar Albert Heijn, dat is het summum van logistiek’. 9 Aha Ruggengraat van het bedrijf Kleine speler in de wereld Logistiek blijft mensenwerk Tropenjaren in Indonesië zit in onze genen had, werden verkocht. Ontzettend lastig om dat aan iedereen te vertellen. Maar ik koos voor de persoonlijke aanpak en was niet bang om mijn eigen emoties te tonen. Ben dus weer dicht bij mezelf gebleven. En we hebben er met z’n allen voor gezorgd dat zo’n 85 tot 95 procent van de medewerkers uiteindelijk weer een baan hebben. Ik krijg nog bijna dagelijks mailtjes uit Indonesië. Bijvoorbeeld van de toenmalige koffiemevrouw die een eigen win keltje is begonnen. Niet meer dan een kraam pje op straat. Maar ze nodigde mij wel uit om bij de opening te zijn. Ontroerend.’ ‘Na drie jaar namen we weer afscheid van Indonesië. In 2003 werd ik gevraagd om direc teur Supply Chain te worden bij Albert Heijn. Mijn eerste dag als directeur was de eerste dag van de prijzenslag. Mijn zoontje dacht zelfs dat ik persoonlijk verantwoordelijk was voor de prijsverlagingen! Ik vind het een eer om me bezig te mogen houden met de Supply Chain van Albert Heijn. Het is de ruggengraat van het bedrijf. Alles staat of valt met het stromen van data en goederen. En daar zijn niet alleen de distributiecentra bij betrokken. Ik heb het ook over Replenishment, de centrale afdeling die verantwoordelijk is voor de automatische aanlevering van goederen naar zowel de dis tributiecentra als de winkels.’ ‘We moeten goed beseffen dat we in Neder land een grote speler zijn, maar in de wereld zijn we maar een kleine partij. De ontwikkelin gen van RFID, de chip die veel informatie bevat en die erg nuttig kan zijn in de retailwe- reld, houden wij nauwlettend de ontwikkelin gen in de wereld in de gaten om te bepalen wat voor ons het beste moment is om in te stap pen. Het gaat bij dit soort zaken niet alleen om de kosten. Kwaliteit in de Supply Chain staat te allen tijde voorop. Tijdens mijn eerste week als directeur vroeg een journalist mij of we als Albert Heijn zouden stoppen met innovaties om de prijsverlagingen te kunnen betalen. Maar als je kijkt hoe we sindsdien in de weer zijn met nieuwe systemen, zie je meteen dat niets minder waar is! Mede dankzij onze nieuwe systemen kunnen we de logistieke kosten beheersen.’ ‘Wij zijn in Nederland op het vlak van de Supply Chain een van de meest innovatieve bedrijven. Vernieuwing zit in de genen van Albert Heijn-mensen. Al moetje natuurlijk oppassen om jezelf op je borst te slaan. Het gevaar dat je jezelf op die manier in slaap sust is altijd aanwezig. Maar ik weet wel dat we een voorbeeld zijn voor concurrenten. We krijgen ook regelmatig aanvragen uit het buitenland om een kijkje bij ons te nemen. Daar zijn we altijd erg terughoudend in. Ik voorzie veel ver andering de komende jaren. De mechanisatie is niet te stoppen. De samenwerking met ICA is daarbij erg inspirerend. We hebben op veel vlakken dezelfde visie en leren veel van elkaar. Natuurlijk heeft de toenemende mechanisatie ook gevolgen voor de medewerkers. Door sys temen als Triple O is hun werk wezenlijk aan het veranderen. Maar er zullen altijd mensen nodig zijn om gemechaniseerde processen zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Logistiek is en blijft mensenwerk! De medewerkers die met Triple O werken, zijn over het algemeen vooral trots dat ze betrokken worden bij nieuwe ontwikkelingen en met zo’n innovatief systeem mogen werken. Dit ervaar ik elke keer weer als ik Distributiecentrum Pijnacker bezoek.’ ‘Na mijn kandidaats in 1987 wilde ik meteen bij Albert Heijn solliciteren. Maar het was net periode waarin Gerrit Jan Heijn ontvoerd was. In Zaandam hadden ze dus wel wat anders aan hun hoofd. Ik heb toen een reis naar de VS gemaakt en heb daarna een brief gestuurd. Ik begon als managementtrainee en heb meegeholpen bij de introductie van de rolcontainers. Er liep een proef in DC Tilburg en de sitemanager vroeg of ik daar productie leider wilde worden voorVers en Retouren. De sfeer was goed en ik voelde me er thuis.’ ‘Mijn vrouw en ik hadden altijd al het plan om naar het buitenland te gaan. Over de vraag of ik voor Ahold naar Indonesië wilde, hoefden we dus niet lang na te denken. In 1997 ver trokken we samen met onze kinderen. fantastisch land. Het klimaat, de cultuur de Mensen. Er hangt een aparte sfeer in Indonesië. De mensen zijn rustig en vriende lijk, maar je voelt dat het ook anders kan zijn. In het begin was ik heel voorzichtig. Maar dat werkte niet. Ik besloot toen om gewoon mezelf te zijn en te blijven. En vanaf toen ging het goed. Tot mei 1998 toen er een oproer uit brak tegen president Soeharto. We zijn toen met het hele gezin geëvacueerd. We moesten alles achterlaten. Je kunt je niet voorstellen wat zoiets met je doet! Maar we hadden het ver trouwen dat het weer goed zou komen met Indonesië. We keerden terug naar Nederland en ik ging weer aan de slag bij DC Tilburg, dit keer als sitemanager. Ik kende iedereen nog, dus dat was lekker vertrouwd. In 2000 gingen we voor de tweede keer voor Ahold naar Indonesië om de supermarktketen TOPS ver der uit te bouwen. Het laatste half jaar was zwaar, want ik moest de desinvestering bege leiden. Alle winkels die Ahold in Indonesië

Personeelsbladen | 2005 | | pagina 9