directe collega’s Meeste tegengas: Meest geleerd van: Paul Fentener van Vlissingen Grootste ergernis: gebrek aan flexibiliteit Beste energiebronnen: werken, sporten, zee en gezin 15 Aha ‘We voeren een goed, sociaal beleid. We zijn een goede werkgever. Maar er is bij medewerkers ook een tendens naar “het is nooit genoeg”. Ik begrijp wel dat iedereen graag meer wil maar dat kan alleen als we samen méér verdienen. Er wordt nu meer flexibiliteit gevraagd dan voorheen. Zoals werken op andere dagen of op andere tijden. Minder uren werken of juist meer. De uitgangs punten zijn veranderd. Zaken staan opnieuw ter discussie. Natuurlijk is het belangrijk te zeggen wat op je op je hart hebt en ik hoop dat iedereen dat blijft doen. Maar je moet aan de andere kant niet vergeten dat we in een tijd leven waarin alles voortdurend verandert. Als ik om me heen kijk, zie ik nog regelmatig medewerkers die te weinig aanpassingsvermogen hebben. Zonde. Ook voor henzelf. Want door te blijven klagen over gedane zaken, kom je niets verder.’ te melden bij Anders. Je leert van praten over je proble men, niet van bang zijn en zwijgen. Het komt trouwens altijd uit. Slecht nieuws reist razendsnel.’ ‘Ik werk in vertrouwen met mijn collega’s van de directie van Albert Heijn. We zijn open naar elkaar en geven elkaar tegengas. Respect kun je niet afdwingen, je moet het verdienen. We kunnen alles tegen elkaar zeggen en dat doen we ook. Het huidige directieteam van Albert Heijn is heel betrokken, de strategie voor de toekomst bouwen we echt met z’n zessen. Ik heb bewust gezocht naar een team van mensen met verschillende profielen zodat we elkaar op het vlak van kennis en vaardigheden kunnen prikkelen. En ik heb natuurlijk zelf ook een baas. Als iets me dwarszit of er is iets anders dan ben ik de eerste om dat <4,- i Biologische producten waarmee we het belang benadrukken dat we hechten aan maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzaamheid. Er is zoveel betrok kenheid en er zit zoveel power in dit bedrijf. En daar krijg ik zelf ook weer energie van. Niet door onze macht of ons ego maar door slim samen te wer ken. En dat is nodig, want als retailer spelen we elke dag Champions League.’ ‘Ik heb op supermarktgebied veel geleerd van mensen die de supermarkt hebben gemaakt tot wat het vandaag is. Ik denk daarbij aan de oprichters van Albert Heijn, de fami lie Heijn en van de mensen die het bedrijf erna hebben geleid. En Paul Fentener van Vlissingen is een grote inspi rator voor me. Hij heeft duidelijke ideeën over hoe je een bedrijf moet managen en de rol die het heeft in de samen leving. Zo zegt hij bijvoorbeeld: “Hou het simpel!” en “Fouten maken moet, anders leer je niets”. Hij hecht veel waarde aan de lange termijn en duurzaamheid. Je hebt als bedrijf ook een verantwoordelijkheid voor de samenle ving. En daar ben ik het helemaal mee eens. Als ik wil, kan ik makkelijk scoren op de korte termijn, maar het gaat erom dat Albert Heijn ook in de toekomst nog steeds een gezond en krachtig bedrijf is.’ ‘De meeste energie krijg ik van het feit dat ik het een eer vind leiding te mogen geven aan Albert Heijn. We kunnen elke dag scoren. Het gaat, naast een scenario over jaren, ook om hoe je het nü, vandaag, doet. Snel en op het juiste moment offensief of defensief zijn, schakelen en hande len. Dat maakt het elke dag weer leuk. Maar ook door con sistent te zijn waar dat nodig is zoals bij de prijsverlagin gen. Want over 25 jaar moet Albert Heijn nog steeds de beste servicesupermarkt zijn. En als ik die energie soms even kwijt dreig te raken dan laad ik mezelf op verschillen de manieren weer op. Door intensief te sporten bijvoor beeld: rennen op een loopband of spinnen op de fiets in de sportschool. Maar ook een wandeling over het strand brengt de rust terug in mijn hoofd. Ik ga nooit naar een bos want ik heb ruimte nodig. Daarnaast ontvang ik veel energie van mijn gezin. Ik heb een echtgenote die me vol ledig ondersteund en vier kinderen 16,14 en een tweeling van 12). Door de week ben ik jammer genoeg weinig thuis. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet met ze meeleef. Want dat kan ook door middel van een telefoontje naar ze als ik onderweg ben. Bijvoorbeeld om te vragen hoe een moeilijk proefwerk is gegaan. Ik weet wat hen bezighoudt. Het weekend is echt voor het gezin. Op zaterdag ga ik altijd mee naar sport. Ik laad me op aan hun enthousias me en ik vind het prachtig hun ontwikkeling te zien.’

Personeelsbladen | 2004 | | pagina 15