o Meest irritant: slechte service Belangrijkste uitdaging: alert blijven Grootste gevaar: blij met een zesje Aha 12 Dick Boer omschrijft zichzelf als een nuchtere Zeeuw: beide voeten op de grond en zeggen waar het op staat. Een houding die hem als directievoorzitter van Albert Heijn goed van pas komt. Maar voor een interview willen we wel wat heftigere horen. Vandaar dat we hem vroegen om een keer het achterste van zijn tong te laten zien. Kortom: dg extremen Vail DÏCk Boef... ‘We zijn te snel tevreden ga ik echt met een slecht gevoel de winkel uit. Ik snap best dat het lastig kan zijn als je weinig wisselgeld hebt maar los dat probleem dan op en verleen service aan de klant. Een ander voorbeeld is dat een kookboek door een klant niet uit de seal gehaald mocht worden om het even door te bladeren. Dan kon het niet meer teruggestuurd worden. Maar niemand heeft verboden om een boek uit de seal te halen. Ja, je neemt een risico dat de klant het niet koopt en datje met zo’n boek blijft zitten. Maar wat kost een klant die wegloopt en niet meer terugkomt? Dan interpreteer je de regels niet juist. We zijn er voor de klant. Neem de Amerikanen maar als voorbeeld; die weten wat service is^ Okay, het is een andere cultuur, maar zij weten wel wat respect voor de klant is. Zij behandelen de klant echt als koning. Daar kunnen wij Hollanders nog veel van leren.’ ‘We zijn te snel tevreden. Blij met een zesje terwijl je een acht zou moeten willen halen. Niet één keer per jaar met Kerstmis of Pasen maar elke dag opnieuw. We zijn met 50.000 medewerkers en we kunnen allemaal iets voor de klant doen. Of je nu in de winkel, op het DC of het hoofdkantoor werkt. Bij alles wat je doet, moet je in je achterhoofd houden: is het in het belang van de klant? Een fout in een systeem, een verkeerde levering, een onjuist prijskaartje.het heeft allemaal gevolgen voor onze klant. Daar moeten we ons echt van bewust zijn.’ ‘Goed omgaan met de klant hoort in ons te zitten. Dat heeft te maken met liefde voor je werk en met eerlijk zijn. Als er iets niet goed is gegaan, zeg dan gewoon tegen de klant dat het je spijt en denk mee of zo’n situatie mis schien een volgende keer te voorkomen is. De klant moet altijd centraal staan. Daar kunnen we nog veel scherper op zijn. Ik weet dat het geven van voorbeelden gevaarlijk is omdat medewerkers kunnen zeggen: nou dat doe ik anders. Maar het gaat om het principe van denken en doen. Laatst deed ik boodschappen in een van de winkels en bij het afrekenen vroeg ik of ik twee briefjes van vijf bij het wisselgeld kon krijgen. Maar ik kreeg als antwoord dat er dan te weinig wisselgeld overbleef en dat ze het daarom dus niet deed. Punt uit. Zoiets kan dus niet, vind ik. Dan ‘Het is mijn grootste uitdaging de zelfgenoegzaamheid te lijf te gaan die regelmatig de kop opsteekt in dit bedrijf. We zijn door diepe dalen gegaan de afgelopen jaren. In 2001 was Konmar onze grootste concurrent. We hebben Pitstop neergezet en dat ging goed. We boekten succes. Maar vrij snel erna zag je de mentaliteit weer inzakken en vielen we terug in onze oude werkwijze. Dat noem ik arrogantie. Daarna lieten de klanten het steeds meer afweten en kwam de periode waarin Ahold in de problemen kwam. In dat dal stond opnieuw iedereen schouder aan schouder klaar. om er tegenaan te gaan. Nu is het zaak om die mentaliteit vast te houden. Vaak heerst er meteen na het eerste succesje

Personeelsbladen | 2004 | | pagina 12